vrijdag, mei 13, 2011

Elchardus komt met achterhaalde conclusies

De conclusie die Marc Elchardus trekt uit zijn onderzoek naar het zogenaamde anti-semitisme van moslimjongeren is een lichtkogel in het ijle. Met zo'n vier tendentieuze vragen kon je moeilijk een ander antwoord verwachten. "Joden zetten aan tot oorlog en geven anderen de schuld." Natuurlijk is dat een foute stelling. Het moet namelijk zijn: "Israël zet aan tot oorlog en geeft anderen de schuld." Maar natuurlijk maken veel jongeren dat onderscheid niet. Een belangrijke reden daarvoor ligt bij Israël zelf dat voortdurend hamert op zijn vermeende 'joodse identiteit' en alle terechte kritiek op zijn agressieve acties tegen de Palestijnen afwijst als zijnde antisemitisme. Hetzelfde geldt voor de Joodse lobby in het Westen die voortdurend op dezelfde nagel klopt. Het feit dat er over Israël's beleid geen consensus bestaat onder de joodse bevolking, noch in Israël, noch in de rest van de wereld, wordt door het geroep van de Zionisten vakkundig onder de mat geveegd.

Wanneer professor Elchardus een verklaring zoekt in de godsdienst van de moslimjongeren breekt mijn klomp helemaal. Wat voor een achterhaalde interpretatie is dat nu? Na de ontwikkelingen van de laatste maanden in het midden-oosten, die we nu de Arabische lente noemen, zouden we toch al beter moeten weten. Zoals islamleraar Abdelkadir Ryad zegt in het bijgaande interview, "ze zijn meer bezig met hun kleren en hun gsm dan hun godsdienst." Inderdaad, het zijn tenslotte jongeren. Maar daarnaast voelen ze zich net zo sterk aangesproken door het blijvende onrecht in Palestina en de wanhoop die er heerst door de onwil van Israël die elke opening naar vrede torpedeert.

Koen Stuyck

[Lezersbrief gestuurd naar De Standaard]

zondag, mei 08, 2011

De volgende 50 jaar zijn cruciaal

Het jaar 2061. Beeld u even in hoe de wereld er binnen vijftig jaar zou kunnen uitzien.

Slechts enkele kleine stukjes tropisch oerwoud blijven over van de ooit zo machtige rivier bekkens van Amazone, Congo en Mekong. De meeste noordelijke wouden zijn gekapt. De permafrost op de grote Russische Toendra is beginnen smelten aan een alarmerend tempo en enorme hoeveelheden CO2 kwamen vrij in de lucht. De gemiddelde mondiale temperatuur is meer dan drie graden gestegen. Vele gebieden zuchten onder de droogte en grote stormen jagen over de droge vlakten. Soorten zoals de machtige tijger en de grote olifant zijn verdwenen. Ze blijven enkel nog te bewonderen in de plaatjes van kinderboeken. Sommige minder iconische soorten zoals de Albatros en de Antilope houden stand in enkele zoo’s rond de wereld.

In de oceanen heerst een dodelijke rust. Geen vissen zwemmen door het zware water, dat vervuild is door plastic afval en olie residu’s. Alleen nog grote scholen kwallen schuimen de zeëen af. Geen vissersboten verstoren de golven. Alleen gigantische olietankers, geflankeerd door militaire patrouilleboten die het zwarte goud moeten bewaken dat ondertussen even schaars is geworden als het gele metaal zelf.

Terug naar het vaste land, waar een toenemend aantal mensen het moeilijk heeft met stijgende voedselprijzen. Er is steeds minder land geschikt voor landbouw. Waterrijke regio’s zijn opgedroogd en verworden tot schrale gebieden die enkel nog worden gebruikt om huishoudelijk en industrieel afval te dumpen. Omwille van het nijpend gebrek aan zoet water, zijn enorme ontziltingsinstallaties gebouwd aan de kust die grote steden moeten voorzien van – zeer duur – drinkwater. Aan de Afrikaanse kusten storten talloze milieuvluchtelingen zich in zee als lemmingen, om te ontsnappen aan hun lijdende continent, eens de wieg van onze menselijke beschaving.

Laat ons dit grimmig beeld verlaten voor een ander scenario, dat geïnspireerd is door WWF, Wereld Wijd Fonds voor de Natuur. Op 29 april jl., de 50e verjaardag van WWF, waarschuwde internationaal voorzitter Yolanda Kakabadse: “WWF koestert geen enkele illusie over de moeilijkheid van de taken die voor ons liggen, hoe dringend en belangrijk ze zijn, en over hoeveel hulp WWF zal nodig hebben.”

Het gezegende jaar 2061

Het is nu tien jaar geleden dat de wereld erin slaagde om de globale CO2 emissies met 90% terug te dringen, vergeleken met 1990 in de twintigste eeuw. Met een ongeziene samenwerking tussen overheden, industrie en civiele samenleving werden de strategieën van het energierapport van WWF uitgevoerd. Vele speciale initiatieven om schone energie te promoten hebben er toe geleid dat 100% van onze energie nu uit hernieuwbare bronnen komt.

Dankzij de uitvoering van WWF’s mondiale ‘nul-deforestatie maatstaf’, is de ontbossing gestopt. Sinds 2020 is alle houtkap beperkt tot speciaal daartoe aangelegde en duurzaam beheerde bossen. De originele tropische wouden zijn sindsdien volledig beschermd en kenden zelfs een lichte expansie. Inheemse volkeren die leven in deze bossen werden tot ‘bewakers van het woud’ verklaard. Vele van hen werken nu in speciaal opgerichte universiteiten die de biodiversiteit in het woud bestuderen. Vele ziekten die in de 20e eeuw nog als ongeneeslijk werden beschouwd, zijn nu behandelbaar met nieuwe medicijnen uit de ‘Wouduniversiteiten’.

Vele bedreigde diersoorten zoals de tijger, gorilla, luipaard en ijsbeer wisten te overleven en doen het ondertussen beter. Doordat hun habitat beschermd werd en beschermde gebieden met elkaar verbonden zijn via corridors kunnen de dieren zich vrij bewegen en voortplanten.

De algemeen aanvaarde en toegepaste norm in de industrie is nu ‘cradle to cradle’ wat betekent dat meer dan 90% van consumptieartikelen gemaakt worden door bio-afbreekbaar of alleszins volledig recycleerbaar materiaal, zoals meer dan vijftig jaar geleden het WWF ‘Climate Solutions Vision’ rapport vooropstelde. Die nieuwe productienorm gaf een echte boost aan de industriële ontwikkeling waardoor de werkloosheidscijfers een historisch laagtepunt bereikt hebben.

Visbedrijven, kopers en verkopers van vis hebben overal ter wereld zich verbonden tot duurzame manieren van visvangst. Ze traden toe tot het WWF “Seafood Savers Program” dat oorspronkelijk in de ‘koralendriehoek’ (de tropische wateren van Indonesië, Maleisië, Papua New Guinea, de Philippijnen, de Solomon eilanden en Oost-Timor) begon maar daarna uitbreidde naar zowat alle grote viszones toe. Door een stricte regulering, goed geplande visrechten en duurzamere manieren van visvangst hebben vele soorten zich hersteld.

Belangrijke vooruitzichten

Welk van de twee scenarios is het meest aantrekkelijk? Onafgezien van de vraag of je kinderen hebt of niet, wie wil er leven in een wereld die gevangen zit in het eerste scnenario? Een wereld die veel armer zal zijn dan diegene die we vandaag nog kennen?

Natuurlijk wil je dat niet niet. Niemand wil dat.

Het goede nieuws is: het hoeft ook zo niet te gaan. De boodschap van WWF is dat het mogelijk is die betere wereld te bereiken. Dat heeft het aangetoond onder meer in zijn Energy Report waarin het duidelijke wegen aangeeft om tegen 2050 al zijn energie te halen uit hernieuwbare bronnen.

Dat bewijst WWF ook met zijn ambiteuze ‘Climat Savers’. Dit zijn bedrijven die zich verbinden tot het behalen van een aantal verregaande doelstellingen om hun ecologische voetafdruk te verkleinen, en dat volgens een strict tijdschema. Dankzij die engagementen bevinden deze bedrijven zich in het koppeleton in de race naar een lage-emissie economie. Al vijfentwintig bedrijven die stuk voor stuk leiders zijn in hun sector hebben zich aangesloten bij het ambitieuze WWF-programma.

Met miljoenen hectaren bos die de voorbije vijftig jaar beschermd werden, met ambitieuze programma’s zoals FSC (het label voor duurzaam verbouwd hout) en MSC (het label voor duurzame visvangst) en talloze andere realisaties bewijst WWF in de praktijk dat vooruitgang mogelijk en nodig is, willen de achteruitgang van de biodiversiteit en het ineenklappen van honderden eco-systemen op de wereld tegenhouden.

Back to the future…

“Op 29 april 2061 verklaarde WWF, één van grootste en meest gerespecteerde natuurbehoudorganisaties, officieel haar belangrijkste doelen verwezenlijkt. Om dit feit te vieren hebben zijn dertig miljoen leden over de hele wereld elk een boom gepland, waardoor ze samen een bos plantten ter grootte van België. WWF stond mee aan de wieg van talloze akkoorden en conventies die de wereld tot een betere plaats hebben gemaakt.” (genomen uit een nieuwsbericht van 29/04/2061 op deredactie.be)

Koen Stuyck

(Deze opinie verscheen op 8 mei op deredactie.be in het kader van een dossier over 50 jaar WWF)

dinsdag, mei 03, 2011

Earth Hour 2011: een rollercoaster

Het zal je maar overkomen: pas aan de slag bij WWF als kersverse 'press officer' en al meteen een reusachtig evenement als Earth Hour op je maagdelijk lege bureau gedropt krijgen: padaf! Het dossier van WWF Internationaal, de ellenlange lijst van de gemeenten die mee doen, stapels campagnemateriaal, evaluaties van de vorige jaren, afspraken met alle partners die meewerken aan het evenement, enzovoort. Genoeg om de meest stoïcijnse campagnevreter danig van zijn a-propos te brengen. Gelukkig heb ik al wat watertjes doorzwommen. In plaats van in paniek naar mijn schedel te grijpen en een luide angstkreet uit te stoten (eerste reactie) schuif ik snel alles aan de kant, surf gezwind naar de interne website van Earth Hour (dat heet een wiki) en begin te lezen. En onmiddellijk ben ik onder de indruk van de omvang van het evenement, en de massa aan voorbereiding die zovele mensen erin steken... Ik surf naar de landen pagina's en lees met stijgend enthousiasme de plannen van honderden WWF'ers die hun hart en ziel aan het trainen zijn in uithoudingsvermogen om er de beste Earth Hour totnogtoe van te maken.


Goed, we zijn al 'in the mood' – maar nu begint het pas. Gelukkig weet ik ook mijn pappenheimers snel te identificeren: Arvid Leyman, onze campagne man, een reus in zijn vak, die met geen geld een derde van het land in het duister kan dompelen. Isabelle André, WWF-website wizard, die met enkele muisklikken uw blik op de wereld van het WWF kan veranderen; Natascha Bertiaux, een taalwonder die elke Nederlandstalige tekst in een handomdraai omtovert in omberispelijk Frans. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Met het juiste team kan je bergen verzetten. Toch slaat de schrik me even rond het hart als blijkt dat we er dit jaar veel minder middelen voor inzetten. Minder middelen betekent: minder communiceren, minder affiches die mensen eraan kunnen herinneren dat Earth Hour eraan komt, geen leuke mascotte om nieuwe enthousiastelingen te werven (denk aan Darth Vladder, voor wie er vorig jaar bij was). Dat is even slikken. Want we willen wel groeien. Als het kan willen we dat iedereen, van groot tot klein, elke Belg, zijn nek uitsteekt voor het klimaat. En dus op 26 maart meedoet met Earth Hour. Met kloppend hart bekijk ik nog eens de lijst van gemeenten die meedoen. En wat blijkt? Verschillende gemeenten doen mee voor de eerste keer. Zou het kunnen dat Earth Hour iets is dat stilletjes vanzelf is beginnen leven? Als een kind dat op eigen benen begint te staan en eist dat er naar hem of haar geluisterd wordt. Earth Hour is nu eenmaal een actie die geniaal is in zijn eenvoud en mensen over de hele wereld samen brengt rond hetzelfde idee: de planeet is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid en we moeten er samen voor zorgen.


Wanneer ik samen met Jan Vandermosten, onze brilliante jonge klimaatspecialist en Damien Vincent, onze sympathieke CEO de politieke boodschap bespreek van Earth Hour (Belgische politici: stel eindelijk een klimaatplan op om ons naar een zero-emissie samenleving te leiden in 2050) durven we te hopen op een klein mirakel. Want het zijn jullie, en ieder van ons, die de boodschap des te luider kunnen laten klinken.


Zaterdagavond 26 mei, rond 22u op een bankje in een statige gang van het Brusselse stadhuis: we bellen naar netbeheerder Elia voor de cijfers. Hoeveel families hebben er mee gedaan? De mevrouw aan de andere kant van de lijn: "u mag gerust zeggen, 750.000 families hebben vanavond het licht uitgedaan." Wow. Damien en ik doen High Five. We did it! Of nee, pardon, u deed het...


Kortom: dank allemaal om zo enthousiast mee te doen. Mijn tijd bij het WWF is alvast goed begonnen.


Koen Stuyck


(Tekst voor editoriaal panda-magazine)