vrijdag, december 06, 2013

Het voorbeeld van Mandela

Vanochtend op de trein heb ik enkele tranen gelaten met het gezicht van deze man voor mij in de krant.

In de Kerstvakantie van 1995 liep ik in het Zuidafrikaanse Bloemfontein een banaal bankgebouw binnen en kwam daar een jonge zwarte Zuidafrikaan tegen met wie ik de dag ervoor lang op de bus had gezeten. We begroeten elkaar heel hartelijk met een highfive en enkele stevige schouderkloppen. Op datzelfde moment voelde ik de blikken van de aanwezige blanken (klanten en personeel van de bank). Daaruit sprak een mengeling van gène en afwijzing van zulke openlijke uitwisseling van vriendschappelijkheid. Tegelijk was er de gretigheid van mijn nieuwe vriend om op zo'n ongecomplexeerde manier de normaliteit van onze relatie te demonstreren, en dat speciaal in die bank, waar hij nog niet zo lang geleden gewoon niet binnen mocht omwille van zijn huidskleur.

De warmte en de blijdschap die ik toen voelde uitstralen van die Zuidafrikaan, dat blijft me bij.

Het had bijzonder goed geklikt met deze jonge man en ik was de dag ervoor met een goed gevoel van het busje gestapt, waarop ik als enige blanke zeker in het begin een zekere reserve ervaarde van mijn medereizigers. Ik had die bus genomen ondanks het advies om dat niet te doen vanwege de blanke Afrikaner familie die me enkele dagen ervoor aan hun Kersttafel had ontvangen. Voor mij was er niets heroïsch aan het nemen van een lokale bus, voor hen was het op dat ogenblik nog een ondenkbare stap te ver en een gevaarlijke onderneming. Het busje zat vol met families met kinderen en ieder doorwinterd rugzakreiziger weet dat dat het veiligste reisgezelschap is dat je je kan wensen.

 Een week later in Kaapstad heb ik een verre glimp kunnen opvangen van Mandela toen hij zijn volk toesprak. Het was nog steeds kort na de democratische overgang en er hing overal een ongelooflijk gevoel van hoop in de lucht maar ook angst. Angst vanwege de Afrikaner blanken. Het gevaar op een burgeroorlog was ondertussen wel afgewend, maar de angst om gemarginaliseerd te worden was des te groter. Want zij vertrouwden Mandela niet. Onder de massa op dat plein in Kaapstad echter overheerste het positieve, het extatische zelfs: de geboorte van de regenboognatie.

De electriciteit en de waardigheid die uitging van die man: een voorbeeld voor wat onze soort kan zijn.

Toen Madiba samen met o.m. Desmund Tutu de waarheids- en verzoeningscommissie instelde gaven de Zuid-Afrikanen de wereld een les die niemand nog zou mogen vergeten. In Argentinië en Chili stelde de commissie een rapport voor waarin de duizenden slachtoffers van de dictaturen werden toegegeven. Zuid-Afrika liet slachtoffers carrément aan het woord: 22.000 getuigenissen. Ik heb toen stukken gelezen van het uiteindelijke rapport voor een artikel in 'Amnesty Nieuws' - het is verbijsterende literatuur maar tegelijk het meest ontroerende stuk geschiedschrijving van de 20e eeuw.

Op een totaal ander niveau, maar in ons dagelijkse leven kan je soms ook opzwellen van trots, bijvoorbeeld wanneer we het verhaal hoorde van onze oudste zoon die tussenbeide kwam bij een groepje leeftijdsgenoten. Ze waren een jongen van Afrikaanse afkomst aan het pesten op de speelplaats. Onze zoon stapte op hen af en zei eenvoudig: "Nkosa is mijn vriend, laat hem doen of ik ben jullie vriend niet meer."