maandag, december 11, 2023

COP28 maakt zich op voor de eindsprint

De tweede week is goed onderweg en stilaan gaan we over in de finale onderhandelingen. Om de zaak sneller vooruit te laten gaan is de COP voorzitter met een plan gekomen, drie dagen voor het geprogrammeerde einde van de conferentie. Een zogenaamde Majilis, of ministerïele vergadering, moet uitkomst brengen volgens hem : vandaag samen punten van overeenkomst vinden en morgen een eerste versie van finale tekst. Het is een strategie die nogal wat risiko’s inhoudt. Het resultaat van de Global Stocktake oefening (de tekst die een stand van zaken geeft van waar de wereld staat met de huidige klimaatplannen) is vandaag meer een lijst van vaststellingen dan een coherente tekst. Tijdens zijn speech zaterdagavond voor de delegatie sloop er een toenemende frustratie in zijn woorden: ze moesten 'sneller, slimmer en harder werken’. En nog : ‘Werk met een andere mentaliteit, één die flexibiliteit, compromissen, openheid en een echt begrip van de urgentie van de taak mogelijk maakt. Zet nu je eigenbelang opzij voor het algemeen belang".

Hoog spel

De harde realiteit is dat veel vertegenwoordigers van landen geen ambitieuze uitkomst willen. Voor activisten zoals wij is dat moeilijk te verkroppen, gezien de veelvuldige gevolgen van extreem weer wereldwijd, maar velen geven nog steeds prioriteit aan nationale economische belangen op de korte termijn boven wereldwijde overleving. Dit proces kan trouwens voorzitters van de besprekingen te veel worden, zoals toen Alok Sharma in 2021 in tranen uitbarstte, Yvo de Boer in 2007 met zijn hoofd in zijn handen zat en in 2009 toen de halve zaal in Kopenhagen in verbijsterde stilte achterbleef. Wat het nog riskanter maakt, is dat het grote gekrakeel over de uitfasering van fossiele brandstoffen nog maar net begonnen is. De bijeenkomsten van delegatiehoofden zijn alleen maar bezig met het herformuleren van de rode lijnen. De High Ambition Coalition (HAC) heeft een verklaring uitgebracht; de Arabische Groep bereidt een antwoord voor. De OPEC schoot 2 dagen te vroeg. Het verwijt van Bolivië klinkt ook al bekend in de oren : « het noorden is hypocriet, het wil een uitfasering van fossiel, maar het breidt zelf zijn productie en consumptie uit. » Australië zei dan weer dat ze zelf, als grote uitvoerder van steenkool, die productie zullen afbouwen en hun buren in de pacific niet in de steek zullen laten als het water hen aan de lippen staat. Ondertussen houden de VS, China, India en de EU zich relatief rustig en houden hun kaarten dicht tegen de borst voor de laatste dagen en uren. "De tijd dringt om de gaten te dichten," zei Al-Jaber nog. Hij speelt hoog spel, want de Saudi's en India geven voorlopig geen duimbreed toe.

Financieringsbeloften nemen toe

En dan is er nog de zg. ‘Global Goal on Adaptation’ – het mondiale doel dat moet gaan bepalen hoe de wereld zich moet gaan aanpassen aan een veranderende wereld, en vooral : hoe de industrielanden, die grotendeels verantwoordelijk zijn voor de huidige opwarming, de niet geïndustrialiseerde landen kan helpen om zich aan te passen. Hier ging het de voorbije dagen achteruit, o.m. omdat het 30x30 doel sneuvelde (30% van het landoppervlak en 30% van de oceaan beschermen als natuurgebied). De financieringsbeloften lijken ondertussen wel op kruissnelheid te komen en dat is alvast goed nieuws : een kleine greep uit de vele beloften : 792 miljoen voor het Fonds voor schade en verlies (tussen ons gezegd en gezwegen : dit is voorlopig peanuts want de noden zijn nu al enorm), 3,5 miljard nieuw geld voor het Green Climate Fund, dat landen moet helpen om investeringen te doen in groene energie en elektrificering, 134 miljoen voor het aanpassingsfonds, 129,3 miljoen voor het minst ontwikkelende landen fonds. Ook de Wereldbank gaat jaarlijks 9 miljard extra in klimaatfinanciering en multilaterale ontwikkelingsbanken kondigen een toename van meer dan 22,6 miljard aan in klimaatinvesteringen. Nu lijken dat allemaal wel fabelachtige getallen maar het is maar het begin. Om het Parijs doel te halen van max. 1,5° opwarming moeten we tegen 2030 alle hernieuwbare energie capaciteit die we nu hebben verdriedubbelen en onze energie-efficiëntie verdubbelen. Daarnaast nemen de kosten van de klimaatcrisis hand over hand toe. Een klein overzicht van wat er alleen maar deze week aan de hand is in de wereld : een nieuwe hittegolf met recordtemperaturen in Australië, nooit geziene droogte in het Amazone gebied, enorme overstromingen in Tanzania… Nu investeren in de transitie naar een fossielvrije samenleving betekent vermijden van nog veel grotere kosten en conflicten. Bovendien komen er 18 miljoen nieuwe jobs bij alleen op energie en gaan we enorme bedragen besparen op gezondheidszorg, onder meer omwille van de verbetering van de luchtkwaliteit. Samen met de bedragen die we nu betalen aan fossiele brandstoffen die we ook kunnen schrappen… Alles bij elkaar is de transitie goedkoper dan gewoon verder doen, als lemmingen die op een afgrond aflopen.

13 miljard per jaar steun voor fossiele brandstoffen

Vrijdag vernam ik via een artikel in Politico iets over een Nederlands initiatief om een coalitie op te richten van landen die de subsidies voor fossiele brandstoffen willen afschaffen. Dat is nu nog eens een goed idee ! Ik probeer in zeven haasten uit te vissen waar het initiatief van komt. Dat blijkt de Nederlandse Minister van klimaat Jetten te zijn. Die heeft 13 landen kunnen mobilisereren voor het initiatief en… België is erbij, net zoals Oostenrijk, Ierland, Spanje, Finland, Antigua en Barbuda, Canada, Frankrijk, Denemarken, Costa Rica en Luxemburg. Het argument van Nederland om deze coalitie te starten is het feit dat veel van de subsidies en taksverlagingen voortkomen uit internationale afspraken en daarom niet eenzijdig kunnen worden afgebouwd. Het initiatief zal transparantie stimuleren en vraagt de leden zich te verbinden aan het publiceren van volledige inventarissen, wat inderdaad een belangrijke eerste stap is. Het zal ook internationale barrières identificeren en een dialoog starten over een nationale uitfasering van subsidies voor fossiele brandstoffen, zodat landen van elkaar kunnen leren en methodologieën kunnen harmoniseren. Het akkoord werd zaterdagavond getekend hier op de COP. Zo zie je maar dat in de marge van de officiële onderhandelingen ook steeds interessante initiatieven ontstaan. Globaal gaan er vandaag, volgens schattingen van de internationale Energie Agentschap meer dan 1 trilloen ? US$ naar subsidies voor fossiele brandstoffen – in België is dat tussen 13 en 19 miljard €. De verbranding van fossiele brandstoffen zijn oorzaak nummer één van de klimaatcrisis waar we in zitten. Het is dan ook overduidelijk dat we zo snel mogelijk moeten stoppen met het fiscaal stimuleren van die zelfde brandstoffen. Dat moet gebeuren met begeleidende maatregelen om Matheuseffecten te vermijden, zodat ook mensen met lagere inkomens kunnen meeprofiteren van de voordelen van koolstofvrije technologiën voor hun energie, warmte en verplaatsingsbehoeften. Een verplichte inventaris moet jaarlijks worden voorgelegd aan het parlement en publiek beschikbaar worden gesteld zodat de uitfasering op een transparante manier door elke burger gevolgd worden. De uitfasering moet ten laatste tegen het einde van volgende legislatuur afgerond zijn om de doelstellingen inzake emissiereductie tegen 2030 te halen. Dat is wat wij vragen van de politieke partijen in de aanloop naar de verkiezingen.

Nu kijken of onze politici de visie kunnen ontwikkelen die nodig is…

 

Koen Stuyck, vanop de klimaattop


Deze tekst verscheen ook op De Wereld Morgen

zaterdag, december 09, 2023

De uitdagingen van een woestijnstaat


De enige rustdag op een klimaattop tussen twee intensieve weken van onderhandelingen is de ideale  gelegenheid om even de stad te ontvluchten. En bij WWF hebben we het geluk over een lokaal kantoor te beschikken met geweldige collega’s die maar wat graag hun werk op het terrein willen laten zien. Want de VAE is meer dan Dubai en Abu Dhabi. Het is een unie van 7 emiraten die een van de grootste olieproducerende landen is, met nog steeds een van de grootste bekende voorraden in de grond. De gigantische rijkdom die dat met zich mee bracht heeft ook gezorgd voor een attitude van ‘wat er ook gebeurd, we kopen ons er wel uit.’ Gooien met geld is dan ook de favoriete bezigheid van de rijke handelsfamilies die het land regeren op despotische wijze. Toch is het ook een land met oude tradities die het vroeger toelieten om te gaan met de extreme klimatologische omstandigheden.

Een kwetsbaar land van extremen

Terwijl we de stad uitrijden maken de hoge woontorens plaats voor een droog savanne landschap met veel zand, lage struiken en af en toe een boom. Kleine kuddes (wild of niet, dat is niet duidelijk) kamelen verwijlen hier en daar in het vroege ochtendlicht terwijl de temperatuur gestaag klimt naar pakweg 28 graden, normale wintertemperatuur voor hartje winter op deze kant van het Arabische schiereiland. Dit land lijdt ook onder de klimaatverandering. De Perzische golf is de heetste zee ter wereld, vooral in de meest ondiepe gedeelten, die voor de kust van de V.A.E liggen. Het land zelf heeft een woestijnklimaat, met groenere gebieden en bergen, maar het is erg vatbaar voor extreme hitte, watertekorten, stof en zandstormen.

Na ongeveer anderhalf uur rijden rijzen ruige bergen op aan beide zijde van de weg. Het Al Qrayah gebergte beschermde vroeger de oostkust van het schiereiland tegen indringers vanop de golf van Oman. Ooit moeten deze bergen redelijk groen geweest zijn, maar doorheen de eeuwen is het koper dat in de rijke rotsbodem rijkelijk aanwezig is massaal weggehaald om het oude Messopotamië te voorzien. Sinds toen zijn honderdduizenden bomen gekapt in de valleien en tegen de flanken van de bergen om houtskool te maken. Die hadden ze namelijk nodig om het koper te ontginnen. Dat is tenminste de theorie van Altaf Habib, projectmanager van WWF op het terrein, en zijn collega’s. Het is een plausibele theorie en het zou niet het eerste geval zijn van habitatdestructie door de mens doorheen de geschiedenis. 

90% van de watervoorraden uitgeput

Onze eerste stop is het 17e eeuwse fort van Al Bitnah. Toen werd er al gevochten om de schaarse grondstoffen. Met stip op nummer één: water. Vandaag wordt er niet meer om gevochten. De emirs hebben daar een doorslaggevende oplossing voor gevonden. Zoals hierboven al geschreven: ze gooien er gewoon geld tegenaan. Alhoewel de inwoners van dit droge gebied voor het tijdperk van fossiele brandstoffen er in slaagden om heel duurzaam om te gaan met hun bronnen en binnen de grenzen van het ecosysteem te functioneren, werd die kennis en ervaring overboord gegooid en brak er een eeuw aan van relatieve zorgeloosheid op dat vlak. Een beetje zoals bij ons overigens – maar bij ons zijn de gevolgen vooralsnog minder zichtbaar. Resultaat in de Emiraten: 90% (u leest het goed) van alle aquafers met grondwater zijn leeg. De weinige regen volstaat niet om die oude voorraden weer aan te vullen, temeer gezien die regen ofwel wordt opgevangen en onmiddellijk verbruikt of gewoon verdampt, gezien het gebrek aan voldoende vegetatie om het water op te vangen en vast te houden. Geheel in de logica van de oliesjeiks is nu de bedachte oplossing: ontzilten van zeewater en het dan in grote hoeveelheden naar het binnenland pompen via pijpleidingen. Goed om weten: ontzilten is een energie-intensief proces dat hoge concentraties aan residu’s met zich meebrengt die ongefiltert in de zee terecht komen, daar giftige algenbloei stimuleert en verder opwarming van het water. Dat leidde ondertussen dat verschillende dode zones in de Perzische golf. De energie wordt vanzelfsprekend opgewekt door olie te verbranden.

Een paradijs in de woestijn

In de buurt van Bitnah bezoeken we een lokale boer die overgeschakeld is op agro-ecologische principes en het aantal gewassen dat hij produceert sterk heeft opgedreven. Zijn water haalt hij uit een gerestaureerde Falaj, dat is een oud irrigatiesysteem dat water van een bron tot bij zijn plantage brengt. Ter plaatse loopt het water van de kanalen over in een modern druppelsysteem dat toelaat veel beter te regelen hoeveel een bepaald gewas krijgt. Een vijgeboom heeft namelijk andere behoeftes als een limoenenboom en daar is dus veel efficiëntiewinst te boeken. De elektriciteit voor de waterpompen haalt hij uit een reeks zonnepanelen die meteen ook dienen om zijn geiten tegen de zon te beschermen. Hij wijst glimlachend naar een nu werkeloze dieselpomp die staat te roesten in een hoekje van zijn erf. Het ding moet behoorlijk veel lawaai gemaakt hebben. Nu is het onwerkelijk rustig op zijn erf, na de constante herrie en de niet aflatende verkeersstromen in de stad. Maar de werkelijke verwondering moest nog komen. Wanneer we door een poort de beschaduwde voedseltuin betreden – het woord plantage zou deze tuin van Eden onrecht aan doen – valt de temperatuur meteen met 3 of 4 graden, een vochtige aangenaam geurende lucht sluit je meteen in de armen. Hoge palmen en andere bomen brengen schaduw en houden het vocht vast in een groene cocon die de uitwisselingsprocessen van nutriënten tussen bodem en kruin bevorderen. Onder de palmen wisselen grote bananenbladeren, limoenboompjes, mango- en vijgenbomen elkaar af. Op de bodem groeien lange frisse grashalmen die voedsel vormen voor de geiten. We houden halt bij de morina peregrina, een inheemse bloeiende fruitboom die van 6 tot 10 meter hoog kan worden en die onder meer een plantaardige olie produceert die zeer gegeerd is omwille van zijn medicinale en culinaire kwaliteiten, aan de wortel groeien ook een soort uitstulpingen die aan zoete aardappelen doen denken en die ook kunnen geconsumeerd worden. Een plant die ook op de hete rotsige bergflanken groeit en die zo goed tegen de zon en de droogte kan dat de wetenschap zich erover verbaast. De rijkdom van de natuur houdt niet op te verwonderen. Deze boer is op aanraden van Altaf en zijn collega’s begonnen met het aanplanten van deze bijzondere soort, die hem toelaat om nog verder te diversifiëren en potentieel heel kwalitatieve producten te verkopen voor de uitgebreide horeca in Dubai en Abu Dhabi. De relatief grote soortenrijkdom in deze voedseltuin trekt veel vogels aan en het is een gekwetter van belang die de paradijselijke sfeer nog versterkt.

Vertikale landbouw

Als we in de namiddag terug rijden praten we na over voedsel. De V.A.E. importeert maar liefst 90% van al zijn voedsel. Voor de 10% lokale productie zet de overheid vooral in op vertikale landbouw dicht bij de stad. Luchtvaartmaatschappij Etihad heeft zo ook zijn eigen hoogtechnologische productietoren waar ze met behulp van druppelirrigatie en in gecontroleerde omstandigheden organische groenten en fruit kweekt waarmee ze haar vloot bevoorraadt. In de traditionele kleinschalige landbouw is weinig geen interesse. Op zich is er geen bezwaar tegen vertikale landbouw, alleen vergt die veel energie en die wordt bijna volledig opgewekt met fossiele brandstoffen die ze zelf uit de grond halen. Dat blijft problematisch want het energieverbruik ligt al erg hoog in de blitze steden langs de kust waar de air-conditioning heel het jaar door draait, zeker in de zomer waar de temperatuur gemiddeld boven de 40° stijgt. Gekkigheden zoals indoor skipistes maken het niet beter. Dat is alvast een van de redenen waarom het land zo slecht scoort op de Climate Change Performance Index die net als elk jaar wordt bekendgemaakt tijdens de klimaattop. Dat is een ranking die het klimaatbeleid beoordeeld van de 63 landen + de Europese Unie die samen 90% van alle emissies vertegenwoordigen. Van de geëvalueerde landen staat de V.A.E. helemaal onderaan (3e laatste plaats), net als Saoudi-Arabië (op de laatste plaats). Niet toevallig is dat laatste land de grootste dwarsligger voor vooruitgang op alle opeenvolgende klimaattoppen van de laatste jaren. In Madrid was dat land mee verantwoordelijk voor het mislukken van de ondehandelingen, in Glasgow konden ze niet beletten dat eindelijk de uitfasering van fossiele brandstoffen eindelijk vernoemd werd in de slotteksten.

Laaghangend fruit

Toch investeert de oliestaat nu ook in zonne-energie, wat in alle opzichten een laag hangend fruit is waarvan je je afvraagt waarom ze daar in godsnaam niet veel vroeger mee begonnen zijn… De zon schijnt haast elke dag van het jaar, van s’ochtends tot ’s avonds. In Dubai zijn nauwelijks zonnepanelen te bekennen, nochtans staat er een gebouwenpark dat in de brede regio zijn gelijke niet kent. Wat blijkt echter: je mag als private consument niet zelf energie op het net zetten. Dan wordt het natuurlijk duidelijk. Mensen die een hele dag volop produceren wanneer ze op hun werk zijn kunnen die elektriciteit aan de straatstenen niet kwijt. De overheid wil haar monopolie op energie niet kwijt. Dat is wellicht vooral een ideologische kwestie in een land dat absolute controle over zijn bevolking hoog in het vaandel draagt maar het kan ook technische kwestie zijn: het potentieel is zo groot dat overdag al die energie ergens naar toe zou moeten, want ze zal nooit helemaal geconsumeerd worden. Dat betekent dat er moet geinvesteerd worden in een verzwaring van het netwerk en vooral in opslagcapaciteit. Die bestaat nu alleen voor petroleum en gas. Daarom investeren de emirs nu in grootschalige massa-complexen zoals het Al Dhafra Solar PV project. Het complex zou voldoende produceren om 160.000 gezinnen van elektriciteit te voorzien of het equivalent van 470.000 benzine wagens van de weg halen. Ook krijgt het land binnenkort het  grootste park met geconcentreerde zonne-energie (het grootste lag tot voor kort in Marokko), dat is een systeem met tienduizenden spiegels die de zonnewarmte naar een centrale toren stralen. In al deze projecten is Masdar betrokken, het investeringsvehikel van COP voorzitter Sultan Al Jaber.

Stel dat Al Jaber en zijn opvolgers erin slagen om hun land klimaatneutraal te maken tegen 2050, zoals ze beweren. Het zou best kunnen dat dat lukt. Hun potentieel aan hernieuwbare energie is gigantisch en van begrotingstekorten of budgetbeperkingen hebben ze weinig last. Maar de effecten die hun fossiele export sorteert in de rest van de wereld is onvergelijkbaar veel groter. Berichten in de media vlak voor de COP maakten gewag van een uitbreiding van 7,5 miljard vaten. Volgens gegevens van het internationaal energie agentschap moet echter 90% van die capaciteit in de grond blijven om nog kans te maken in 2050 Net-zero te bereiken. De spreidstand tussen deze plannen en de voluntaristische verklaringen van de COP president is onhoudbaar.

Koen Stuyck

 

Deze tekst verscheen op Knack.be

dinsdag, december 05, 2023

Eerste dagen op COP28 niet gespeend van drama


Consternatie onder klimaatonderhandelaars en klimatologen allerhande. De president van COP28 sultan Al Jaber, eveneens CEO van de oliemaatschappij ADNOC en minister van industrie en technologie van de Verenigde Arabische Emiraten liet zich ontvallen tijdens een interview dat « er geen wetenschap scbuilt achter de eis tot afschaffing van het gebruik van fossiele brandstoffen ». In een geïrriteerde reactie ten overstaan van Mary Robertson, voormalig Hoog Comissaris van de VN voor klimaat en mensenrechten, beweerde hij zelfs dat het zou betekenen dat de mensheid « terug in grotten zou moeten gaan leven ». En dat voor de man die de nieuwste ronde van de klimaatonderhandelingen zou moeten leiden naar een heel erg nodig succes…

Uit context gerukt ?

Had de man een ‘Conner Rousseau momentje’ ? Gisterenmiddag kwam hij tijdens een persconferentie terug op die verklaringen en beweerde dat ze uit de context gerukt waren. Hij bekloeg zich over de selectieve aandacht van de media die nauwelijks oor zouden hebben voor wanneer hij zijn geloof in de wetenschap benadrukte. Naast hem achter de tafel zat Jim Skea , voorzitter van het IPCC, die niet inging op de controverse waarin de voorzitter was terecht gekomen maar eenvoudig nog eens de wetenschappelijke puntjes op de i zette. We moeten zo van fossiele brandstoffen af, ten laatste tegen 2050, als we nog kans willen maken om de opwarming van de planeet te beschermen.

Allemaal goed en wel, drinken zal mijnheer Al Jaber wellicht niet doen als praktiserend moslim maar boos worden kan een mens ook al eens verleiden tot ondoordachte maar niettemin authentieke verklaringen. Het voordeel van de twijfel dat sommigen hem toekenden, precies omwille van zijn bemoedigende verklaringen – « een akkoord dat ons binnen de 1,5° Celcius opwarming kan houden is binnen handbereik » en de hoop dat zijn strategie om olieproducerende landen en bedrijven mee in het bad te trekken toch een kentering zou opleveren lijkt nu wel dood en begraven. Als het allemaal niet tot een gewenste uitkomst zal helpen, nl. een akkoord om het gebruik van fossiele brandstoffen uit te faseren, dan zal het gezichtsverlies groot zijn voor Al Jaber.

Het heeft het voordeel van de duidelijkheid. De hoop dat de fossiele brandstoffenindustrie plots tot inzicht zou komen was op zijn minst voorbarig. Het gaan dezelfde ouderwetse en moeizame onderhandelingen worden als altijd.

Financiële toezeggingen goed begonnen

Gelukkig beweegt er nog van alles. Er is nu reeds een akkoord over het fonds voor schade en verlies dat nu wordt geoperationaliseerd. Daarmee krijgen niet geïndustrialiseerde landen eindelijk de erkenning dat ze er niet alleen voor staan om de aanzienlijke schade die ze vandaag ondervinden door klimaatgerelateerde rampen het hoofd te bieden. De voorlopige toezeggingen zijn voldoende om het fonds operationeel te maken maar ook niet veel meer. Het gaat om gigantische bedragen die nodig zijn: denk aan een derde van Pakistan dat vorig jaar onderstroomde, of mislukte oogsten in Afrika door niet aflatende hittegolven waardoor miljoenen mensen bedreigd worden in hun voedselzekerheid. Of op dit eigenste moment de droogte in het Amazonegebied die rivieren doet droogvallen en watervoorziening bedreigd van hele grote gebieden.

Verder hebben o.m. 70 landen en 39 organisaties samen een verklaring ondertekend dat ze kwetsbare landen en gemeenschappen die getroffen worden door klimaatschokken willen ondersteunen.

En ook financieel beweegt er van alles. Tijdens de eerste vier dagen werd er in totaal 57 miljard gemobiliseerd voor onder meer het Schade en verlies fonds (725 miljoen $), Green Climate fund dat landen moet helpen investeren in aanpassing en transitie (3,5 miljard $), hernieuwbare energie (2,5 miljard $), methaanreductie (1,2 miljard $), natuurherstel (2,6 miljard $), gezondheid (2,7 miljard $) en water (150 miljoen $).


Deze tekst verscheen ook op De Wereld Morgen

zaterdag, december 02, 2023

‘Vals optimisme of psychologisch spel? Klimaattop in Dubai belooft een thriller te worden’


Gisteren kwam er verlossend nieuws voor de 58.000 eisers die samen de Klimaatzaak opstartten. De rechters van het Hof van Beroep in Brussel hadden het moment goed gekozen. Op de eerste dag van de internationale klimaattop COP28 kwamen de rechters met hun arrest waarin de federale staat samen met het Vlaamse en Brusselse gewest veroordeeld werden voor het schenden van artikel 2 en 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en ook de zorgplicht (art. 1382 van het Burgerlijk Wetboek) vanwege hun ontoereikend klimaatbeleid. De rechter oordeelde helemaal in het voordeel van de eisers voor wie het van het begin duidelijk was dat ons land veel te weinig deed om de op ons af denderende pletwals van de klimaatverandering te stoppen.

Het is nu te hopen dat de geviseerde regeringen deze uitspraak aangrijpen om enkele versnellingen hoger te schakelen in het klimaatbeleid en dat de Vlaamse minister zich bedenkt voor ze zich vergaloppeert in een contraproductief, tijd en geldverslindend geding bij het Hof van Cassatie.

De excellenties die nu naar Dubai trekken, met premier Alexander DeCroo op kop, dreigen sowieso al een mal figuur te slaan, als ze niet aantonen dat ze deze uitspraak ernstig willen nemen.

Nog slechts 2050 Gigaton respijt

Het toneel voor de 28e klimaattop is dit jaar Dubai, een stad in de Verenigde Arabische Emiraten die de meeste mensen kennen van de hoogste toren van de wereld, de Burj Khalifa. Een wolkenkrabber van 828 meter hoog, die boven de Perzische golf uittorent en symbool staat voor de onmetelijke rijkdom van een oliestaat waarvan de geschatte olievoorraden nu nog steeds de 7 grootste van de planeet zijn. Jammer dat een groot deel van die olie niet meer bovengehaald zou mogen worden… dat zegt de klimaatwetenschap. Want het globale CO2 budget om onder de 1,5° opwarming te blijven zou nog slechts 250 Gigaton CO2 bedragen. Als je weet dat de wereld vandaag ongeveer 40 Gigaton per jaar uitstoot dan is het duidelijk dat het venster om de 1,5° te halen zich razendsnel aan het sluiten is. En daarmee is meteen de eerste maatstaf gelegd waaraan het succes van deze top zal worden afgemeten. Er moet nu eindelijk een beslissing en een plan komen om fossiele brandstoffen en subsidies voor fossiele brandstoffen volledig uit te faseren tegen ten laatste 2050, waarbij geïndustrialiseerde landen dit eerst bereiken.

‘Abated-Unabated’

We moeten van die fossiele brandstoffen af, want dat is de grootste oorzaak van de klimaatcrisis waar we in zitten. Die evidente waarheid werd pas twee jaar geleden in Glasgow erkend in de eindtekst van de COP, echter met een belangrijke angel, namelijk die van het ‘abated- unabated’ verhaal. Dat gaat erover dat men vooral fossiele brandstoffen wil uitfaseren waarvoor technische oplossingen worden ingezet om de CO2 eruit te halen voor die de lucht wordt ingeblazen. Dat heet dan CCS of ‘carbon capture and storage’. Voornaamste probleem is echter dat dergelijke oplossingen helemaal niet op punt staan, dat ze nog niet opschaalbaar zijn en ook heel duur. Bovendien helpen ze niets aan de uitstoot van fijn stof en andere schadelijke stoffen, noch aan de methaanlekken bij de exploitatie van aardgas. Last but not least, het geld dat naar CCS gaat kan je niet in de verdere uitrol van schone energie steken. Niet verwonderlijk hintte de president van deze top, Achmed Al Jaber, op de techniek. Als CEO van de nationale oliemaatschappij ADNOC heeft hij er geen belang bij maar toch erkende hij in october nog dat uitfaseren van alle ‘unabated’ fossiele brandstoffen onvermijdelijk en essentieel is. Wat zit daar achter? Wil hij de wereld voorbereiden op duurdere prijzen van fossiele brandstoffen, omdat er standaard CCS technieken moeten bij ingezet worden? Dat zal ertoe leiden dat schone energievormen die nu op vele plaatsen al de goedkoopste energievorm zijn, nog interessanter worden en fossiele brandstoffen op de duur gewoon uit de markt geprijsd worden. Pittig detail: Al Jaber is ook oprichter en CEO van Masdar, een investeringsvehikel in hernieuwbare energie projecten met ondertussen projecten in meer dan 40 landen. Winnen doet ie dus in alle gevallen.

Verlies en schadefonds alvast beklonken

Gisteren hoorden we dat er al een akkoord klaarligt voor het Verlies en Schade fonds, de verwezenlijking van vorig jaar die nu zou moeten geconcretiseerd worden. Dat fonds zal schade door klimaatgerelateerde rampen vooral in niet geïndustrialiseerde landen helpen vergoeden. Of er ook meteen voldoende geld in zal gestort worden, dat zal de volgende dagen moeten blijken. Het kan in ieder geval tellen als binnenkomer.

Vals optimisme of psychologisch spel?

Begin deze week zei de COP-president in de Britse krant The Guardian, dat een akkoord om de 1,5° te halen binnen handbereik is. Hij beweert dat al zijn gesprekken met o.m. olieproducerende landen zoals Saudi-Arabië en grote bonzen van oliemaatschappijen hem optimistisch stemmen dat een ongeëvenaarde uitkomst mogelijk is. En dat terwijl alle seinen op rood staan, een piek in de emissies nog niet echt in zicht is (de inschattingen van internationale experten variëren van tussen 2024 en 2030) en de huidige verzamelde klimaatplannen van alle landen leiden tot een opwarming van eerder 2,9°. Arabieren staan niet bekend voor hun bereidheid tot gezichtsverlies. Het risico dat Al Jaber loopt op wéér een teleurstellend resultaat is groot. Wat weet hij dat wij nog niet weten? Deze top wordt een echte thriller.


Deze tekst verscheen ook op Knack.be 

maandag, oktober 23, 2023

Reminder voor politici met drempelvrees: tijd om de subsidiëring fossiele brandstoffen nu af te bouwen

Ook België subsidieert het gebruik van fossiele brandstoffen op gigantische wijze. De uitfasering van die subsidies moet nu écht bovenaan de politieke agenda komen te staan. Koen Stuyck, senior pleitbezorger klimaat en voetafdruk bij WWF-België, legt uit waarom, en hoe we die grote som geld veel beter kunnen gebruiken.

Over de oorzaak van de klimaatcrisis bestaat geen twijfel meer: onze verbranding van fossiele brandstoffen is de belangrijkste factor. De grote producenten ervan schuiven al jaren hun gigantische verantwoordelijkheid af op de gebruiker en maken recordwinsten ten koste van onze leefomgeving en gezondheid. Bij de producenten bestaat geen financiële prikkel om over te schakelen op de aanlevering van duurzame energie. Dat is een eerste belangrijk punt.

Ten tweede en mogelijk nog erger: de OESO berekende onlangs dat tussen oktober 2021 en december 2022 in 42 OESO-lidstaten ongeveer 170 miljard dollar werd uitgegeven aan steun voor fossiele brandstoffen. Dat terwijl de steun voor niet-fossiele brandstoffen in dezelfde periode niet meer dan 80 miljard dollar bedroeg, minder dan de helft dus.

Ook inbegrepen in uw Knack-abonnement
Wist u dat u via Knack ook 30 andere magazines kan lezen?
ONTDEK
Als we specifiek naar de EU kijken, zien we dat de staten die toezeggingen deden om de subsidies voor fossiele brandstoffen geleidelijk af te bouwen, maar zeer weinig concrete plannen ontwikkelden om dat ook effectief te doen.

België en Vivaldi
Ook in België wordt het gebruik van fossiele brandstoffen aanzienlijk gesubsidieerd. Volgens de Federale inventaris verdwijnt er jaarlijks 10,9 miljard euro aan directe en 2 miljard aan indirecte steun uit de schatkist op die manier. De Standaard (14/9) vulde die cijfers aan met onder meer de vrijstellingen voor kerosine in de luchtvaart en voor de erg vervuilende bunkerolie in het maritiem transport. Volgens de krant loopt het totaal aan subsidies mogelijk zelfs op tot 19,7 miljard euro. Een ontstellend hoog cijfer.

In de eerste versie van het Nationaal Klimaat en Energieplan (2019) stond nochtans dat er een “versnelde afbouw van fossiele brandstofsubsidies” moet komen. Ook in het regeerakkoord van 2020 stond de intentie om “het gebruik van fossiele brandstoffen zoveel mogelijk te ontmoedigen”. Toch miste Vivaldi met de laatste begrotingsronde van haar legislatuur, eerder deze maand afgeklopt, de laatste kans voor deze regering om de fiscaliteit op een duurzame leest te schoeien. De steun voor professionele diesel wordt met 25 miljoen verminderd, maar dat is het zowat. Alle goede intenties baarden uiteindelijk minder dan een muis.

(Lees verder onder de preview.)


Subsidies voor fossiele brandstoffen wegen stevig op de publieke middelen. Ze verminderen niet alleen de fiscale ruimte voor investeringen in de groene transitie, maar vertragen en beschadigen de markt voor schone technologieën. Ze verhogen het risico op lock-in van koolstof-intensieve investeringen: als consumenten of bedrijven door belastingvoordelen kiezen voor stookolie, gaan ze hun installatie niet na drie jaar opnieuw vervangen door schonere vormen van verwarming. Een overheid die dergelijke investeringen in fossiele infrastructuur nog toelaat of godbetert stimuleert, bedriegt zijn bedrijven en bevolking.

Angst voor de kiezer?          
Het gebrek aan politieke actie heeft wellicht te maken met de heilige schrik voor de kiezer, die op korte termijn profiteert van de vele fiscale kortingen en andere voordelen van het huidige subsidiebeleid. Nochtans is het mogelijk om de fiscale impact van een hervorming te beperken voor de burger. De middelen die kunnen vrijgemaakt worden door de bestaande subsidies voor fossiele brandstoffen uit te faseren, kunnen op een andere manier aangewend worden.

Samen met de middelen uit Europese klimaatfondsen ontstaat er dan een groot pakket aan financiële bewegingsruimte die de overheid kan gebruiken om bedrijven en consumenten (in het bijzonder ook de minst kapitaalkrachtigen) te helpen de overstap te maken naar fossielvrije vormen van verwarming, energievoorziening en mobiliteit.

Belangrijke reminder dus voor politici met drempelvrees: de transitie draagt alles in zich om groot maatschappelijk enthousiasme en daadkracht te mobiliseren, te vergelijken met het Duitse Wirtschaftswunder dat de heropbouw na de oorlog mondiale glans gaf en het land tot een economische reus deed uitgroeien.

(Lees verder onder de preview.)


Terugverdieneffecten
Als we onze verwarming, energievoorziening en mobiliteit decarboniseren en elektrificeren, zal dat leiden tot een drastische vermindering van luchtvervuiling, met wereldwijd 3 tot 4 miljoen minder voortijdige sterfgevallen per jaar. En tot heel wat minder geluidsoverlast bovendien.

Door de vrijgekomen middelen ook te investeren in natuurbescherming en -herstel, brengen we de natuur opnieuw dichter bij de mens, wat eveneens enorme gezondheidswinsten zal opleveren. In 2013 identificeerden Amerikaanse onderzoekers niet minder dan 20 medische problemen als gevolg van een gebrek aan contact met de natuur. Een verzwakt immuunsysteem en een toename van hart- en vaatziekten, angstaanvallen, astma, migraines en zware hoofdpijnen zijn daar voorbeelden van.

Niet alleen de politiek, maar ook de bedrijven zijn belangrijke actoren in dit verhaal. Ook zij moeten meewerken aan een natuurpositieve impact. Dat is een impact die méér natuur oplevert dan minder, zoals vandaag de regel is. Het Wereld Economisch Forum becijferde dat natuurpositieve oplossingen meer dan 10 biljoen dollar zullen opbrengen en 395 miljoen (!) nieuwe jobs kan creëren.

Europa vraagt van ons land om tegen 2030 onze emissies aan broeikasgassen met 47 procent te verminderen. Als we daar niet in slagen, staan ons honderden miljoenen aan boetes te wachten, internationaal gezichtsverlies en een economie die achterloopt op andere landen.

Om die vermindering aan emissies te verwezenlijken, is de volgende legislatuur cruciaal. De uitfasering en heroriëntering van subsidies voor fossiele brandstoffen moeten bovenaan de politieke agenda staan en een fundament vormen in het nieuw regeerakkoord. Opdat de kinderen die vandaag geboren worden binnen dertig jaar aan hun kinderen kunnen vertellen aan welke ramp we ontsnapt zijn.


Deze tekst vescheen op Knack.be

maandag, juli 10, 2023

Essay – Hoe de transitie financieren?

Iedereen die het nieuws over de klimaat- en biodiversiteitscrisis volgt, weet: we staan voor een gigantische omwenteling. Ook de economische wereld beseft dit – ook zij leest de IPCC-rapporten en merkt ook de toenemende gevolgen in de vorm van extreme droogte, hittegolven, overstromingen en andere rampen. We moeten het dus dringend over de centen hebben.

In opdracht van het Wereld Economisch Forum berekende het studiebureau McKinsey vorig jaar hoeveel het zou kosten om tegen 2050 de wereld op net-zero te krijgen. Dat is de doelstelling van het Akkoord van Parijs (2015) om tegen dat jaar de volledige wereldeconomie te decarboniseren en alles wat niet koolstofvrij kan worden gemaakt, te compenseren door extra koolstof uit de lucht te halen.

Het cijfer

Tegen 2050 naar net-zero gaan kost volgens McKinsey 3,5 triljoen dollar per jaar. Het studiebureau voegt daaraantoe dat daarvoor een fundamentele transformatie van de mondiale economie nodig is.

Dat hadden we zelf ook wel kunnen bedenken… Om een idee te geven: die 3,5 triljoen is een stijging met 60 procent ten opzichte van het huidige investeringsniveau en staat gelijk aan de helft van de wereldwijde bedrijfswinsten, een kwart van de wereldwijde belastinginkomsten en 7 procent van de gezinsuitgaven.

Verder zal de uitstap uit fossiele brandstoffen 185 miljoen jobs kosten, maar tegelijk 200 miljoen nieuwe banen creëren. In ieder geval zal de kost van niets doen dit bedrag vele malen overtreffen, zo zegt nog het rapport.

Maar hoe geraken we in godsnaam aan zulke sommen geld?

Subsidies

Wanneer er geld nodig is, wordt er doorgaans eerst naar het laaghangend fruit gekeken. En daar ligt één dossier te blinken op de tafel van overheden wereldwijd, waarover doorgaans zedig wordt gezwegen door politieke mandatarissen of waarvan het bestaan soms carrément wordt ontkend.

Nederlandse klimaatactivisten eisen dat ING stop met de financiering van olie- en gasprojecten (foto: RTLNieuws.nl).
Nederlandse klimaatactivisten eisen dat ING stop met de financiering van olie- en gasprojecten (foto: RTLNieuws.nl).

Het duikt echter steeds meer op in rapporten en aan ronde tafels allerhande, omdat het gaat om zulk evident anachronisme dat ieder mens met gezond verstand zich de spontaan de bedenking maakt: ‘bestaat dat nog?’ Ja, mensen, het bestaat nog, en het gaat om duizelingwekkende getallen: minimum 577 biljoen dollar gingen in 2021 nog naar kolen-, gas- en olieprojecten. Het is de Wereldbank die op 15 juni 2023 met de cijfers kwam. En er is geen teken dat er intussen verbetering zou zijn.

Ook ons eigen land ontsnapt overigens niet aan het probleem. Voor het tweede jaar op rij liet de federale overheidsdienst Financiën de ‘federale inventaris voor fossiele brandstoffen’ opmaken. Daaruit blijkt dat er niet minder dan 13 miljard euro per jaar gaat naar subsidies en allerhande belastingvoordelen voor fossiele brandstoffen.

Het gaat om vrijstellingen zoals voor brandstoffen voor de binnenvaart, voor baggerwerkzaamheden, vrijstelling van accijnzen op kerosine: een van de redenen waarom uw buurvrouw die citytrip naar Barcelona zo goedkoop kon doen… Ook zijn er verlaagde dieseltarieven en aardgastarieven voor de industrie, vrijstellingen voor stookolie in gebouwen enz.

Een speciale vermelding voor tankkaarten (492 miljoen euro) en bedrijfswagens (1.947,2 miljoen euro), een uniek Belgisch fenomenen dat ook een grote aanjager is van onze fileproblematiek.

Niet alleen wordt hierdoor nog steeds de fossiele industrie gestimuleerd (ja, dus ook die bedrijven zoals Shell, die de laatste twee jaar met exorbitante winstcijfers uitpakken) en de consumptie van de brandstoffen zelf die aan de oorzaak ligt van de klimaatcrisis, maar bovendien zuigt deze praktijk inkomsten weg van armlastige overheden die ze niet kunnen inzetten voor de transitie die we zo dringend nodig hebben. Het spreekt dus vanzelf dat er dringend een afbouw en heroriëntering nodig is van deze fondsen en belastingvoordelen.

Internationale solidariteit

Naast de nationale investeringen die nodig zijn in onze geïndustrialiseerde landen, is er ook hulp nodig voor de landen in het globale Zuiden die nauwelijks hebben bijgedragen aan de broeikasemissies van de voorbije 150 jaar en die nu al het grootste slachtoffer van de klimaatcrisis zijn.

Op de jaarlijkse klimaattop van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) is de internationale klimaatfinanciering en recent ook het fonds voor verlies en schade dan ook een van de meest heikele punten. Als we niet-geïndustrialiseerde landen willen vragen om hun groeiende economie op een duurzame leest te schoeien, dan moeten ze daar de middelen toe krijgen. Ook om hun fragiele ecosystemen en hun bevolking te beschermen tegen de effecten van de klimaatverandering hebben ze middelen nodig.

Op een recente financieringstop in Parijs, georganiseerd door de Franse president Macron, riepen deelnemende wereldleiders op om private financiering een grotere rol te laten spelen. De vraag die je daarbij kan stellen, is of dat geen poging is om te ontsnappen aan de verplichting die rijke landen zich hebben opgelegd om armere landen te steunen. Zo is er van de beloofde 100 biljoen dollar per jaar vanaf 2020, nog maar 83 biljoen effectief gestort.

Out-of-the-box denken

Toen Anuna De Wever in 2019 tijdens een interview suggereerde om aan de Europese Centrale Bank (ECB) te vragen geld bij te maken om de klimaattransitie te financieren, werd dat idee grotendeels op hoongelach onthaald. Economen hadden het meteen over het gevaar op inflatie, grote onevenwichten op de markt en andere schrikbeelden.

Los van de vraag of economen nog wel over zoveel geloofwaardigheid beschikken na de economische crisis van 2008 (en zoveel andere crisissen die ze niet zagen aankomen) verdient de suggestie meer onderzoek. Tenslotte is geld slechts een afspraak, en het financieel systeem een constructie die ten dienste moet staan van de mens, en niet andersom.

Klimaatactiviste Anuna De Wever (Youth for Climate) tijdens de eerste klimaatmars op zondag 27 januari 2019 in Brussel (foto: Wikipedia).
Klimaatactiviste Anuna De Wever (Youth for Climate) tijdens de eerste klimaatmars op zondag 27 januari 2019 in Brussel (foto: Wikipedia).

Het adagium dat luistert naar de welluidende naam van een pas overleden popster, ‘There is no alternative’ klinkt intussen even versleten als de vele beloftes van de heilzame ‘onzichtbare hand’ van de markt. De markt lost niet zoveel dingen op, maar promoot alleen het recht van de sterkste, als ze niet gereguleerd wordt door sterke democratische instellingen.

Daarom is het verbazend dat er niet meer onderzoek wordt geïnvesteerd in economische oplossingen die werken. Neem nu de experimenten met lokale munten. Zo werd tijdens de economische crisis van de jaren 1930 in Zwitserland de Wirtschaftsring (WIR) opgericht door 16 bedrijfsleiders. Krediet en geld waren schaars in die moeilijke jaren. Met de nieuw opgerichte munt konden de bedrijven met elkaar handeldrijven zonder dat de schaarste aan Zwitserse franken hen dwarsboomde. De WIR bestond dus naast de Zwitserse frank.

Het systeem is tot op heden blijven bestaan en telt nu ongeveer 80.000 participerende bedrijven. Stel je voor dat zo’n munt wordt opgericht die alleen kan worden gebruikt om klimaatvriendelijke investeringen te doen.

Particulieren en bedrijven krijgen een bepaald minimumbedrag dat gebonden is aan een CO2-budget dat hen wordt toegekend, volgens een billijke verdeelsleutel die democratisch vastgelegd is en in lijn is met de doelstellingen van het Akkoord van Parijs.

Vermits mensen met minder financiële middelen een lagere voetafdruk hebben, krijgen zij ook een groter budget van dit klimaatgeld. Door investeringen te doen die hun voetafdruk verkleint, kan iedereen extra klimaatgeld bij krijgen. Het doel? Een race naar de bottom, dus naar een zero-emissie consumptie en productie, op zo kort mogelijke tijd, bovendien sociaal verantwoord.

Terugverdieneffecten

Een belangrijk element dat steeds over het hoofd gezien wordt, zijn de terugverdieneffecten. Die zijn legio, maar heel vaak worden de vruchten geplukt in andere sectoren dan deze die moeten afbouwen of waar de investeringen moeten gebeuren. Wantrouwige geesten zouden zelfs kunnen poneren dat bepaalde invloedrijke beroepsgroepen geen belang hebben bij de potentiële winsten.

Neem nu volksgezondheid. Een modal shift naar minder individueel gemotoriseerd verkeer en meer sportieve vormen van verplaatsing zoals de (elektrische) fiets, het openbaar vervoer gecombineerd met meer wandelen en stappen, dat alles leidt tot minder bewegingsarmoede.

Minder tot geen verbrandingsmotoren leiden tot veel minder luchtvervuiling. Resultaat: minder longproblemen, hart- en vaatziekten, enz. Gezondheidszorg, tel uit uw winst.

Duurzamere voedselgewoonten sluiten beter aan bij de voedseldriehoek en zijn dus ook gezonder: veel minder (maar beter) vlees en veel minder hoog bewerkte producten, ten voordele van meer verse groenten en fruit. Onderzoek wijst uit dat ten opzichte van het standaard voedselmandje van de Belg, de CO2-voetafdruk met de helft kan verminderen als mensen overschakelen naar een duurzaam voedselmandje. Ook hier zijn de gezondheidswinsten groot: minder allergieën, een stop aan de obesitasepidemie, minder darmkanker.

Investeringen in natuur dichtbij mensen, dragen dan weer bij tot de mentale gezondheid. Zo hanteert de veel besproken natuurherstelwet onder meer de 3-30-300-regel. Dat wil zeggen dat vanuit elk huis uitzicht moet zijn op minstens drie bomen, dat er 30 procent groen is in elke wijk en dat het maximum 300 meter wandelen is tot aan het dichtstbijzijnde park of groene ruimte. Onderzoek na onderzoek wijst op positieve effecten op de mentale gezondheid van mensen.

Investeringen in natuur dichtbij mensen dragen bij tot de mentale gezondheid (foto: Luc Viatour).
Investeringen in natuur dichtbij mensen dragen bij tot de mentale gezondheid (foto: Luc Viatour).

Andere terugverdieneffecten zijn deze die te maken hebben met onze energievoorziening. Als je geen olie of gas meer moet aankopen, dan is dat een evidente kost die wegvalt. Door zelf of in regionaal (Europees) verband energie te produceren, ben je veel minder afhankelijk van de wereldmarktprijzen en van dubieuze regimes. Dat geeft ruimte om te investeren in een sterker en stabieler netwerk, voorzien van de nodige opslagcapaciteiten.

Door de terugverdieneffecten voor de gehele samenleving mee te nemen in het gehele investeringsplan kunnen de kosten van de transitie beter gespreid worden en kan het draagvlak toenemen tot in alle geledingen van de samenleving.

Besluit: het wordt tijd voor een totaalplan dat anomalieën zoals schadelijke subsidies afbouwt, dat terugverdieneffecten meeneemt en dat innovatieve economische oplossingen bedenkt die fit for purpose zijn en niet enkel uitgaan van de winst voor enkelen, maar de vooruitgang voor de hele samenleving.


Deze tekst verscheen in de CIMIC nieuwsbrief van juni 2023.

zaterdag, april 22, 2023

Europa in het oog van de klimaatstorm: burgers zijn niet geholpen met achterhoedegevechten.

“In plaats van te jammeren over een verondersteld gebrek aan draagvlak, zullen politici als een gek moeten werken aan het creëren van het nodige draagvlak”, schrijft Koen Stuyck van WWF naar aanleiding van een nieuw rapport van het Copernicus Instituut over staat van het klimaat.

In 2022 beleefde Europa zijn heetste zomer ooit gemeten. Daarbij waren intense hittegolven, extreme droogte en uitgestrekte bosbranden aan de orde van de dag. Dat bevestigt het Copernicus Instituut met zijn jaarlijkse Europese rapport over de staat van het klimaat.

Een van de belangrijkste gebeurtenissen voor Europa in 2022 was de grote droogte. Tijdens de winter van 2021-2022 kende een groot deel van Europa minder sneeuwdagen dan gemiddeld, met in veel gebieden wel 30 dagen minder. In het voorjaar lag de neerslag in een groot deel van het continent onder het gemiddelde, met in mei de laagste neerslag ooit gemeten. Het gebrek aan wintersneeuw en de hoge zomertemperaturen leidden tot een recordverlies aan ijs van gletsjers in de Alpen, wat neerkomt op een verlies van meer dan 5 kubieke km ijs.

De lage neerslaghoeveelheden, die de hele zomer aanhielden, veroorzaakten samen met de uitzonderlijke hittegolven ook een wijdverspreide en langdurige droogte die verschillende sectoren trof, zoals de landbouw, het riviertransport en de energiesector. Denk aan de Rijn die nog nooit zo laag stond waardoor schepen hun ladingen niet meer vervoerd kregen. Of de Franse kerncentrales die niet meer genoeg koelwater kregen en noodgedwongen stil moesten gezet worden.

Nog even wat cijfers: de vochtigheidsgraad van de grond was de 2e laagste in de laatste 50 jaar. De algemene waterstand van rivieren in heel Europa was de 2e laagste ooit, waarbij 2022 het 6e achtereenvolgende jaar was met lager dan normale waterstanden.

Wetenschappers die bosbranden monitoren noteerden significante toenames in koolstof emissies door de vele branden tijdens de zomer van 2022. De totale geschatte emissies over het hele continent waren de hoogste sinds 2007. Frankrijk, Spanje, Duitsland en Slovenië beleefden hun hoogste emissies door bosbranden voor minstens de laatste 20 jaar terwijl zuid-west Europa hun grootste brandseizoen ooit kenden.

 

IN HET NOORDPOOLGEBIED GAAT HET NOG SNELLER

Het Noordpoolgebied ondergaat drastische klimaatveranderingen.  De temperaturen zijn er veel sneller gestegen dan in het grootste deel van de rest van de wereld. 2022 was het zesde warmste jaar ooit voor het hele Noordpoolgebied en het vierde warmste jaar voor de Arctische landgebieden. Een van de meest getroffen Arctische gebieden in 2022 was Spitsbergen, dat de warmste zomer ooit beleefde, met in sommige gebieden temperaturen van meer dan 2,5°C boven het gemiddelde.

In 2022 kende ook Groenland extreme klimaatomstandigheden, waaronder uitzonderlijke hitte en regenval in september, een jaargetijde waarin sneeuw meer gebruikelijk is. De gemiddelde temperaturen in die maand waren tot 8°C hoger dan gemiddeld (de hoogste in de geschiedenis) en het eiland werd getroffen door drie verschillende hittegolven. Deze combinatie veroorzaakte het smelten van de ijskap, waarbij op het hoogtepunt van de eerste hittegolf ten minste 23% van de ijskap was aangetast.

 

STOP DE ACHTERHOEDEGEVECHTEN

In die zin was het stemgedrag van N-VA en zijn geestesgenoten van het Vlaams Belang bij de stemming voor de nieuwe Europese klimaatwet deze week een triest laagtepunt. Door telkens tegen te stemmen of zich te onthouden verzaken deze partijen aan hun verantwoordelijkheid. Dat deden ze overigens ook bij de stemming over het sociaal klimaatfonds, dat klimaatvriendelijke steunmaatregelen voor gezinnen moet financieren. Tot zover de zogenaamd sociale bekommernissen van de genoemde partijen. Want in werkelijkheid helpen ze burgers niet met hun achterhoedegevechten.

Laat me even het voorbeeld van de grenstaks of ‘CBAM’ aanhalen. Ook daar onthielden N-VA en VB zich. Deze taks zal aan niet EU-bedrijven opgelegd worden wanneer ze hun producten willen invoeren in de Europese markt, kwestie van onze eigen bedrijven niet te zeer te benadelen. Tijdelijk dan, want het is een kwestie van tijd tot andere landen een dergelijke koolstoftaks invoeren voor hun economieën. Ze gaan dat moeten doen, want de druk van de internationale gemeenschap om te handelen zal steeds groter worden, en nog belangrijker, de klimaat-gerelateerde calamiteiten gaan elkaar steeds sneller opvolgen.

Met andere woorden: de kosten zullen de pan uitswingen: voor de landbouw en hun mislukte oogsten, voor de verzekeraars die het niet meer trekken (na de waterbom in Wallonië kwamen er al geluiden uit de Belgische verzekeringssector dat ze dat geen 2e maal zullen kunnen betalen), voor gezinnen en bedrijven die zullen kampen met watertekorten. Of voor de ca. 200 miljoen klimaatvluchtelingen (schatting VN) die, aan ongewijzigd beleid, tegen 2050 hun thuis zullen ontvluchten.

 

VOORBEREIDE LANDEN OF REGIO’S ZWAAR IN HET VOORDEEL

Welke landen zullen zwaar in het voordeel zijn in dergelijke context? Juist: landen met bedrijven en inwoners die voorbereid zijn, en die dus hun uitstoot hebben teruggedrongen, die niet meer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, die energie-efficiënter zijn, die hebben geïnvesteerd in een circulaire economie, in broodnodig natuurherstel, in een gezonde waterhuishouding. Landen die, met al deze maatregelen, hun weerbaarheid fors hebben verhoogd en hun impact binnen de grenzen van de planeet gebracht hebben.

In plaats van te jammeren over een verondersteld gebrek aan draagvlak, zullen politici als een gek moeten werken aan het creëren van het nodige draagvlak. Door eindelijk eerlijk te zijn over wat ons te wachten staat als we niet versnellen, maar ook door de immense voordelen die voor het grijpen liggen niet langer te verzwijgen: minder luchtvervuiling, minder lawaai, minder bewegingsarmoede, meer kwaliteitsvolle natuur dichtbij ons, meer veiligheid en preventieve gezondheidszorg.

Eerlijk, wie kan daar nu tegen zijn?

 

(Dit opiniestuk verscheen op het online magazine Architectura en eerder op Knack.be.)

maandag, maart 20, 2023

Klimaatpanel IPCC publiceert syntheserapport: oplossingen zijn er en worden steeds beter

Vandaag publiceert het Intergouvernementeel klimaatpanel van de Verenigde Naties zijn lang aangekondigde syntheserapport. Daarin wordt alle huidige wetenschappelijke kennis rond de klimaatverandering en haar effecten op mens en natuur samengevat.

Alleen al het eerste deel steunt op meer dan 14.000 wetenschappelijke studies. Na een uitgebreid consultatieproces werd het goedgekeurd door 195 landen, nagenoeg de hele wereld. Conclusie: de toestand is ernstig en we moeten dringend versnellen. Het goede nieuws blijft gelukkig: de oplossingen zijn er en die worden ook steeds beter.

De data die onze klimaatmodellen schragen komen vandaag van overal op de planeet, van de hoogste toppen in de Himalaya tot de Marianentrog in de diepte van de Stille Oceaan. Samen geven ze een grimmig beeld. Overal smelten gletsjers met een snelheid ongezien gedurende de laatste tweeduizend jaar, gletsjers die de bron vormen voor watersystemen waarvan honderden miljoenen mensen afhankelijk zijn voor hun drinkwater en levensonderhoud. Met dat water worden talloze landbouwgebieden bevloeid en industriële processen aan de gang gehouden.

Ondertussen is het aantal extreme weerfenomenen sterk toegenomen, in frequentie en intensiteit. Sinds 2008 zijn meer dan 20 miljoen mensen per jaar in eigen land op de vlucht gemoeten voor weer-gerelateerde rampen. Tussen 3,3 en 3,6 miljard mensen wonen nu in gebieden die extra kwetsbaar zijn voor de effecten van klimaatverandering. Zoals we in de zomer van 2021 hebben gezien is ook ons eigen land kwetsbaar; voor overstromingen, maar ook voor hittegolven en droogte.

De mondiale emissies van alle door de mens uitgestoten broeikasgassen tussen 2010 en 2019 waren hoger dan enige periode in de geschiedenis van de mensheid: in 2019 kwam dit uit op 59 gigaton CO2-equivalenten, dat is 12 procent hoger dan in 2010 en liefst 54 procent hoger dan in 1990. Als we de temperatuur nog willen beperken tot 1,5 graad rest ons een beperkt budget van 500 gigaton. In het huidige tempo hebben we nog nauwelijks acht jaar voor dat budget op is. We moeten dus zo snel mogelijk de knik maken en emissies afbouwen.

Bovendien heeft de natuur niet minder dan 54 procent van alle door de mens veroorzaakte emissies van de laatste tien jaar opgenomen, zo becijferde het WWF: 31 procent door land gebaseerde natuur zoals planten, dieren en grond, de andere 23 procent is opgenomen door de oceaan. Diezelfde natuur wordt echter nog steeds op grote schaal vernietigd door ontbossing of omzetting in monoculturen en andere menselijke infrastructuur. De oceaan blijven we leegvissen en vervuilen. We zagen de tak af waarop we zitten.

Het is dan ook verbijsterend om vast te stellen dat er nog steeds 900 miljard euro naar subsidies gaat voor fossiele brandstoffen (in eigen land ook meer dan 10 miljard per jaar, zoals recentelijk becijferd door minister Khattabi) of dat de honderden miljarden die vandaag de kassa’s binnenstromen van de fossiele industrie ingezet zullen worden om nieuwe bronnen aan te boren en de wereld blijvend vast te zetten in nieuwe fossiele infrastructuur.

En toch. In haast alle sectoren zijn er oplossingen om de uitstoot met de helft terug te brengen tegen 2030. Tussen 2010 en 2019 zijn de kosten van zonne-energie en batterijtechnologieën met liefst 85 procent teruggevallen. Als het gaat om aanpassing aan de effecten van klimaatverandering: op natuur gebaseerde oplossingen, zoals herstellen van natte gebieden, rivieren hun natuurlijke loop teruggeven of herbebossen, zijn goedkoper en duurzamer dan harde infrastructuur en technische ingrepen.

Al die bestaande oplossingen hebben dit met elkaar gemeen: ze zijn nu inzetbaar, ze zijn niet duur en bieden op korte termijn grote voordelen zoals energie-onafhankelijkheid, schonere lucht, meer biodiversiteit en mogelijkheden voor een gezondere levenstijl.

En zowel voor energie (Net-Zero Industry Act) als voor natuur (Nature Restauration Law) zit er een forse rugwind vanuit Europa aan te komen. We hebben alles om de tanker te keren.

Deze opinie verscheen op de website van De Morgen.

Als we een klimaatramp willen vermijden, is onmiddellijk meer actie nodig

'Hopelijk zal deze nieuwe waarschuwing opnieuw een belangrijke sprong voorwaarts inluiden, of eerder een reeks van sprongen’, schrijft Koen Stuyck van WWF. Hij reageert op het syntheserapport van het IPCC. Daarin wordt gesteld dat de uitstoot van broeikasgassen onmiddellijk moet dalen, willen we de opwarming van het klimaat onder de 1,5°C houden.

Het synthese-rapport van het Intergouvernementeel klimaatpanel van de Verenigde Naties dat vandaag gepubliceerd werd, kan niet duidelijker zijn. We stevenen af op een klimaatramp als we onze emissies van broeikasgassen niet snel en drastisch terugschroeven en uiterlijk in 2050 tot netto nul terugbrengen. Dat we dat vandaag onvoldoende doen, daarover is de wetenschap heel duidelijk. Als we de tussentijdse doelen die uitgezet worden in dit rapport, namelijk -43% tegen 2030, 60% tegen 2035 en 69% reductie tegen 2040, willen halen, dan moeten we onmiddellijk veel grotere actie ondernemen dan we vandaag doen.

Bescherm de buffercapaciteit van onze natuur

Beperken van de opwarming tot 1,5° zal de risico’s op onomkeerbare klimaatveranderingen met veel verlies en schade voor mens en ecosystemen beheersbaar houden. Gaan we erover, dan nemen extreme weersfenomenen hand over hand toe in frequentie en intensiteit. Ecosystemen die nu reeds fel onder druk staan dreigen in te storten. Denk aan het Amazonewoud dat degradeert tot een netto-uitstoter van CO2 (voor delen daarvan gebeurt dat nu al, stelden biologen vast in het gerenommeerde vaktijdschrift Nature). En dat terwijl we die natuur hard nodig hebben. Het IPCC rapport toont ook aan dat planten, dieren, grond en de oceaan samen de laatste tien jaar 54% van de door de mens veroorzaakte CO2 emissies heeft geabsorbeerd. De natuur beschermt ons tegen al te grote impact, door emissies op te nemen maar ook weer gerelateerde extremen op te vangen en te bufferen. Als we echter aan het huidige tempo doorgaan met ontbossen en de oceaan laten verzuren en vervuilen dan zal die buffercapaciteit daar onvermijdelijk onder lijden.

Dit synthese rapport van de 6e beoordelingscyclus geeft niet alleen wetenschappelijke conclusies weer van de mondiale wetenschappelijke gemeenschap. Na een week van doorlichting en een marathononderhandeling tijdens het voorbije weekend hebben de 195 landen die lid zijn van het IPCC de samenvatting van het rapport, dat zelf duizenden bladzijden telt, goedgekeurd. Dat betekent dat de hele wereld de conclusies van het rapport erkent en aanvaard. In het verleden hebben de rapporten van de 5e beoordelingscyclus (2013-14) geleid tot het akkoord van Parijs. Het speciale rapport over de globale opwarming van 1,5° (2018) heeft klimaatdoelen in vele landen beïnvloed. Grote landen als Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben een doel van netto-nul broeikasgassen in 2050 in hun nationale wetgeving ingeschreven.

Rennen, niet wandelen

Hopelijk zal deze nieuwe waarschuwing opnieuw een belangrijke sprong voorwaarts inluiden, of eerder een reeks van sprongen. Het is alvast een schot voor de boeg van de onderhandelaars die op de volgende klimaattop in december het ambitieniveau moeten optrekken. Ook in eigen land zijn we nog aan het wandelen terwijl we moeten rennen. Onze uitstoot is sinds 1990 met 24 % gedaald, maar om de Europese doelstellingen te halen moeten we tegen 2030 aan -47% zitten. Dat betekent dat we op krap 8 jaar bijna het dubbele aan reducties moeten halen dan wat we de vorige 32 jaar hebben gerealiseerd.

Het goede nieuws is dat we met bestaande oplossingen de klus kunnen klaren, en dat die bovendien steeds goedkoper worden. De kost van zonne-energie en batterijen is op 10 jaar tijd met maar liefst 85% gedaald. Als het gaat over aanpassen aan de effecten van klimaatverandering blijken natuur gebaseerde oplossingen zoals laten hermeanderen van rivieren en herbebossen vele malen goedkoper, duurzamer en effectiever dan traditionele harde infrastructuur. Ook in de circulaire economie zijn er veel nieuwe oplossingen die zich aandienen. Maar er moet dringend opgeschaald worden – op alle niveaus.

Voor Europa na de oorlog luidde het Amerikaanse Marshallplan een lange periode van economische groei en welvaart in. De wereld zou gebaat zijn met een massale investering- en reguleringsgolf die onze samenlevingen gezonder, rechtvaardiger, veiliger en weerbaarder maakt tegen klimaatschokken, want al die laatste voordelen krijgen we er gratis bij.

Deze opinie verscheen op Knack.

donderdag, februari 09, 2023

Biodiversiteit en bedrijven: a match made in heaven.

Volgens een studie van het Wereld Economisch Forum is 44 biljoen dollar aan waardecreatie afhankelijk van de biodiversiteit. Zonder die natuur en de ecosysteemdiensten die ze levert zou een substantieel deel van de economie haar grondvesten kwijt zijn. De tijd dat natuur een luxeproduct was, een ‘nice-to-have’, is dus definitief voorbij.


Er was een tijd, nog niet zo lang geleden, dat natuur en biodiversiteit iets was voor tijdens het weekend. We weten allemaal uit persoonlijke ervaring dat wandelen in een bos een genot is, dat zwemmen in een wilde rivier opwindend is, dat genieten van een woest landschap vanop een bergtop je geest opent … Ondertussen bevestigde de wetenschap ons buikgevoel in talloze studies: tijd doorbrengen in of dicht bij natuur is uitermate gezond en een goede remedie tegen stress, niet alleen tijdens de jaarlijkse vakantie, maar heel het jaar door, in ons dagelijkse leven. Een bedrijf heeft vanzelfsprekend veel te winnen bij werknemers die zich goed en gezond voelen. Het zal dus lonen om de zorg voor natuur en biodiversiteit te integreren in zijn (personeels- en ander) beleid.

Dat is echter slechts een eerste vaststelling. Uit het planetaire-grenzen-model van het Stockholm Resilience Centre weten we dat we op het vlak van biodiversiteit alle grenzen zwaar aan het overschrijden zijn. Kortom, de tijd dat natuur een luxeproduct was, een ‘nice-to-have’, is definitief voorbij. Het is nu tijd om de zorg voor natuur opnieuw in ons leven te integreren, ook tijdens weekdagen, wanneer we aan het werk zijn. Omdat de natuur ons niet alleen van schone lucht voorziet, maar ook van voedsel, zoet water, medicijnen en grondstoffen. Onze economie draait erop. Ons leven hangt ervan af. Het is existentieel.

In dat licht kwam het laatste Living Planet Report van WWF met een ontnuchterende conclusie: de populaties van gewervelde dieren zijn sinds 1970 met 69 procent afgenomen. Dat betekent dat de natuur in een hartverscheurend tempo wordt vernietigd. Want samen met de dieren verdwijnen ook de bossen, de waterrijke gebieden, de savannes, gezonde riviersystemen ... En dat verergert dan weer de klimaatverandering: ontbossing en de omzetting van andere natuurgebieden zijn de tweede grootste bron van uitstoot, na het verbranden van fossiele brandstoffen. Bovendien verdwijnen met die gebieden ook belangrijke buffers tegen de effecten van de klimaatverandering: mangrovewouden bieden kustbescherming, tropische bossen nemen onze broeikasgassen op en zijn een bron van medicijnen.

In eigen land zorgt het verdwijnen van natte gebieden voor een afname van onze capaciteit om overtollig water op te vangen, te zuiveren en drinkwater vast te houden. Onze rivieren die zoet water leveren voor onze landbouw en onze industrie dreigen droog te vallen tijdens lange droogteperiodes. Onze natuur in het algemeen absorbeert een deel van de CO2 die we uitstoten, biedt mogelijkheden tot recreatie en ontspanning en helpt ons de schokken van de klimaatverandering op te vangen (denk aan het hitte-eilandeffect in onze steden). Als we haar tenminste de kans geven.

Een waarde van 44 biljoen dollar, dat is ‘too big to fail’

Volgens een studie van het Wereld Economisch Forum is 44 biljoen dollar aan waardecreatie afhankelijk van de biodiversiteit. Zonder die natuur en de ecosysteemdiensten die ze levert zou een substantieel deel van de economie haar grondvesten kwijt zijn.

Biodiversiteitsgerelateerde risico’s zoals hierboven omschreven komen dus als een golf op ons af, en voor de bedrijfswereld vertaalt zich dat in talloze risico’s die we in vier categorieën kunnen onderbrengen. Ten eerste de fysieke risico’s – stormschade aan bedrijfsgebouwen en ondergelopen magazijnen bijvoorbeeld. Of nog: afgebrande plantages, watertekorten die bedrijfsprocessen in gevaar brengen enzovoort. Ten tweede reputatierisico’s: bijvoorbeeld wanneer bedrijfsprocessen bijdragen tot lokale vervuiling of wanneer de grondstoffen uit het productieproces blijken voort te komen uit ontboste gebieden of met de inzet van onderbetaalde arbeidskrachten. Ten derde: toenemende wetgeving die allerlei rapportering over impact en afhankelijkheden zal opleggen. Na het biodiversiteitsakkoord van Montreal zit er heel wat nieuwe regelgeving aan te komen, zoals een verplichting voor grote bedrijven en financiële instellingen om hun risico’s te onderzoeken en hun impact en afhankelijkheden van de natuur openbaar te maken. Europa komt intussen met de Sustainable Finance Disclosure Regulation en de Corporate Sustainability Reporting Directive. Een voorbereid bedrijf is er twee waard. Ten vierde zijn er marktrisico’s, zoals plotse stijgingen van de prijzen op de internationale markten door klimaat- of biodiversiteitsgerelateerde risico’s.

WWF lanceert biodiversiteitsrisicofilter

Op de COP15 in Montreal is afgesproken om tegen 2030 de afnemende trend van de biodiversiteit te keren en terug meer natuur te hebben dan vandaag. Om een duurzame en gezonde toekomst te verzekeren, moet iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen. Niet het minst de bedrijven, wiens toekomst ervan afhangt; meer dan ze vooralsnog beseffen. Net als bij klimaatgerelateerde risico’s geldt: kennis is goud, meten is weten en wie proactief is, wint.

WWF wil bedrijven helpen om risico’s in te schatten en hen handvaten geven om hun voetafdruk op de biodiversiteit drastisch te verkleinen en indien mogelijk zelfs positief te maken. Bedrijven kunnen nu gratis gebruikmaken van de nieuwe biodiversiteitsrisicofilter, naar het model van de waterrisicofilter, die al langer bestond. Elk bedrijf kan gratis een account aanmaken. Als je vervolgens je gegevens oplaadt, krijg je een analyse van de risico’s die je bedrijf loopt, gebaseerd op de locatie en de aard van je activiteiten.

De impact en afhankelijkheden van biodiversiteit creëren zowel risico’s als opportuniteiten – die begrijpen zal bedrijven en financiële instellingen helpen om de juiste actie te ondernemen, zodat ze kunnen bijdragen aan de oplossing in plaats van aan het probleem.

Deze tekst verscheen op de nieuwssite Susanova.