maandag, juni 03, 2024

De voordelen van preventieve gezondheidszorg in het licht van de klimaat- en biodiversiteitscrisis: een One Health-perspectief

In een tijdperk waarin de wereld wordt geconfronteerd met urgente klimaat- en biodiversiteitscrises, groeit het bewustzijn over de noodzaak van preventieve gezondheidszorg. Deze benadering, gekoppeld aan maatregelen om de gezondheid van ecosystemen te beschermen, biedt niet alleen voordelen voor individuele gezondheid, maar kan ook cruciaal zijn voor het aanpakken van bredere mondiale uitdagingen. Dat is het ‘One Health-concept’.

De sector van de gezondheidszorg is goed voor 10 procent van het BBP (bruto binnenlands product). De verwachtingen zijn bovendien dat die uitgaven tegen 2045 stijgen naar 12 procent – een gevolg onder meer van de vergrijzing.

Uit een studie die gezondheidseconoom John Crombez (verbonden aan het UZ Gent) enkele jaren geleden bekend maakte, bleek dat er relatief grote besparingen mogelijk zijn in die sector – tot 3 miljard euro per jaar.

Preventieve gezondheidszorg: een sleutelrol in het voorkomen van ziekten

Dat leidde recent tot likkebaardende reacties vanwege Vlaams Belang en N-VA – in een context van ontsporende begrotingscijfers en een hernieuwde focus op Defensie – na jarenlange besparingen is de verleiding die uitgaat van dat cijfer plots heel groot.

De rechtse partijen zien hierin een opportuniteit om te gaan snijden in de sociale zekerheid en meer in het bijzonder in de gezondheidszorg. En dat terwijl er nog steeds gezondheidswerkers zijn die de coronacrisis nog niet verwerkt hebben, dat de tekorten aan personeel nog steeds groot zijn en de werkdruk (te) hoog. Nu met de hakbijl de sector te lijf gaan, zou dus nefast zijn.

Wat de studie echt zegt, is dat er potentieel grote besparingen mogelijk zijn door in te zetten op preventieve gezondheidszorg. Dat betekent: “inzetten op strategieën en interventies die gericht zijn op het voorkomen van ziekten en het bevorderen van gezondheid en welzijn op de lange termijn. Dit omvat onder meer vaccinatieprogramma’s, screenings, gezondheidsbevordering en voorlichtingscampagnes”.

Voorkomen van ziektes omvat onder meer bevorderen van vaccinatiecampagnes, zoals hier in Brazilië, waar tijdens de coronapandemie de inheemse gemeenschappen bijzonder zwaar werden getroffen (foto: Vidas Indígenas Importam-Brasil).
Voorkomen van ziektes omvat onder meer bevorderen van vaccinatiecampagnes, zoals hier in Brazilië, waar tijdens de coronapandemie de inheemse gemeenschappen bijzonder zwaar werden getroffen (foto: Vidas Indígenas Importam-Brasil).

Met andere woorden, door vroegtijdig in te grijpen en risicofactoren aan te pakken voordat ze tot ziekte leiden. De voordelen zijn groot, zowel op individueel als op niveau van de hele bevolking. Maar dan moet er wel eerst geïnvesteerd worden.

Geen grote verassing, en het feit dat er toch weinig op wordt ingezet, heeft ongetwijfeld veel te maken met een farmaceutische sector die hier weinig belang bij heeft, net zoals de wijze waarop ziekenhuizen in ons land (deels) worden gefinancierd, namelijk via de bijdragen van de specialisten die er belang bij hebben om zoveel mogelijk dure behandelingen te laten uitvoeren. Hun goed gevulde agenda’s leveren de ziekenhuizen de nodige middelen op om ‘rendabel’ te zijn.

Collectieve oplossingen tegenover individuele verantwoordelijkheid

Er is echter nog een andere conclusie die dreigt ondergesneeuwd te raken: in tegenstelling tot de wijdverspreide opvatting dat langdurig zieken het grotendeels aan zichzelf te wijten hebben (roken! slecht eten! te weinig beweging!), blijkt individuele levensstijl slechts een derde van de oorzaken die mensen doen uitvallen.

De andere twee oorzaken zijn stress en context. Het gaat dus om een complexer verhaal van een gebrek aan gezonde leefomgeving, zowel fysiek als mentaal.

Zo zal het niet verbazen dat mensen die dicht bij drukke verkeersaders wonen, meer getroffen worden door astma en dat het gebruik van puffers er de pan uit swingt. Longaandoeningen leggen een disproportioneel groot beslag op de gezondheidskosten. Om nog niet te spreken over langetermijneffecten van slechte luchtkwaliteit.

Het blijft dan ook vreemd dat de terugverdieneffecten van elektrificatie van het transport en mobiliteit zelden worden meegenomen in het kostenplaatje. Die zijn zonder enige twijfel aanzienlijk. Ook communicatief zouden terugverdieneffecten veel meer kunnen worden uitgespeeld om het draagvlak voor de transitie te verbreden.

groenten in hart-vorm gepresenteerd

Zullen we het eens over voeding hebben: in april 2023 bracht gezondheidsinstituut Sciensano enkele alarmerende trends uit over de ‘verwoestijning’ en ‘vermoerassing’ van de Vlaamse voedselomgeving. Zo bleek dat Vlaanderen steeds meer buurten telt met een overvloed aan ongezonde voeding (voedselmoerassen). Elders is de beschikbaarheid van gezonde voeding dan weer het probleem (voedselwoestijnen).

Daardoor wordt het almaar moeilijker om er in Vlaanderen gezonde voedingsgewoonten op na te houden. Relatief veel ouderen wonen in buurten waar het moeilijk is om alle voedingsmiddelen voor een gezond voedingspatroon te vinden. Daarnaast zijn voedselmoerassen nu alomtegenwoordig in Vlaanderen.

In 2020 leefde maar liefst 88,2 procent van de bevolking in een buurt waar ‘ongezonde’ verkooppunten de overhand hadden. Dat komt overeen met 74 procent van het residentiële grondgebied in Vlaanderen. Zo organiseren we natuurlijk de opkomst van obesitas en andere gezondheidsproblemen.

Geslepen amateur-beleggers kochten na dat bericht massaal aandelen van Ozempic, het nieuwe wondermiddel tegen overgewicht…

Duurzamere voedselmandjes komen wonderwel overeen met wat de hoge gezondheidsraad aanbeveelt: een groter aandeel van (onbewerkte) groenten en fruit, minder vlees en hoogbewerkte producten.

Door gezonder te eten, kan je de klimaatimpact van je voedsel met de helft verminderen. Een beleid dat gezond voedsel goedkoper maakt en meer beschikbaar met initiatieven die helpen om consumptiepatronen te veranderen, kan de gezondheidsfacturen doen dalen en meteen helpen onze klimaatdoelstellingen te halen.

Nog een gezondheidsprobleem: bewegingsarmoede. Mensen stappen elke ochtend de deur uit van hun verkavelingswoning, stappen in hun (bedrijfs)wagen en rijden naar de werkplek waar ze achter een bureau schuiven om dan hun 7,5 uur schermtijd te kloppen, afijn, u herkent het beeld wellicht.

Dat ze daarbij 3 uur per dag in de file doorbrengen, tegelijk de astma-epidemie stimuleren en het klimaat mee opwarmen, laten ze gemakshalve aan zich voorbijgaan.

Nochtans ben je vandaag niet meer verplicht om je in het zweet te fietsen om die afstand naar het werk dagelijks af te leggen. Met een elektrisch exemplaar krijg je een actieradius van makkelijk 45 kilometer en spaar je ook nog eens dat fitnessabonnement uit.

Nu zijn de Vlaamse steenwegen met moordstrookjes geen al te aantrekkelijk vooruitzicht, maar stel dat we zouden investeren in ecologische corridors, groene linten door het landschap, bestaande uit boomstroken, hagen, biodiverse en bebloemde bermen die bosjes en grotere stukken natuur verbinden – een must om onze biodiversiteit te doen herleven overigens.

Daar kan je perfect comfortabele fietswegen naast leggen, zodat je snel, veilig en gezond afstand kan afleggen, weg van gemotoriseerd transport en door het groen. Weer: aanzienlijke gezondheidsvoordelen, zowel mentaal als fysiek.

Comfortabele fietssnelwegen in het groen leveren ook aanzienlijke gezondheidsvoordelen op.
Comfortabele fietssnelwegen in het groen leveren ook aanzienlijke gezondheidsvoordelen op.

Het belang van preventie in het licht van de klimaat- en biodiversiteitscrisis

De klimaat- en biodiversiteitscrisis vormen ernstige bedreigingen voor de gezondheid van mens, dier en ecosysteem. Van extreme weersomstandigheden tot verlies van habitat en het uitsterven van soorten, de gevolgen van deze crises worden steeds duidelijker.

Preventieve gezondheidszorg speelt een cruciale rol bij het beperken van de negatieve impact van deze crises op de gezondheid van individuen en gemeenschappen.

Opmerkelijk genoeg leveren oplossingen voor de beide crises, die twee kanten zijn van dezelfde munt, ook erg goede resultaten op voor de gezondheidszorg.

Dat komt omdat natuurlijke oplossingen een belangrijke buffer zijn tegen de effecten van klimaatverandering, zolang ze tenminste van voldoende kwaliteit zijn. Denk maar aan de hittedoden tijdens hete en droge periodes, die meer en meer voorkomen.

Door te investeren in groen en water in steden verklein je het hitte-eilandeffect. Een straat met bomen kan tot 10°C koeler zijn dan zonder. Door natte gebieden buiten steden te herstellen, creëer je buffers voor overstromingen en droogte.

Als je investeert in natuurherstel om de internationale doelen te halen, waartoe ons land zich verbonden heeft in het kader van het mondiale biodiversiteitsakkoord, dan creëer je meer kwaliteitsvolle natuur waar mensen ontspanning en rust kunnen vinden. Talrijk zijn intussen de studies die aantonen hoe heilzaam ‘bosbaden’ is voor de gestreste mens van vandaag.

Integratie van One Health: een holistische benadering

Het concept van One Health, gepromoot door de Verenigde Naties (WHO), erkent de onderlinge verbondenheid van menselijke gezondheid, diergezondheid en de gezondheid van ecosystemen. Door deze holistische benadering te omarmen, kunnen we, zoals hierboven gezien, preventieve gezondheidszorg integreren met maatregelen om de klimaat- en biodiversiteitscrisis aan te pakken.

Naast alle bovenstaande vermelde voorbeelden kan je nog denken aan het bevorderen van duurzame landbouwpraktijken, verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, beschermen van biodiversiteit en het voorkomen van de verspreiding van ziekten die worden beïnvloed door veranderingen in het milieu.

Door preventieve gezondheidszorg te koppelen aan maatregelen ter bescherming van het milieu, kunnen we synergiën creëren die zowel de gezondheid van mensen als de gezondheid van ecosystemen bevorderen.

What is ‘One Welfare’? – RSPCA Knowledgebase

[afbeelding] Door synergiën kunnen we zowel de gezondheid van mensen en dieren als de gezondheid van ecosystemen bevorderen (bron: VN).

Vandaag zijn we op een punt dat het al lang niet meer gaat om luxeproblemen van een verveelde elite. In een interview in De Standaard liet John Crombez optekenen: “Het aantal langdurig zieken is de laatste jaren geëxplodeerd van 200.000 naar meer dan 500.000 mensen. Bovendien zien we de laatste tien jaar ook een sterke toename bij twintigers en dertigers. Dat zet een enorme druk op onze sociale uitgaven. We moeten dat zo snel mogelijk weer onder controle krijgen”.

Een andere zorgelijke trend is het verschil in levensverwachting tussen rijk/hoogopgeleid en laagopgeleid, die kloof bedraagt vandaag al 9 jaar. Nog sterker: het verschil in gezonde levensverwachting is opgelopen tot 15 jaar… Dat betekent dat in de realiteit velen kort na hun pensioenleeftijd ziek worden en hun levenskwaliteit sterk achteruit zien gaan.

Waarom komt deze problematiek zo weinig aan bod in het publieke debat? Een flink stuk van de verklaring is wellicht de ideologische vooringenomenheid van een politieke generatie die de nadruk wil leggen op individuele verantwoordelijkheid en collectieve oplossingen afwijst.

Die zienswijze leidt vanzelf tot het ontlopen van politieke verantwoordelijkheid en stelt meteen bestaande belangen veilig. Ondanks de opmars van de interdisciplinaire aanpak in de wetenschap, blijft de politiek sterk leunen op een anekdotische benadering, de “problemen aanpakken als ze zich stellen”, zoals wijlen premier J.L. Dehaene (CD&V) zei, en dan nog liefst één per één, zonder de hele context mee te nemen.

Het bevorderen van preventieve gezondheidszorg, in lijn met het One Health-concept van de Verenigde Naties, biedt een veelbelovende benadering voor het aanpakken van de klimaat- en biodiversiteitscrisis.

Door gezondheid en milieu met elkaar te verbinden, kunnen we niet alleen de gezondheid van individuen verbeteren, maar ook bijdragen aan een veerkrachtigere en duurzamere planeet voor toekomstige generaties.


Deze tekst verscheen in de nieuwsbrief van CIMIC, een lokaal en internationaal netwerk dat werkt met de de kracht  van meerstemmigheidontmoeting en dialoog over generaties, tradities en culturen heen.

zaterdag, mei 11, 2024

‘Doorrekening kiesprogramma’s: partijen negeren de olifant in de kamer’

‘Deze week publiceerde het federale planbureau haar langverwachte doorrekening van de 30 belangrijkste maatregelen uit de partijprogramma’s. Pijnlijk genoeg wordt de olifant in de kamer grotendeels genegeerd’, schrijven zes grote milieuorganisaties. ‘Het is nochtans één van de grootste bedreigingen voor zowel koopkracht als begroting, namelijk het aanpakken van de klimaatcrisis. Dat is onbegrijpelijk.’

We vragen dat de politieke partijen eindelijk durf en broodnodige verantwoordelijkheid tonen als ze straks onderhandelen over een regeerakkoord, en op zoek moeten naar de centen om dit uit te voeren. Want de wetenschap is duidelijk: actie voor natuur en klimaat moet nu gebeuren, de schade ruimen zal vele malen duurder zijn. De boetes die we zullen moeten betalen aan Europa, wegens het niet halen van onze klimaatdoelstellingen, werden overigens ook onvermeld gelaten in de begrotingsoefening. 

Welke poten van de olifant ontbreken dan nog in deze doorrekening? 1) Terugdringen van de uitstoot is en blijft essentieel, 2) stoppen met steunen van fossiele brandstoffen, 3) Meer natuur voor een gezondere en meer weerbare samenleving en 4) nu investeren is veel geld uitsparen later.

Terugdringen van de uitstoot is en blijft essentieel

Slechts drie Vlaamse partijen willen sterk inzetten op een van de belangrijkste uitdagingen voor ons land, namelijk de energetische renovatie van onze gebouwen. 

Een studie van de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen berekende dat Vlaamse huishoudens en ondernemingen die niet onder het emissiehandelssysteem vallen samen ca. 21 miljard euro uitgaven aan de import van olie en gas. Door massaal af te stappen van fossiele brandstoffen, zowel voor elektriciteit als warmte, kan op korte termijn die kost wegvallen. Een pijnpunt daarbij zijn de dure prijzen die we betalen voor elektriciteit, vooral wegens de kosten aan het net, extra heffingen en btw. Bovendien worden fossiele brandstoffen zoals gas nog steeds zwaar gesubsidieerd. Als politieke partijen burgers en ondernemingen van massale besparingen willen laten genieten, dan moeten ze elektriciteit goedkoper maken en de subsidies voor fossiele brandstoffen afbouwen. Dat kan een budgettair neutrale operatie zijn en helpt daarbij mensen om de nodige investeringen te doen. 

Stoppen met steunen van fossiele brandstoffen

Verbranding van fossiele brandstoffen is de belangrijkste oorzaak van de klimaatcrisis. De noodzakelijke afschaffing van de subsidies voor professionele diesel staat echter maar bij drie Vlaamse partijen op de agenda. Nochtans wordt internationaal (IEA, EU,…) sterk aanbevolen om alle fossiele subsidies zo snel mogelijk volledig af te bouwen , iets waartoe ons land zich ook nog eens verbonden heeft in een coalitie onder leiding van Nederland.

De dwingende begroting, de verplichte klimaatdoelstellingen én de tijdsdruk om aan beide iets te doen indachtig, is het verbijsterend dat de partijen dit niet als eerste middel naar voren schuiven. De al vermelde steun voor professionele diesel gaat volgens de inschatting van het planbureau over 825 miljoen per jaar en het volledige bedrag van alle subsidies die naar fossiele brandstoffen gaan, loopt tegen de 13 miljard per jaar aan. Dat zijn middelen die volop kunnen ingezet worden om iedereen mee te laten profiteren van de voordelen van de transitie, in eerste plaats de meest kwetsbaren. – Sociaal klimaatbeleid is immers doeltreffend klimaatbeleid.

Meer natuur voor een gezondere en meer weerbare samenleving

Een ander punt dat het gebrek aan visie bij de maatregelen blootlegt: broodnodige investeringen in natuur ontbreken bijna volledig. Die natuur gaan we nochtans erg nodig hebben om ons te beschermen tegen de ergste gevolgen van de klimaatcrisis.


Denk aan de studie van Vlaams minister Lydia Peeters die het effect van een waterbom zoals die in Wallonië in juli 2021 in kaart bracht voor Vlaanderen: 8,1 miljard kosten en 84.000 getroffen gezinnen.
Door bijvoorbeeld te investeren in het herstellen van natuurlijke overstromingsgebieden kan dat risico sterk teruggedrongen worden. Dit is vele malen goedkoper en duurzamer dan via harde infrastructuur.
Door de vergroening van steden en het aanleggen van groene wadi’s en stadsbossen leveren we een stevige bijdrage in het verminderen van hittedoden tijdens de lange hete zomers

Investeren in natuurgebieden en natuurlijke corridors zorgt voor een gezondere balans, meer bestuivers voor de landbouw, minder gronderosie, betere wateropvang  en minder watertekorten. Een studie van WWF berekende dat een extra investering van 603 miljoen per jaar voldoende is om onze doelen inzake biodiversiteit vanwege Europa en het internationale biodiversiteitsakkoord te halen, zodat de natuur veerkrachtig genoeg is om klimaatextremen op te vangen. Dat is minder dan 5% van het bedrag dat onze overheden vandaag besteden aan fossiele subsidies. 

Nu investeren is veel geld uitsparen later

Er zijn vele terugverdieneffecten, maar één sector steekt er met kop en schouders bovenuit: de gezondheidszorg. In Europa kunnen maar liefst 400.000 jaarlijkse sterfgevallen vermeden worden als de luchtvervuiling wordt aangepakt. Het is heel bizar dat de terugverdieneffecten van elektrificatie van het transport, industrie en verwarming, of van heilzame effecten van meer natuur en duurzamere praktijken in de landbouw, zelden of nooit worden meegenomen in de partijprogramma’s. Op die manier kunnen de investeringen nooit voorgesteld worden voor wat ze zijn: het veiligstellen en verzekeren van een betere, gezondere en veiligere duurzame toekomst voor onszelf en onze (klein)kinderen.

Koen Stuyck (WWF België), Joeri Thijs (Greenpeace), Tomas Vanhoof (Climate Express), Zanna Vanrenterghem (Klimaatcoalitie), Jos Ramaekers (Natuurpunt), Benjamin Clarysse (Bond Beter Leefmilieu).

Deze open brief verscheen ook op Knack.

maandag, december 11, 2023

COP28 maakt zich op voor de eindsprint

De tweede week is goed onderweg en stilaan gaan we over in de finale onderhandelingen. Om de zaak sneller vooruit te laten gaan is de COP voorzitter met een plan gekomen, drie dagen voor het geprogrammeerde einde van de conferentie. Een zogenaamde Majilis, of ministerïele vergadering, moet uitkomst brengen volgens hem : vandaag samen punten van overeenkomst vinden en morgen een eerste versie van finale tekst. Het is een strategie die nogal wat risiko’s inhoudt. Het resultaat van de Global Stocktake oefening (de tekst die een stand van zaken geeft van waar de wereld staat met de huidige klimaatplannen) is vandaag meer een lijst van vaststellingen dan een coherente tekst. Tijdens zijn speech zaterdagavond voor de delegatie sloop er een toenemende frustratie in zijn woorden: ze moesten 'sneller, slimmer en harder werken’. En nog : ‘Werk met een andere mentaliteit, één die flexibiliteit, compromissen, openheid en een echt begrip van de urgentie van de taak mogelijk maakt. Zet nu je eigenbelang opzij voor het algemeen belang".

Hoog spel

De harde realiteit is dat veel vertegenwoordigers van landen geen ambitieuze uitkomst willen. Voor activisten zoals wij is dat moeilijk te verkroppen, gezien de veelvuldige gevolgen van extreem weer wereldwijd, maar velen geven nog steeds prioriteit aan nationale economische belangen op de korte termijn boven wereldwijde overleving. Dit proces kan trouwens voorzitters van de besprekingen te veel worden, zoals toen Alok Sharma in 2021 in tranen uitbarstte, Yvo de Boer in 2007 met zijn hoofd in zijn handen zat en in 2009 toen de halve zaal in Kopenhagen in verbijsterde stilte achterbleef. Wat het nog riskanter maakt, is dat het grote gekrakeel over de uitfasering van fossiele brandstoffen nog maar net begonnen is. De bijeenkomsten van delegatiehoofden zijn alleen maar bezig met het herformuleren van de rode lijnen. De High Ambition Coalition (HAC) heeft een verklaring uitgebracht; de Arabische Groep bereidt een antwoord voor. De OPEC schoot 2 dagen te vroeg. Het verwijt van Bolivië klinkt ook al bekend in de oren : « het noorden is hypocriet, het wil een uitfasering van fossiel, maar het breidt zelf zijn productie en consumptie uit. » Australië zei dan weer dat ze zelf, als grote uitvoerder van steenkool, die productie zullen afbouwen en hun buren in de pacific niet in de steek zullen laten als het water hen aan de lippen staat. Ondertussen houden de VS, China, India en de EU zich relatief rustig en houden hun kaarten dicht tegen de borst voor de laatste dagen en uren. "De tijd dringt om de gaten te dichten," zei Al-Jaber nog. Hij speelt hoog spel, want de Saudi's en India geven voorlopig geen duimbreed toe.

Financieringsbeloften nemen toe

En dan is er nog de zg. ‘Global Goal on Adaptation’ – het mondiale doel dat moet gaan bepalen hoe de wereld zich moet gaan aanpassen aan een veranderende wereld, en vooral : hoe de industrielanden, die grotendeels verantwoordelijk zijn voor de huidige opwarming, de niet geïndustrialiseerde landen kan helpen om zich aan te passen. Hier ging het de voorbije dagen achteruit, o.m. omdat het 30x30 doel sneuvelde (30% van het landoppervlak en 30% van de oceaan beschermen als natuurgebied). De financieringsbeloften lijken ondertussen wel op kruissnelheid te komen en dat is alvast goed nieuws : een kleine greep uit de vele beloften : 792 miljoen voor het Fonds voor schade en verlies (tussen ons gezegd en gezwegen : dit is voorlopig peanuts want de noden zijn nu al enorm), 3,5 miljard nieuw geld voor het Green Climate Fund, dat landen moet helpen om investeringen te doen in groene energie en elektrificering, 134 miljoen voor het aanpassingsfonds, 129,3 miljoen voor het minst ontwikkelende landen fonds. Ook de Wereldbank gaat jaarlijks 9 miljard extra in klimaatfinanciering en multilaterale ontwikkelingsbanken kondigen een toename van meer dan 22,6 miljard aan in klimaatinvesteringen. Nu lijken dat allemaal wel fabelachtige getallen maar het is maar het begin. Om het Parijs doel te halen van max. 1,5° opwarming moeten we tegen 2030 alle hernieuwbare energie capaciteit die we nu hebben verdriedubbelen en onze energie-efficiëntie verdubbelen. Daarnaast nemen de kosten van de klimaatcrisis hand over hand toe. Een klein overzicht van wat er alleen maar deze week aan de hand is in de wereld : een nieuwe hittegolf met recordtemperaturen in Australië, nooit geziene droogte in het Amazone gebied, enorme overstromingen in Tanzania… Nu investeren in de transitie naar een fossielvrije samenleving betekent vermijden van nog veel grotere kosten en conflicten. Bovendien komen er 18 miljoen nieuwe jobs bij alleen op energie en gaan we enorme bedragen besparen op gezondheidszorg, onder meer omwille van de verbetering van de luchtkwaliteit. Samen met de bedragen die we nu betalen aan fossiele brandstoffen die we ook kunnen schrappen… Alles bij elkaar is de transitie goedkoper dan gewoon verder doen, als lemmingen die op een afgrond aflopen.

13 miljard per jaar steun voor fossiele brandstoffen

Vrijdag vernam ik via een artikel in Politico iets over een Nederlands initiatief om een coalitie op te richten van landen die de subsidies voor fossiele brandstoffen willen afschaffen. Dat is nu nog eens een goed idee ! Ik probeer in zeven haasten uit te vissen waar het initiatief van komt. Dat blijkt de Nederlandse Minister van klimaat Jetten te zijn. Die heeft 13 landen kunnen mobilisereren voor het initiatief en… België is erbij, net zoals Oostenrijk, Ierland, Spanje, Finland, Antigua en Barbuda, Canada, Frankrijk, Denemarken, Costa Rica en Luxemburg. Het argument van Nederland om deze coalitie te starten is het feit dat veel van de subsidies en taksverlagingen voortkomen uit internationale afspraken en daarom niet eenzijdig kunnen worden afgebouwd. Het initiatief zal transparantie stimuleren en vraagt de leden zich te verbinden aan het publiceren van volledige inventarissen, wat inderdaad een belangrijke eerste stap is. Het zal ook internationale barrières identificeren en een dialoog starten over een nationale uitfasering van subsidies voor fossiele brandstoffen, zodat landen van elkaar kunnen leren en methodologieën kunnen harmoniseren. Het akkoord werd zaterdagavond getekend hier op de COP. Zo zie je maar dat in de marge van de officiële onderhandelingen ook steeds interessante initiatieven ontstaan. Globaal gaan er vandaag, volgens schattingen van de internationale Energie Agentschap meer dan 1 trilloen ? US$ naar subsidies voor fossiele brandstoffen – in België is dat tussen 13 en 19 miljard €. De verbranding van fossiele brandstoffen zijn oorzaak nummer één van de klimaatcrisis waar we in zitten. Het is dan ook overduidelijk dat we zo snel mogelijk moeten stoppen met het fiscaal stimuleren van die zelfde brandstoffen. Dat moet gebeuren met begeleidende maatregelen om Matheuseffecten te vermijden, zodat ook mensen met lagere inkomens kunnen meeprofiteren van de voordelen van koolstofvrije technologiën voor hun energie, warmte en verplaatsingsbehoeften. Een verplichte inventaris moet jaarlijks worden voorgelegd aan het parlement en publiek beschikbaar worden gesteld zodat de uitfasering op een transparante manier door elke burger gevolgd worden. De uitfasering moet ten laatste tegen het einde van volgende legislatuur afgerond zijn om de doelstellingen inzake emissiereductie tegen 2030 te halen. Dat is wat wij vragen van de politieke partijen in de aanloop naar de verkiezingen.

Nu kijken of onze politici de visie kunnen ontwikkelen die nodig is…

 

Koen Stuyck, vanop de klimaattop


Deze tekst verscheen ook op De Wereld Morgen

zaterdag, december 09, 2023

De uitdagingen van een woestijnstaat


De enige rustdag op een klimaattop tussen twee intensieve weken van onderhandelingen is de ideale  gelegenheid om even de stad te ontvluchten. En bij WWF hebben we het geluk over een lokaal kantoor te beschikken met geweldige collega’s die maar wat graag hun werk op het terrein willen laten zien. Want de VAE is meer dan Dubai en Abu Dhabi. Het is een unie van 7 emiraten die een van de grootste olieproducerende landen is, met nog steeds een van de grootste bekende voorraden in de grond. De gigantische rijkdom die dat met zich mee bracht heeft ook gezorgd voor een attitude van ‘wat er ook gebeurd, we kopen ons er wel uit.’ Gooien met geld is dan ook de favoriete bezigheid van de rijke handelsfamilies die het land regeren op despotische wijze. Toch is het ook een land met oude tradities die het vroeger toelieten om te gaan met de extreme klimatologische omstandigheden.

Een kwetsbaar land van extremen

Terwijl we de stad uitrijden maken de hoge woontorens plaats voor een droog savanne landschap met veel zand, lage struiken en af en toe een boom. Kleine kuddes (wild of niet, dat is niet duidelijk) kamelen verwijlen hier en daar in het vroege ochtendlicht terwijl de temperatuur gestaag klimt naar pakweg 28 graden, normale wintertemperatuur voor hartje winter op deze kant van het Arabische schiereiland. Dit land lijdt ook onder de klimaatverandering. De Perzische golf is de heetste zee ter wereld, vooral in de meest ondiepe gedeelten, die voor de kust van de V.A.E liggen. Het land zelf heeft een woestijnklimaat, met groenere gebieden en bergen, maar het is erg vatbaar voor extreme hitte, watertekorten, stof en zandstormen.

Na ongeveer anderhalf uur rijden rijzen ruige bergen op aan beide zijde van de weg. Het Al Qrayah gebergte beschermde vroeger de oostkust van het schiereiland tegen indringers vanop de golf van Oman. Ooit moeten deze bergen redelijk groen geweest zijn, maar doorheen de eeuwen is het koper dat in de rijke rotsbodem rijkelijk aanwezig is massaal weggehaald om het oude Messopotamië te voorzien. Sinds toen zijn honderdduizenden bomen gekapt in de valleien en tegen de flanken van de bergen om houtskool te maken. Die hadden ze namelijk nodig om het koper te ontginnen. Dat is tenminste de theorie van Altaf Habib, projectmanager van WWF op het terrein, en zijn collega’s. Het is een plausibele theorie en het zou niet het eerste geval zijn van habitatdestructie door de mens doorheen de geschiedenis. 

90% van de watervoorraden uitgeput

Onze eerste stop is het 17e eeuwse fort van Al Bitnah. Toen werd er al gevochten om de schaarse grondstoffen. Met stip op nummer één: water. Vandaag wordt er niet meer om gevochten. De emirs hebben daar een doorslaggevende oplossing voor gevonden. Zoals hierboven al geschreven: ze gooien er gewoon geld tegenaan. Alhoewel de inwoners van dit droge gebied voor het tijdperk van fossiele brandstoffen er in slaagden om heel duurzaam om te gaan met hun bronnen en binnen de grenzen van het ecosysteem te functioneren, werd die kennis en ervaring overboord gegooid en brak er een eeuw aan van relatieve zorgeloosheid op dat vlak. Een beetje zoals bij ons overigens – maar bij ons zijn de gevolgen vooralsnog minder zichtbaar. Resultaat in de Emiraten: 90% (u leest het goed) van alle aquafers met grondwater zijn leeg. De weinige regen volstaat niet om die oude voorraden weer aan te vullen, temeer gezien die regen ofwel wordt opgevangen en onmiddellijk verbruikt of gewoon verdampt, gezien het gebrek aan voldoende vegetatie om het water op te vangen en vast te houden. Geheel in de logica van de oliesjeiks is nu de bedachte oplossing: ontzilten van zeewater en het dan in grote hoeveelheden naar het binnenland pompen via pijpleidingen. Goed om weten: ontzilten is een energie-intensief proces dat hoge concentraties aan residu’s met zich meebrengt die ongefiltert in de zee terecht komen, daar giftige algenbloei stimuleert en verder opwarming van het water. Dat leidde ondertussen dat verschillende dode zones in de Perzische golf. De energie wordt vanzelfsprekend opgewekt door olie te verbranden.

Een paradijs in de woestijn

In de buurt van Bitnah bezoeken we een lokale boer die overgeschakeld is op agro-ecologische principes en het aantal gewassen dat hij produceert sterk heeft opgedreven. Zijn water haalt hij uit een gerestaureerde Falaj, dat is een oud irrigatiesysteem dat water van een bron tot bij zijn plantage brengt. Ter plaatse loopt het water van de kanalen over in een modern druppelsysteem dat toelaat veel beter te regelen hoeveel een bepaald gewas krijgt. Een vijgeboom heeft namelijk andere behoeftes als een limoenenboom en daar is dus veel efficiëntiewinst te boeken. De elektriciteit voor de waterpompen haalt hij uit een reeks zonnepanelen die meteen ook dienen om zijn geiten tegen de zon te beschermen. Hij wijst glimlachend naar een nu werkeloze dieselpomp die staat te roesten in een hoekje van zijn erf. Het ding moet behoorlijk veel lawaai gemaakt hebben. Nu is het onwerkelijk rustig op zijn erf, na de constante herrie en de niet aflatende verkeersstromen in de stad. Maar de werkelijke verwondering moest nog komen. Wanneer we door een poort de beschaduwde voedseltuin betreden – het woord plantage zou deze tuin van Eden onrecht aan doen – valt de temperatuur meteen met 3 of 4 graden, een vochtige aangenaam geurende lucht sluit je meteen in de armen. Hoge palmen en andere bomen brengen schaduw en houden het vocht vast in een groene cocon die de uitwisselingsprocessen van nutriënten tussen bodem en kruin bevorderen. Onder de palmen wisselen grote bananenbladeren, limoenboompjes, mango- en vijgenbomen elkaar af. Op de bodem groeien lange frisse grashalmen die voedsel vormen voor de geiten. We houden halt bij de morina peregrina, een inheemse bloeiende fruitboom die van 6 tot 10 meter hoog kan worden en die onder meer een plantaardige olie produceert die zeer gegeerd is omwille van zijn medicinale en culinaire kwaliteiten, aan de wortel groeien ook een soort uitstulpingen die aan zoete aardappelen doen denken en die ook kunnen geconsumeerd worden. Een plant die ook op de hete rotsige bergflanken groeit en die zo goed tegen de zon en de droogte kan dat de wetenschap zich erover verbaast. De rijkdom van de natuur houdt niet op te verwonderen. Deze boer is op aanraden van Altaf en zijn collega’s begonnen met het aanplanten van deze bijzondere soort, die hem toelaat om nog verder te diversifiëren en potentieel heel kwalitatieve producten te verkopen voor de uitgebreide horeca in Dubai en Abu Dhabi. De relatief grote soortenrijkdom in deze voedseltuin trekt veel vogels aan en het is een gekwetter van belang die de paradijselijke sfeer nog versterkt.

Vertikale landbouw

Als we in de namiddag terug rijden praten we na over voedsel. De V.A.E. importeert maar liefst 90% van al zijn voedsel. Voor de 10% lokale productie zet de overheid vooral in op vertikale landbouw dicht bij de stad. Luchtvaartmaatschappij Etihad heeft zo ook zijn eigen hoogtechnologische productietoren waar ze met behulp van druppelirrigatie en in gecontroleerde omstandigheden organische groenten en fruit kweekt waarmee ze haar vloot bevoorraadt. In de traditionele kleinschalige landbouw is weinig geen interesse. Op zich is er geen bezwaar tegen vertikale landbouw, alleen vergt die veel energie en die wordt bijna volledig opgewekt met fossiele brandstoffen die ze zelf uit de grond halen. Dat blijft problematisch want het energieverbruik ligt al erg hoog in de blitze steden langs de kust waar de air-conditioning heel het jaar door draait, zeker in de zomer waar de temperatuur gemiddeld boven de 40° stijgt. Gekkigheden zoals indoor skipistes maken het niet beter. Dat is alvast een van de redenen waarom het land zo slecht scoort op de Climate Change Performance Index die net als elk jaar wordt bekendgemaakt tijdens de klimaattop. Dat is een ranking die het klimaatbeleid beoordeeld van de 63 landen + de Europese Unie die samen 90% van alle emissies vertegenwoordigen. Van de geëvalueerde landen staat de V.A.E. helemaal onderaan (3e laatste plaats), net als Saoudi-Arabië (op de laatste plaats). Niet toevallig is dat laatste land de grootste dwarsligger voor vooruitgang op alle opeenvolgende klimaattoppen van de laatste jaren. In Madrid was dat land mee verantwoordelijk voor het mislukken van de ondehandelingen, in Glasgow konden ze niet beletten dat eindelijk de uitfasering van fossiele brandstoffen eindelijk vernoemd werd in de slotteksten.

Laaghangend fruit

Toch investeert de oliestaat nu ook in zonne-energie, wat in alle opzichten een laag hangend fruit is waarvan je je afvraagt waarom ze daar in godsnaam niet veel vroeger mee begonnen zijn… De zon schijnt haast elke dag van het jaar, van s’ochtends tot ’s avonds. In Dubai zijn nauwelijks zonnepanelen te bekennen, nochtans staat er een gebouwenpark dat in de brede regio zijn gelijke niet kent. Wat blijkt echter: je mag als private consument niet zelf energie op het net zetten. Dan wordt het natuurlijk duidelijk. Mensen die een hele dag volop produceren wanneer ze op hun werk zijn kunnen die elektriciteit aan de straatstenen niet kwijt. De overheid wil haar monopolie op energie niet kwijt. Dat is wellicht vooral een ideologische kwestie in een land dat absolute controle over zijn bevolking hoog in het vaandel draagt maar het kan ook technische kwestie zijn: het potentieel is zo groot dat overdag al die energie ergens naar toe zou moeten, want ze zal nooit helemaal geconsumeerd worden. Dat betekent dat er moet geinvesteerd worden in een verzwaring van het netwerk en vooral in opslagcapaciteit. Die bestaat nu alleen voor petroleum en gas. Daarom investeren de emirs nu in grootschalige massa-complexen zoals het Al Dhafra Solar PV project. Het complex zou voldoende produceren om 160.000 gezinnen van elektriciteit te voorzien of het equivalent van 470.000 benzine wagens van de weg halen. Ook krijgt het land binnenkort het  grootste park met geconcentreerde zonne-energie (het grootste lag tot voor kort in Marokko), dat is een systeem met tienduizenden spiegels die de zonnewarmte naar een centrale toren stralen. In al deze projecten is Masdar betrokken, het investeringsvehikel van COP voorzitter Sultan Al Jaber.

Stel dat Al Jaber en zijn opvolgers erin slagen om hun land klimaatneutraal te maken tegen 2050, zoals ze beweren. Het zou best kunnen dat dat lukt. Hun potentieel aan hernieuwbare energie is gigantisch en van begrotingstekorten of budgetbeperkingen hebben ze weinig last. Maar de effecten die hun fossiele export sorteert in de rest van de wereld is onvergelijkbaar veel groter. Berichten in de media vlak voor de COP maakten gewag van een uitbreiding van 7,5 miljard vaten. Volgens gegevens van het internationaal energie agentschap moet echter 90% van die capaciteit in de grond blijven om nog kans te maken in 2050 Net-zero te bereiken. De spreidstand tussen deze plannen en de voluntaristische verklaringen van de COP president is onhoudbaar.

Koen Stuyck

 

Deze tekst verscheen op Knack.be

dinsdag, december 05, 2023

Eerste dagen op COP28 niet gespeend van drama


Consternatie onder klimaatonderhandelaars en klimatologen allerhande. De president van COP28 sultan Al Jaber, eveneens CEO van de oliemaatschappij ADNOC en minister van industrie en technologie van de Verenigde Arabische Emiraten liet zich ontvallen tijdens een interview dat « er geen wetenschap scbuilt achter de eis tot afschaffing van het gebruik van fossiele brandstoffen ». In een geïrriteerde reactie ten overstaan van Mary Robertson, voormalig Hoog Comissaris van de VN voor klimaat en mensenrechten, beweerde hij zelfs dat het zou betekenen dat de mensheid « terug in grotten zou moeten gaan leven ». En dat voor de man die de nieuwste ronde van de klimaatonderhandelingen zou moeten leiden naar een heel erg nodig succes…

Uit context gerukt ?

Had de man een ‘Conner Rousseau momentje’ ? Gisterenmiddag kwam hij tijdens een persconferentie terug op die verklaringen en beweerde dat ze uit de context gerukt waren. Hij bekloeg zich over de selectieve aandacht van de media die nauwelijks oor zouden hebben voor wanneer hij zijn geloof in de wetenschap benadrukte. Naast hem achter de tafel zat Jim Skea , voorzitter van het IPCC, die niet inging op de controverse waarin de voorzitter was terecht gekomen maar eenvoudig nog eens de wetenschappelijke puntjes op de i zette. We moeten zo van fossiele brandstoffen af, ten laatste tegen 2050, als we nog kans willen maken om de opwarming van de planeet te beschermen.

Allemaal goed en wel, drinken zal mijnheer Al Jaber wellicht niet doen als praktiserend moslim maar boos worden kan een mens ook al eens verleiden tot ondoordachte maar niettemin authentieke verklaringen. Het voordeel van de twijfel dat sommigen hem toekenden, precies omwille van zijn bemoedigende verklaringen – « een akkoord dat ons binnen de 1,5° Celcius opwarming kan houden is binnen handbereik » en de hoop dat zijn strategie om olieproducerende landen en bedrijven mee in het bad te trekken toch een kentering zou opleveren lijkt nu wel dood en begraven. Als het allemaal niet tot een gewenste uitkomst zal helpen, nl. een akkoord om het gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren, dan zal het gezichtsverlies groot zijn voor Al Jaber.

Het heeft het voordeel van de duidelijkheid. De hoop dat de fossiele brandstoffenindustrie plots tot inzicht zou komen was op zijn minst voorbarig. Het gaan dezelfde ouderwetse en moeizame onderhandelingen worden als altijd.

Financiële toezeggingen goed begonnen

Gelukkig beweegt er nog van alles. Er is nu reeds een akkoord over het fonds voor schade en verlies dat nu wordt geoperationaliseerd. Daarmee krijgen niet geïndustrialiseerde landen eindelijk de erkenning dat ze er niet alleen voor staan om de aanzienlijke schade die ze vandaag ondervinden door klimaatgerelateerde rampen het hoofd te bieden. De voorlopige toezeggingen zijn voldoende om het fonds operationeel te maken maar ook niet veel meer. Het gaat om gigantische bedragen die nodig zijn: denk aan een derde van Pakistan dat vorig jaar onderstroomde, of mislukte oogsten in Afrika door niet aflatende hittegolven waardoor miljoenen mensen bedreigd worden in hun voedselzekerheid. Of op dit eigenste moment de droogte in het Amazonegebied die rivieren doet droogvallen en watervoorziening bedreigd van hele grote gebieden.

Verder hebben o.m. 70 landen en 39 organisaties samen een verklaring ondertekend dat ze kwetsbare landen en gemeenschappen die getroffen worden door klimaatschokken willen ondersteunen.

En ook financieel beweegt er van alles. Tijdens de eerste vier dagen werd er in totaal 57 miljard gemobiliseerd voor onder meer het Schade en verlies fonds (725 miljoen $), Green Climate fund dat landen moet helpen investeren in aanpassing en transitie (3,5 miljard $), hernieuwbare energie (2,5 miljard $), methaanreductie (1,2 miljard $), natuurherstel (2,6 miljard $), gezondheid (2,7 miljard $) en water (150 miljoen $).


Deze tekst verscheen ook op De Wereld Morgen

zaterdag, december 02, 2023

‘Vals optimisme of psychologisch spel? Klimaattop in Dubai belooft een thriller te worden’


Gisteren kwam er verlossend nieuws voor de 58.000 eisers die samen de Klimaatzaak opstartten. De rechters van het Hof van Beroep in Brussel hadden het moment goed gekozen. Op de eerste dag van de internationale klimaattop COP28 kwamen de rechters met hun arrest waarin de federale staat samen met het Vlaamse en Brusselse gewest veroordeeld werden voor het schenden van artikel 2 en 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en ook de zorgplicht (art. 1382 van het Burgerlijk Wetboek) vanwege hun ontoereikend klimaatbeleid. De rechter oordeelde helemaal in het voordeel van de eisers voor wie het van het begin duidelijk was dat ons land veel te weinig deed om de op ons af denderende pletwals van de klimaatverandering te stoppen.

Het is nu te hopen dat de geviseerde regeringen deze uitspraak aangrijpen om enkele versnellingen hoger te schakelen in het klimaatbeleid en dat de Vlaamse minister zich bedenkt voor ze zich vergaloppeert in een contraproductief, tijd en geldverslindend geding bij het Hof van Cassatie.

De excellenties die nu naar Dubai trekken, met premier Alexander DeCroo op kop, dreigen sowieso al een mal figuur te slaan, als ze niet aantonen dat ze deze uitspraak ernstig willen nemen.

Nog slechts 2050 Gigaton respijt

Het toneel voor de 28e klimaattop is dit jaar Dubai, een stad in de Verenigde Arabische Emiraten die de meeste mensen kennen van de hoogste toren van de wereld, de Burj Khalifa. Een wolkenkrabber van 828 meter hoog, die boven de Perzische golf uittorent en symbool staat voor de onmetelijke rijkdom van een oliestaat waarvan de geschatte olievoorraden nu nog steeds de 7 grootste van de planeet zijn. Jammer dat een groot deel van die olie niet meer bovengehaald zou mogen worden… dat zegt de klimaatwetenschap. Want het globale CO2 budget om onder de 1,5° opwarming te blijven zou nog slechts 250 Gigaton CO2 bedragen. Als je weet dat de wereld vandaag ongeveer 40 Gigaton per jaar uitstoot dan is het duidelijk dat het venster om de 1,5° te halen zich razendsnel aan het sluiten is. En daarmee is meteen de eerste maatstaf gelegd waaraan het succes van deze top zal worden afgemeten. Er moet nu eindelijk een beslissing en een plan komen om fossiele brandstoffen en subsidies voor fossiele brandstoffen volledig uit te faseren tegen ten laatste 2050, waarbij geïndustrialiseerde landen dit eerst bereiken.

‘Abated-Unabated’

We moeten van die fossiele brandstoffen af, want dat is de grootste oorzaak van de klimaatcrisis waar we in zitten. Die evidente waarheid werd pas twee jaar geleden in Glasgow erkend in de eindtekst van de COP, echter met een belangrijke angel, namelijk die van het ‘abated- unabated’ verhaal. Dat gaat erover dat men vooral fossiele brandstoffen wil uitfaseren waarvoor technische oplossingen worden ingezet om de CO2 eruit te halen voor die de lucht wordt ingeblazen. Dat heet dan CCS of ‘carbon capture and storage’. Voornaamste probleem is echter dat dergelijke oplossingen helemaal niet op punt staan, dat ze nog niet opschaalbaar zijn en ook heel duur. Bovendien helpen ze niets aan de uitstoot van fijn stof en andere schadelijke stoffen, noch aan de methaanlekken bij de exploitatie van aardgas. Last but not least, het geld dat naar CCS gaat kan je niet in de verdere uitrol van schone energie steken. Niet verwonderlijk hintte de president van deze top, Achmed Al Jaber, op de techniek. Als CEO van de nationale oliemaatschappij ADNOC heeft hij er geen belang bij maar toch erkende hij in october nog dat uitfaseren van alle ‘unabated’ fossiele brandstoffen onvermijdelijk en essentieel is. Wat zit daar achter? Wil hij de wereld voorbereiden op duurdere prijzen van fossiele brandstoffen, omdat er standaard CCS technieken moeten bij ingezet worden? Dat zal ertoe leiden dat schone energievormen die nu op vele plaatsen al de goedkoopste energievorm zijn, nog interessanter worden en fossiele brandstoffen op de duur gewoon uit de markt geprijsd worden. Pittig detail: Al Jaber is ook oprichter en CEO van Masdar, een investeringsvehikel in hernieuwbare energie projecten met ondertussen projecten in meer dan 40 landen. Winnen doet ie dus in alle gevallen.

Verlies en schadefonds alvast beklonken

Gisteren hoorden we dat er al een akkoord klaarligt voor het Verlies en Schade fonds, de verwezenlijking van vorig jaar die nu zou moeten geconcretiseerd worden. Dat fonds zal schade door klimaatgerelateerde rampen vooral in niet geïndustrialiseerde landen helpen vergoeden. Of er ook meteen voldoende geld in zal gestort worden, dat zal de volgende dagen moeten blijken. Het kan in ieder geval tellen als binnenkomer.

Vals optimisme of psychologisch spel?

Begin deze week zei de COP-president in de Britse krant The Guardian, dat een akkoord om de 1,5° te halen binnen handbereik is. Hij beweert dat al zijn gesprekken met o.m. olieproducerende landen zoals Saudi-Arabië en grote bonzen van oliemaatschappijen hem optimistisch stemmen dat een ongeëvenaarde uitkomst mogelijk is. En dat terwijl alle seinen op rood staan, een piek in de emissies nog niet echt in zicht is (de inschattingen van internationale experten variëren van tussen 2024 en 2030) en de huidige verzamelde klimaatplannen van alle landen leiden tot een opwarming van eerder 2,9°. Arabieren staan niet bekend voor hun bereidheid tot gezichtsverlies. Het risico dat Al Jaber loopt op wéér een teleurstellend resultaat is groot. Wat weet hij dat wij nog niet weten? Deze top wordt een echte thriller.


Deze tekst verscheen ook op Knack.be 

maandag, oktober 23, 2023

Reminder voor politici met drempelvrees: tijd om de subsidiëring fossiele brandstoffen nu af te bouwen

Ook België subsidieert het gebruik van fossiele brandstoffen op gigantische wijze. De uitfasering van die subsidies moet nu écht bovenaan de politieke agenda komen te staan. Koen Stuyck, senior pleitbezorger klimaat en voetafdruk bij WWF-België, legt uit waarom, en hoe we die grote som geld veel beter kunnen gebruiken.

Over de oorzaak van de klimaatcrisis bestaat geen twijfel meer: onze verbranding van fossiele brandstoffen is de belangrijkste factor. De grote producenten ervan schuiven al jaren hun gigantische verantwoordelijkheid af op de gebruiker en maken recordwinsten ten koste van onze leefomgeving en gezondheid. Bij de producenten bestaat geen financiële prikkel om over te schakelen op de aanlevering van duurzame energie. Dat is een eerste belangrijk punt.

Ten tweede en mogelijk nog erger: de OESO berekende onlangs dat tussen oktober 2021 en december 2022 in 42 OESO-lidstaten ongeveer 170 miljard dollar werd uitgegeven aan steun voor fossiele brandstoffen. Dat terwijl de steun voor niet-fossiele brandstoffen in dezelfde periode niet meer dan 80 miljard dollar bedroeg, minder dan de helft dus.

Ook inbegrepen in uw Knack-abonnement
Wist u dat u via Knack ook 30 andere magazines kan lezen?
ONTDEK
Als we specifiek naar de EU kijken, zien we dat de staten die toezeggingen deden om de subsidies voor fossiele brandstoffen geleidelijk af te bouwen, maar zeer weinig concrete plannen ontwikkelden om dat ook effectief te doen.

België en Vivaldi
Ook in België wordt het gebruik van fossiele brandstoffen aanzienlijk gesubsidieerd. Volgens de Federale inventaris verdwijnt er jaarlijks 10,9 miljard euro aan directe en 2 miljard aan indirecte steun uit de schatkist op die manier. De Standaard (14/9) vulde die cijfers aan met onder meer de vrijstellingen voor kerosine in de luchtvaart en voor de erg vervuilende bunkerolie in het maritiem transport. Volgens de krant loopt het totaal aan subsidies mogelijk zelfs op tot 19,7 miljard euro. Een ontstellend hoog cijfer.

In de eerste versie van het Nationaal Klimaat en Energieplan (2019) stond nochtans dat er een “versnelde afbouw van fossiele brandstofsubsidies” moet komen. Ook in het regeerakkoord van 2020 stond de intentie om “het gebruik van fossiele brandstoffen zoveel mogelijk te ontmoedigen”. Toch miste Vivaldi met de laatste begrotingsronde van haar legislatuur, eerder deze maand afgeklopt, de laatste kans voor deze regering om de fiscaliteit op een duurzame leest te schoeien. De steun voor professionele diesel wordt met 25 miljoen verminderd, maar dat is het zowat. Alle goede intenties baarden uiteindelijk minder dan een muis.

(Lees verder onder de preview.)


Subsidies voor fossiele brandstoffen wegen stevig op de publieke middelen. Ze verminderen niet alleen de fiscale ruimte voor investeringen in de groene transitie, maar vertragen en beschadigen de markt voor schone technologieën. Ze verhogen het risico op lock-in van koolstof-intensieve investeringen: als consumenten of bedrijven door belastingvoordelen kiezen voor stookolie, gaan ze hun installatie niet na drie jaar opnieuw vervangen door schonere vormen van verwarming. Een overheid die dergelijke investeringen in fossiele infrastructuur nog toelaat of godbetert stimuleert, bedriegt zijn bedrijven en bevolking.

Angst voor de kiezer?          
Het gebrek aan politieke actie heeft wellicht te maken met de heilige schrik voor de kiezer, die op korte termijn profiteert van de vele fiscale kortingen en andere voordelen van het huidige subsidiebeleid. Nochtans is het mogelijk om de fiscale impact van een hervorming te beperken voor de burger. De middelen die kunnen vrijgemaakt worden door de bestaande subsidies voor fossiele brandstoffen uit te faseren, kunnen op een andere manier aangewend worden.

Samen met de middelen uit Europese klimaatfondsen ontstaat er dan een groot pakket aan financiële bewegingsruimte die de overheid kan gebruiken om bedrijven en consumenten (in het bijzonder ook de minst kapitaalkrachtigen) te helpen de overstap te maken naar fossielvrije vormen van verwarming, energievoorziening en mobiliteit.

Belangrijke reminder dus voor politici met drempelvrees: de transitie draagt alles in zich om groot maatschappelijk enthousiasme en daadkracht te mobiliseren, te vergelijken met het Duitse Wirtschaftswunder dat de heropbouw na de oorlog mondiale glans gaf en het land tot een economische reus deed uitgroeien.

(Lees verder onder de preview.)


Terugverdieneffecten
Als we onze verwarming, energievoorziening en mobiliteit decarboniseren en elektrificeren, zal dat leiden tot een drastische vermindering van luchtvervuiling, met wereldwijd 3 tot 4 miljoen minder voortijdige sterfgevallen per jaar. En tot heel wat minder geluidsoverlast bovendien.

Door de vrijgekomen middelen ook te investeren in natuurbescherming en -herstel, brengen we de natuur opnieuw dichter bij de mens, wat eveneens enorme gezondheidswinsten zal opleveren. In 2013 identificeerden Amerikaanse onderzoekers niet minder dan 20 medische problemen als gevolg van een gebrek aan contact met de natuur. Een verzwakt immuunsysteem en een toename van hart- en vaatziekten, angstaanvallen, astma, migraines en zware hoofdpijnen zijn daar voorbeelden van.

Niet alleen de politiek, maar ook de bedrijven zijn belangrijke actoren in dit verhaal. Ook zij moeten meewerken aan een natuurpositieve impact. Dat is een impact die méér natuur oplevert dan minder, zoals vandaag de regel is. Het Wereld Economisch Forum becijferde dat natuurpositieve oplossingen meer dan 10 biljoen dollar zullen opbrengen en 395 miljoen (!) nieuwe jobs kan creëren.

Europa vraagt van ons land om tegen 2030 onze emissies aan broeikasgassen met 47 procent te verminderen. Als we daar niet in slagen, staan ons honderden miljoenen aan boetes te wachten, internationaal gezichtsverlies en een economie die achterloopt op andere landen.

Om die vermindering aan emissies te verwezenlijken, is de volgende legislatuur cruciaal. De uitfasering en heroriëntering van subsidies voor fossiele brandstoffen moeten bovenaan de politieke agenda staan en een fundament vormen in het nieuw regeerakkoord. Opdat de kinderen die vandaag geboren worden binnen dertig jaar aan hun kinderen kunnen vertellen aan welke ramp we ontsnapt zijn.


Deze tekst vescheen op Knack.be