woensdag, augustus 10, 2011

WWF-projecten in Oost-Congo

De reis begon in mineur vorige week toen bleek dat het geplande interview met Emmanuel De Merode, de directeur van het Virungapark, niet kon plaatsvinden. Il devait voler vers Kenia pour l’entretien de son avion. Cet avion est utilisé entre autre pour survoler le parc et de faire des contrôles. Dan, de eerste zondag na onze aankomst in Goma, kregen we ander slecht nieuws: een aanval van FDLR-rebellen op een gewapend konvooi van het ICCN (Institut Congolais pour la Conservation de la Nature) dat het Virungapark beheerd. Résultat: deux gardiens de l’ICCN mort et encore 7 blessées. C’était donc un attentat grave. La preuve devant nos yeux que le problème numéro un du parc reste la sécurité. Puisque ce sont tous ces groupuscules violents qui empêche le tourisme de se développer et qui rend plus difficile aussi la protection du parc contre l’exploitation forestière illégale, le braconnage etc. We krijgen het bericht dat we beter niet blijven slapen in Bikuma, het basiskamp om de gorilla’s te bezoeken en dat we dus de dag erna heen en weer moeten gaan. Teleurstelling! Ook bij onze Knack journalist die graag De Merode wilde spreken.
Maar dan is er een interventie van Thierry Bodson, de baas van WWF-Goma. Hij weet telefonisch de mensen op het hoofdkwartier van het park te overtuigen. Emmanuel zelf heeft zijn vertrek een dag uitgesteld en hij zal ons kunnen ontvangen. We gaan bovendien overnachten in Rumangabo zelf, het zenuwcentrum van het park waar ook de directeur huist. We krijgen een gewapend escorte van 8 mannen vanaf Kibati, aan het begin van het park. Wij opgelucht maar niettemin lichtjes gespannen op weg.

Die avond hebben we ons gesprek met Emmanuel. Onderwerpen: conservatie, beheer van het park, de veiligheid, relatie tussen de gardiens en het leger dat er ook nog rondloopt... (de gardiens krijgen een deftig loon uitbetaald, er worden scholen en dispensario gebouwd voor hun familie en weduwen krijgen een vergoeding, in tegenstelling tot militairen die slecht of vaak niet worden betaald). Tussen door moet hij regelmatig telefoontjes beantwoorden in verband met een actie aan het Edwardmeer. L’homme est vraiment très occupé, constamment il y a des gens qui le sollicitent. Mais quand-même nous avons pu poser tous nos questions. Après cette interview sur la véranda de l’ancienne résidence du premier directeur du parc dans le temps colonial (le parc date du 1925) nous avons pu faire connaissance avec l’équipe du de directeur. We krijgen ook nog een rondleiding. Rumangabo ligt op een heuvel die aan één kant uitkijkt over het dichte regenwoud dat zich uitstrekt tot voorbij de horizon. Aan de oostkant liggen de velden van de boeren die wonen in hutten met daken van stro die verscholen liggen tussen de bananenbladeren. Op de heuvel ligt het Sensekwe centrum, waar enkele gorilla wezen wonen die in 2007 de slachtpartij overleefden waarbij onder meer de Silverback gorilla met dezelfde naam werd gedood. Ook kregen we de lodges in aanbouw te zien die binnenkort toeristen moeten laten logeren. Wij mochten voorlopig blijven slapen in de geriefelijke tenten die ze hebben staan voor gasten, ook de stafmedewerkers van het park slapen daar nu.

De volgende ochtend is het de grote dag dat we de gorilla’s gaan zien. Maar eerst Emmanuel uitwuiven op het lokale vliegveldje waar hij met zijn tweemotorig vliegtuigje opstijgt en naar Kenia vertrekt. Via een barslechte weg waar onze 4x4 nauwelijks opraakt achter onze gids Diddy aan (rijdt met de motor) naar Bukima kamp, het vertrekpunt voor een gorillatrek aan de rand van het regenwoud. Omdat we laat zijn stappen we eerst een tweetal uur door de druk bewerkte velden voor we het woud binnen gaan. Enfin, c’est à dire, en nous faire une tranchée de route à la machette, nous commencent à grimper sur la colline à travers la jungle verte. Et, après peine vingt minutes, Diddy nous signale d’être silencieux. Pendant que nous attendons en enjambant, il commence l’effeuillage avec le brassard. Et la, tout à coup, il y un grand visage noir qui nous regarde dans l’œil. Beaucoup plus calme que nous, après quelques regards attentifs, il tourne ça torse massive et nous voyons l’éclat d’argent sur son dos. C’est le ‘silverback’ même !
De rest van dit stukje vertel ik thuis wel, anders ben ik nog uren aan het schrijven... Het was dus Umba, de pater familias van één van de drie families die gewend gemaakt zijn aan menselijke bezoekers. Hoedanook worden alles in het werk gesteld opdat het bezoek geen gevaar zou opleveren voor hen: we dragen een masker om onze ziektekiemen niet aan het over te geven, de gids is de enige die heel dichtbij mag komen en we mogen maar maximum een uur blijven.

Na het weekend komen de mensen van de VRT toe. Ze blijven maar vier dagen en we vertrekken onmiddellijk naar de Massissi, een streek op zo’n drie uur rijden van Goma, waar vele plantages van ECO-Makale zijn. Vroeg vertrekken was echter zonder de waard gerekend, in de vorm van de Congolese administratie. Als je daar iets van gedaan moet krijgen dan blijkt dat anoniem apparaat plots te bestaan uit een veelkoppig monster dat je voortdurend van het kastje naar de muur stuurt. Vanzelfsprekend probeert ieder radertje in dat mank lopend mechanisme een graantje mee te pikken... Volgens Luc Cauwenberghs, de cameraman van de vrt en een ervaren rot in Congo, moeten we een permit halen om te mogen draaien. Als ze ons tegenhouden en ze hebben geen permit, dan betekent dat een enorme boete en terugkeren naar Goma om alsnog die permit te halen. Alors, on ne va pas tenter le destin… Je ne vais pas décrire toutes la procédure et tous les endroits qu’on à du visiter, mais ça nous a couté 4 heures et 250 dollar par journaliste.
Enfin, nous partons début après-midi. Après une heure déjà, la route commence à monter. Le paysage commence à ressembler… la Suisse. Avec des collines vertes occasionnellement doté d’un arbre ou deux. Parfois des vaches qui pâtirent. Nous achetons du fromage chez un paysan (le meilleur c’est le vieux, dit Geert) : l’altitude est de moins 2.200 mètres ici, le climat est vraiment agréable, une 25 dégrées, pas comme on s’attendrait au Congo. Nog een uurtje verder komen we aan in Kitchanga (fout geschreven maar ik ben de juiste spelling even kwijt), een uit de kluiten gewassen dorp waar we blijven slapen in een eenvoudig soortement klooster zonder veel comfort. Die avond eten we à la Congolaise in een restaurant die naam nauwelijks waardig maar de mensen zijn zoals bijna overal warm en hartelijk. Daarna naar de lokale danstent waar de vrt zich niet onbetuigd laat en de soukous nog in onze oren dreunt als we gaan slapen.

De twee volgende dagen bezoeken we plantages van de ECO-Makala, de rokende zandhopen op het platteland waarin de houtskool gemaakt wordt, de ateliers waar de ‘foyers améliorées’ hun vorm krijgen, de boomkwekerijen, de markt van de illegale makala (hier krijgen we achterdochtige reacties van de verkopers die vrezen dat we gekomen zijn om hun markt te sluiten). We gaan op bezoek bij de minister van milieu van Noord-Kivu voor een interview over het REDD+ programma. We gaan ook het woud in om te filmen en foto’s te trekken, we zien tanige mannen die met een twee meter lange wipzaag dikke boomstammen met de hand doorzagen. Af en toe passeren we nog een vluchtelingenkamp – er zijn er nog steeds heel wat over na de oorlog.

Samedi, comme le vrt est déjà de retour, un groupuscule de quatre mâles alpha décide de se rendre vers une montagne. Un volcan, pour être précis. Ce cracheur de feu qui répond au nom Nyiragongo commande le respect de tous ceux qui le connaissent. Entre eux, les 400.000 résidents qui, à l’époque, vivaient dans la ville de Goma qui reste d’une façon précaire à son pied. Maar de vier alpha mannetjes hebben geen last van angst. Ze willen gewoon die berg op, en liefst als eerste... ondanks de slordige 1400 meter stijgen op enkele uren. We hebben dus twee mannen uit het WWF-hout gesneden en dan het weekblad Knack, vertegenwoordigd in tekst en pixels. Dat er zich tussen deze twee subgroepjes een competitie zou ontwikkelen stond in de sterren geschreven, meer nog, het viel af te leiden uit hun enthousiaste gesprekken. Flarden van hoogmoedig woordgebruik die echter spoedig getemperd werden door opkomend melkzuur en een licht tekort aan ademtocht. Terwijl het tempo van het gezelschap zakte hield één van hen de eer hoog en snelde in ijltempo naar boven om triomferend als eerste de rand van de krater te bereiken en vol ontzag in de mond van de vulkaan te staren.

De Nyirangongo: 3.470 meter hoog met in zijn krater het grootste lavameer ter wereld: 220 op 230 meter breed. Beneden aan de start van de klim heeft het ICCN een nieuw bezoekerscentrum gebouwd in dezelfde stijl als de lodges in Rumangabo. Geert Lejeune en ik zijn dat centrum gaan inspecteren. De bedoeling is om er drie tentoonstellingen in onder te brengen: één over het park, één over vulkanologie en één over conservatie. WWF België zal die opstellingen financieren.

dinsdag, augustus 02, 2011

Goma en zijn zwaard van Damocles

Goma is één van de vreemdste steden die je kan bezoeken. Een eindeloze reeks van wankele huizen tussen stoffige straten en overal lage muurtjes van zwarte stenen. Geen of nauwelijks groen. Het enige bewijs dat dat er hier nog iets kan groeien is het gebladerte dat boven de hoge muren uitsteekt van de compounds in de rijke wijken van de stad. Zo kan het gebeuren dat je één van de ijzeren poorten in zo'n 'compound' binnen stapt en plots in een weelderige tuin terecht komt. Vanzelfsprekend kom je in die plaatsen, buiten het personeel, alleen Congolezen uit de middenklasse tegen en leden van de talrijke ex-pats gemeenschap: UN en/of Monuc ondertussen herdoopt tot Monusco en verder alle grote ngo's, humanitair of andere.

Buitenlandse bedrijven zijn er nauwelijks. Alleen de onvermijdelijke avonturiers: Libanezen en Russen, een aantal Belgen uit oude families die volgehouden hebben en tenslotte een ontluikende middenklasse van Congolezen die hun gaatje in de zeer volatiele markt gevonden hebben: want vergis je niet - wie denkt dat dit het hol van Pluto is: het economisch boomende Rwanda is vlakbij, Oeganda en Kenia zijn slechts een korte vlucht verwijderd. En niet te vergeten een potentiële markt van meer dan een miljoen mensen van wie het grootste deel weliswaar geen nagel heeft om... maar die tenslotte toch noden hebben.

Het grootste probleem van Goma is zonder twijfel de bevolkingsdruk: nu 800.000 'and counting', en dat terwijl de meeste vluchtelingenkampen van alle oorlogen ondertussen verdwenen zijn. Resultaat: een enorme energiecrisis - één van de redenen voor ons om deze reis te ondernemen - maar evengoed een probleem van voedselprijzen en een te kleine economie om mensen werk te geven. Er bestaat echter een zwaard van Damocles voor deze stad die potentieel veel catastrofaler is dan alle bovengenoemde problemen. Bij een klare hemel zie je de dreiging boven de stad uittorenen. Ze luistert naar de naam Nyirangongo, en het is één van de meest actieve en tegelijk minst onderzochte vulkanen ter wereld. Het is ook één van de weinige vulkanen die in zijn krater een heus lavameer heeft waar het vloeibaar gesteente tegen een temperatuur van een slordige 1600 graden voortdurend ligt te borrelen, wachtend op een sein van het monster diep in de buik van vulkaan. Als dat sein er ooit komt, en volgens vulkanologen is dat onvermijdelijk, dan zal het meer op enkele uren aanzwellen tot een bruisende zee en de randen van de krater overstromen. Terwijl zullen de ontketende krachten van de vulkaan een regen van gloeiende stenen en lava honderden meters de lucht inslingeren. Op 17 januari 2002 gebeurde dit de laatste keer. De lava overstroomde zowat heel Goma en hele verdiepingen verdwenen onder de nieuwe aardbodem. 400.000 mensen vluchten de stad uit. Als bij wonder vielen er slechts enkele doden maar al die mensen waren wel hun huis kwijt. Toen de lava afgekoeld was tot een dikke rotslaag zo hard als beton keerden de mensen terug. Wat moesten ze anders? De meesten waren te arm om te verhuizen. De huizen met twee verdiepingen hadden er plots nog maar één, en de andere werden herbouwd, boven op de zwarte ondergrond.

De Nyirangongo is ook één van de highlights van het Virunga park, het oudste natuurpark van Afrika (1925) en tevens de belangrijkste bron van biodiversiteit, vers water en zo verder.