‘Doorrekening kiesprogramma’s: partijen negeren de olifant in de kamer’
‘Deze week publiceerde het federale planbureau haar langverwachte doorrekening van de 30 belangrijkste maatregelen uit de partijprogramma’s. Pijnlijk genoeg wordt de olifant in de kamer grotendeels genegeerd’, schrijven zes grote milieuorganisaties. ‘Het is nochtans één van de grootste bedreigingen voor zowel koopkracht als begroting, namelijk het aanpakken van de klimaatcrisis. Dat is onbegrijpelijk.’
We vragen dat de politieke partijen eindelijk durf en broodnodige verantwoordelijkheid tonen als ze straks onderhandelen over een regeerakkoord, en op zoek moeten naar de centen om dit uit te voeren. Want de wetenschap is duidelijk: actie voor natuur en klimaat moet nu gebeuren, de schade ruimen zal vele malen duurder zijn. De boetes die we zullen moeten betalen aan Europa, wegens het niet halen van onze klimaatdoelstellingen, werden overigens ook onvermeld gelaten in de begrotingsoefening.
Welke poten van de olifant ontbreken dan nog in deze doorrekening? 1) Terugdringen van de uitstoot is en blijft essentieel, 2) stoppen met steunen van fossiele brandstoffen, 3) Meer natuur voor een gezondere en meer weerbare samenleving en 4) nu investeren is veel geld uitsparen later.
Terugdringen van de uitstoot is en blijft essentieel
Slechts drie Vlaamse partijen willen sterk inzetten op een van de belangrijkste uitdagingen voor ons land, namelijk de energetische renovatie van onze gebouwen.
Een studie van de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen berekende dat Vlaamse huishoudens en ondernemingen die niet onder het emissiehandelssysteem vallen samen ca. 21 miljard euro uitgaven aan de import van olie en gas. Door massaal af te stappen van fossiele brandstoffen, zowel voor elektriciteit als warmte, kan op korte termijn die kost wegvallen. Een pijnpunt daarbij zijn de dure prijzen die we betalen voor elektriciteit, vooral wegens de kosten aan het net, extra heffingen en btw. Bovendien worden fossiele brandstoffen zoals gas nog steeds zwaar gesubsidieerd. Als politieke partijen burgers en ondernemingen van massale besparingen willen laten genieten, dan moeten ze elektriciteit goedkoper maken en de subsidies voor fossiele brandstoffen afbouwen. Dat kan een budgettair neutrale operatie zijn en helpt daarbij mensen om de nodige investeringen te doen.
Stoppen met steunen van fossiele brandstoffen
Verbranding van fossiele brandstoffen is de belangrijkste oorzaak van de klimaatcrisis. De noodzakelijke afschaffing van de subsidies voor professionele diesel staat echter maar bij drie Vlaamse partijen op de agenda. Nochtans wordt internationaal (IEA, EU,…) sterk aanbevolen om alle fossiele subsidies zo snel mogelijk volledig af te bouwen , iets waartoe ons land zich ook nog eens verbonden heeft in een coalitie onder leiding van Nederland.
De dwingende begroting, de verplichte klimaatdoelstellingen én de tijdsdruk om aan beide iets te doen indachtig, is het verbijsterend dat de partijen dit niet als eerste middel naar voren schuiven. De al vermelde steun voor professionele diesel gaat volgens de inschatting van het planbureau over 825 miljoen per jaar en het volledige bedrag van alle subsidies die naar fossiele brandstoffen gaan, loopt tegen de 13 miljard per jaar aan. Dat zijn middelen die volop kunnen ingezet worden om iedereen mee te laten profiteren van de voordelen van de transitie, in eerste plaats de meest kwetsbaren. – Sociaal klimaatbeleid is immers doeltreffend klimaatbeleid.
Meer natuur voor een gezondere en meer weerbare samenleving
Een ander punt dat het gebrek aan visie bij de maatregelen blootlegt: broodnodige investeringen in natuur ontbreken bijna volledig. Die natuur gaan we nochtans erg nodig hebben om ons te beschermen tegen de ergste gevolgen van de klimaatcrisis.
Denk aan de studie van Vlaams minister Lydia Peeters die het effect van een waterbom zoals die in Wallonië in juli 2021 in kaart bracht voor Vlaanderen: 8,1 miljard kosten en 84.000 getroffen gezinnen.
Door bijvoorbeeld te investeren in het herstellen van natuurlijke overstromingsgebieden kan dat risico sterk teruggedrongen worden. Dit is vele malen goedkoper en duurzamer dan via harde infrastructuur.
Door de vergroening van steden en het aanleggen van groene wadi’s en stadsbossen leveren we een stevige bijdrage in het verminderen van hittedoden tijdens de lange hete zomers.
Investeren in natuurgebieden en natuurlijke corridors zorgt voor een gezondere balans, meer bestuivers voor de landbouw, minder gronderosie, betere wateropvang en minder watertekorten. Een studie van WWF berekende dat een extra investering van 603 miljoen per jaar voldoende is om onze doelen inzake biodiversiteit vanwege Europa en het internationale biodiversiteitsakkoord te halen, zodat de natuur veerkrachtig genoeg is om klimaatextremen op te vangen. Dat is minder dan 5% van het bedrag dat onze overheden vandaag besteden aan fossiele subsidies.
Nu investeren is veel geld uitsparen later
Er zijn vele terugverdieneffecten, maar één sector steekt er met kop en schouders bovenuit: de gezondheidszorg. In Europa kunnen maar liefst 400.000 jaarlijkse sterfgevallen vermeden worden als de luchtvervuiling wordt aangepakt. Het is heel bizar dat de terugverdieneffecten van elektrificatie van het transport, industrie en verwarming, of van heilzame effecten van meer natuur en duurzamere praktijken in de landbouw, zelden of nooit worden meegenomen in de partijprogramma’s. Op die manier kunnen de investeringen nooit voorgesteld worden voor wat ze zijn: het veiligstellen en verzekeren van een betere, gezondere en veiligere duurzame toekomst voor onszelf en onze (klein)kinderen.
Koen Stuyck (WWF België), Joeri Thijs (Greenpeace), Tomas Vanhoof (Climate Express), Zanna Vanrenterghem (Klimaatcoalitie), Jos Ramaekers (Natuurpunt), Benjamin Clarysse (Bond Beter Leefmilieu).
Deze open brief verscheen ook op Knack.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten