De voordelen van preventieve gezondheidszorg in het licht van de klimaat- en biodiversiteitscrisis: een One Health-perspectief
In een tijdperk waarin de wereld wordt geconfronteerd met urgente klimaat- en biodiversiteitscrises, groeit het bewustzijn over de noodzaak van preventieve gezondheidszorg. Deze benadering, gekoppeld aan maatregelen om de gezondheid van ecosystemen te beschermen, biedt niet alleen voordelen voor individuele gezondheid, maar kan ook cruciaal zijn voor het aanpakken van bredere mondiale uitdagingen. Dat is het ‘One Health-concept’.
De sector van de gezondheidszorg is goed voor 10 procent van het BBP (bruto binnenlands product). De verwachtingen zijn bovendien dat die uitgaven tegen 2045 stijgen naar 12 procent – een gevolg onder meer van de vergrijzing.
Uit een studie die gezondheidseconoom John Crombez (verbonden aan het UZ Gent) enkele jaren geleden bekend maakte, bleek dat er relatief grote besparingen mogelijk zijn in die sector – tot 3 miljard euro per jaar.
Preventieve gezondheidszorg: een sleutelrol in het voorkomen van ziekten
Dat leidde recent tot likkebaardende reacties vanwege Vlaams Belang en N-VA – in een context van ontsporende begrotingscijfers en een hernieuwde focus op Defensie – na jarenlange besparingen is de verleiding die uitgaat van dat cijfer plots heel groot.
De rechtse partijen zien hierin een opportuniteit om te gaan snijden in de sociale zekerheid en meer in het bijzonder in de gezondheidszorg. En dat terwijl er nog steeds gezondheidswerkers zijn die de coronacrisis nog niet verwerkt hebben, dat de tekorten aan personeel nog steeds groot zijn en de werkdruk (te) hoog. Nu met de hakbijl de sector te lijf gaan, zou dus nefast zijn.
Wat de studie echt zegt, is dat er potentieel grote besparingen mogelijk zijn door in te zetten op preventieve gezondheidszorg. Dat betekent: “inzetten op strategieën en interventies die gericht zijn op het voorkomen van ziekten en het bevorderen van gezondheid en welzijn op de lange termijn. Dit omvat onder meer vaccinatieprogramma’s, screenings, gezondheidsbevordering en voorlichtingscampagnes”.
Met andere woorden, door vroegtijdig in te grijpen en risicofactoren aan te pakken voordat ze tot ziekte leiden. De voordelen zijn groot, zowel op individueel als op niveau van de hele bevolking. Maar dan moet er wel eerst geïnvesteerd worden.
Geen grote verassing, en het feit dat er toch weinig op wordt ingezet, heeft ongetwijfeld veel te maken met een farmaceutische sector die hier weinig belang bij heeft, net zoals de wijze waarop ziekenhuizen in ons land (deels) worden gefinancierd, namelijk via de bijdragen van de specialisten die er belang bij hebben om zoveel mogelijk dure behandelingen te laten uitvoeren. Hun goed gevulde agenda’s leveren de ziekenhuizen de nodige middelen op om ‘rendabel’ te zijn.
Collectieve oplossingen tegenover individuele verantwoordelijkheid
Er is echter nog een andere conclusie die dreigt ondergesneeuwd te raken: in tegenstelling tot de wijdverspreide opvatting dat langdurig zieken het grotendeels aan zichzelf te wijten hebben (roken! slecht eten! te weinig beweging!), blijkt individuele levensstijl slechts een derde van de oorzaken die mensen doen uitvallen.
De andere twee oorzaken zijn stress en context. Het gaat dus om een complexer verhaal van een gebrek aan gezonde leefomgeving, zowel fysiek als mentaal.
Zo zal het niet verbazen dat mensen die dicht bij drukke verkeersaders wonen, meer getroffen worden door astma en dat het gebruik van puffers er de pan uit swingt. Longaandoeningen leggen een disproportioneel groot beslag op de gezondheidskosten. Om nog niet te spreken over langetermijneffecten van slechte luchtkwaliteit.
Het blijft dan ook vreemd dat de terugverdieneffecten van elektrificatie van het transport en mobiliteit zelden worden meegenomen in het kostenplaatje. Die zijn zonder enige twijfel aanzienlijk. Ook communicatief zouden terugverdieneffecten veel meer kunnen worden uitgespeeld om het draagvlak voor de transitie te verbreden.
Zullen we het eens over voeding hebben: in april 2023 bracht gezondheidsinstituut Sciensano enkele alarmerende trends uit over de ‘verwoestijning’ en ‘vermoerassing’ van de Vlaamse voedselomgeving. Zo bleek dat Vlaanderen steeds meer buurten telt met een overvloed aan ongezonde voeding (voedselmoerassen). Elders is de beschikbaarheid van gezonde voeding dan weer het probleem (voedselwoestijnen).
Daardoor wordt het almaar moeilijker om er in Vlaanderen gezonde voedingsgewoonten op na te houden. Relatief veel ouderen wonen in buurten waar het moeilijk is om alle voedingsmiddelen voor een gezond voedingspatroon te vinden. Daarnaast zijn voedselmoerassen nu alomtegenwoordig in Vlaanderen.
In 2020 leefde maar liefst 88,2 procent van de bevolking in een buurt waar ‘ongezonde’ verkooppunten de overhand hadden. Dat komt overeen met 74 procent van het residentiële grondgebied in Vlaanderen. Zo organiseren we natuurlijk de opkomst van obesitas en andere gezondheidsproblemen.
Geslepen amateur-beleggers kochten na dat bericht massaal aandelen van Ozempic, het nieuwe wondermiddel tegen overgewicht…
Duurzamere voedselmandjes komen wonderwel overeen met wat de hoge gezondheidsraad aanbeveelt: een groter aandeel van (onbewerkte) groenten en fruit, minder vlees en hoogbewerkte producten.
Door gezonder te eten, kan je de klimaatimpact van je voedsel met de helft verminderen. Een beleid dat gezond voedsel goedkoper maakt en meer beschikbaar met initiatieven die helpen om consumptiepatronen te veranderen, kan de gezondheidsfacturen doen dalen en meteen helpen onze klimaatdoelstellingen te halen.
Nog een gezondheidsprobleem: bewegingsarmoede. Mensen stappen elke ochtend de deur uit van hun verkavelingswoning, stappen in hun (bedrijfs)wagen en rijden naar de werkplek waar ze achter een bureau schuiven om dan hun 7,5 uur schermtijd te kloppen, afijn, u herkent het beeld wellicht.
Dat ze daarbij 3 uur per dag in de file doorbrengen, tegelijk de astma-epidemie stimuleren en het klimaat mee opwarmen, laten ze gemakshalve aan zich voorbijgaan.
Nochtans ben je vandaag niet meer verplicht om je in het zweet te fietsen om die afstand naar het werk dagelijks af te leggen. Met een elektrisch exemplaar krijg je een actieradius van makkelijk 45 kilometer en spaar je ook nog eens dat fitnessabonnement uit.
Nu zijn de Vlaamse steenwegen met moordstrookjes geen al te aantrekkelijk vooruitzicht, maar stel dat we zouden investeren in ecologische corridors, groene linten door het landschap, bestaande uit boomstroken, hagen, biodiverse en bebloemde bermen die bosjes en grotere stukken natuur verbinden – een must om onze biodiversiteit te doen herleven overigens.
Daar kan je perfect comfortabele fietswegen naast leggen, zodat je snel, veilig en gezond afstand kan afleggen, weg van gemotoriseerd transport en door het groen. Weer: aanzienlijke gezondheidsvoordelen, zowel mentaal als fysiek.
Het belang van preventie in het licht van de klimaat- en biodiversiteitscrisis
De klimaat- en biodiversiteitscrisis vormen ernstige bedreigingen voor de gezondheid van mens, dier en ecosysteem. Van extreme weersomstandigheden tot verlies van habitat en het uitsterven van soorten, de gevolgen van deze crises worden steeds duidelijker.
Preventieve gezondheidszorg speelt een cruciale rol bij het beperken van de negatieve impact van deze crises op de gezondheid van individuen en gemeenschappen.
Opmerkelijk genoeg leveren oplossingen voor de beide crises, die twee kanten zijn van dezelfde munt, ook erg goede resultaten op voor de gezondheidszorg.
Dat komt omdat natuurlijke oplossingen een belangrijke buffer zijn tegen de effecten van klimaatverandering, zolang ze tenminste van voldoende kwaliteit zijn. Denk maar aan de hittedoden tijdens hete en droge periodes, die meer en meer voorkomen.
Door te investeren in groen en water in steden verklein je het hitte-eilandeffect. Een straat met bomen kan tot 10°C koeler zijn dan zonder. Door natte gebieden buiten steden te herstellen, creëer je buffers voor overstromingen en droogte.
Als je investeert in natuurherstel om de internationale doelen te halen, waartoe ons land zich verbonden heeft in het kader van het mondiale biodiversiteitsakkoord, dan creëer je meer kwaliteitsvolle natuur waar mensen ontspanning en rust kunnen vinden. Talrijk zijn intussen de studies die aantonen hoe heilzaam ‘bosbaden’ is voor de gestreste mens van vandaag.
Integratie van One Health: een holistische benadering
Het concept van One Health, gepromoot door de Verenigde Naties (WHO), erkent de onderlinge verbondenheid van menselijke gezondheid, diergezondheid en de gezondheid van ecosystemen. Door deze holistische benadering te omarmen, kunnen we, zoals hierboven gezien, preventieve gezondheidszorg integreren met maatregelen om de klimaat- en biodiversiteitscrisis aan te pakken.
Naast alle bovenstaande vermelde voorbeelden kan je nog denken aan het bevorderen van duurzame landbouwpraktijken, verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, beschermen van biodiversiteit en het voorkomen van de verspreiding van ziekten die worden beïnvloed door veranderingen in het milieu.
Door preventieve gezondheidszorg te koppelen aan maatregelen ter bescherming van het milieu, kunnen we synergiën creëren die zowel de gezondheid van mensen als de gezondheid van ecosystemen bevorderen.
[afbeelding] Door synergiën kunnen we zowel de gezondheid van mensen en dieren als de gezondheid van ecosystemen bevorderen (bron: VN).
Vandaag zijn we op een punt dat het al lang niet meer gaat om luxeproblemen van een verveelde elite. In een interview in De Standaard liet John Crombez optekenen: “Het aantal langdurig zieken is de laatste jaren geëxplodeerd van 200.000 naar meer dan 500.000 mensen. Bovendien zien we de laatste tien jaar ook een sterke toename bij twintigers en dertigers. Dat zet een enorme druk op onze sociale uitgaven. We moeten dat zo snel mogelijk weer onder controle krijgen”.
Een andere zorgelijke trend is het verschil in levensverwachting tussen rijk/hoogopgeleid en laagopgeleid, die kloof bedraagt vandaag al 9 jaar. Nog sterker: het verschil in gezonde levensverwachting is opgelopen tot 15 jaar… Dat betekent dat in de realiteit velen kort na hun pensioenleeftijd ziek worden en hun levenskwaliteit sterk achteruit zien gaan.
Waarom komt deze problematiek zo weinig aan bod in het publieke debat? Een flink stuk van de verklaring is wellicht de ideologische vooringenomenheid van een politieke generatie die de nadruk wil leggen op individuele verantwoordelijkheid en collectieve oplossingen afwijst.
Die zienswijze leidt vanzelf tot het ontlopen van politieke verantwoordelijkheid en stelt meteen bestaande belangen veilig. Ondanks de opmars van de interdisciplinaire aanpak in de wetenschap, blijft de politiek sterk leunen op een anekdotische benadering, de “problemen aanpakken als ze zich stellen”, zoals wijlen premier J.L. Dehaene (CD&V) zei, en dan nog liefst één per één, zonder de hele context mee te nemen.
Het bevorderen van preventieve gezondheidszorg, in lijn met het One Health-concept van de Verenigde Naties, biedt een veelbelovende benadering voor het aanpakken van de klimaat- en biodiversiteitscrisis.
Door gezondheid en milieu met elkaar te verbinden, kunnen we niet alleen de gezondheid van individuen verbeteren, maar ook bijdragen aan een veerkrachtigere en duurzamere planeet voor toekomstige generaties.
Deze tekst verscheen in de nieuwsbrief van CIMIC, een lokaal en internationaal netwerk dat werkt met de de kracht van meerstemmigheid, ontmoeting en dialoog over generaties, tradities en culturen heen.