maandag, januari 12, 2004

Nostalgie volgens Gabriël Garcia Marquez

Zo ongeorganiseerd zijn als ik heeft het voordeel dat elk tijdsblok dat zich onverwacht presenteert zonder invulling kortstondig als een onbeschreven blad kan blijven drijven op het spiegelend oppervlak van een ondoorzichtige vijver in een stadspark dat doodstil ligt in de koude novemberlucht waar de stank van de stad berijmd hangt tussen kale bomen. Het gevoel is kortstondig omdat na het begin van de lichte euforie een stoet van mogelijke opdrachten zich aandient die met hun gedrum meer verwarring stichten dan berekening kan oplossen. Eerst wat eerst komt: eten. Een drukke taverne in het hartje van de Europese wijk in Brussel. Aan de lange tafel in het midden is plaats. Honger verwekt overmoed en ik bestel te veel. (..)

De recencent van De Morgen (Boekenbijlage van vandaag) heeft het over de nostalgie van Marquez, die met zijn nieuwste roman nog eens de tragisch-romantische tour opgaat. Volgens de beroemde auteur "is nostalgie rondjes draaien, steeds weer variaties bedenken op wat ooit al gezegd is." Dat mag zeker waar wezen, maar wat doe je met het gegeven dat nostalgie uiteindelijk neerkomt op een verdichting van niet meer dan enkele schaarse momenten van geluk, een bijeenharken van sprankels onuitgesproken verwachtingen. Ons poëtisch geheugen dat wanhopig een scène construeert, korte emotionele lijnen uitzet, een geforceerde sfeer tracht op te roepen die nooit bestaan heeft. De Nostalgie mag dan al een schaars geklede dame zijn die zich naast je in het plushe van een ouderswetse theaterzetel heeft genesteld, daar op de buhne loopt alles voortdurend mis. Het verhaal klinkt hol en de acteurs vallen snel door de mand. Te snel.