dinsdag, januari 15, 2008

Debat "de reis naar Mekka"

Al voor het binnen komen werd duidelijk dat de organisatoren, de mensen van het Minderhedenforum de vinger op een gevoelig plekje had gelegd. De kelderzaal van de Centrale zat afgeladen vol. Gelukkig moesten al die aanwezigen niet wachten op de vragen uit het publiek om het spannend te maken. Het panel had genoeg verschillende meningen in petto om veel langer dan drie uur op door te gaan. Dat panel bestond uit respectievelijk Sami Zemni (directeur Centrum voor Islam in Europa en coördinator Middle East and North Africa Research Group), Jan Leyers (de reportagemaker), Naima Charkaoui (directrice van het Minderhedenforum), Dirk Tieleman (eindredacteur van de reeks) en Ico Maly (Medewerker Kif Kif, antropoloog en redacteur van het boek Cultu(u)rENpolitiek). Moderator van dienst was Guy Poppe (ex-vrt radio). Met die bezetting was de polemiek alvast verzekerd maar een dovemansgesprek werd het gelukkig niet. Jan Leyers en Dirk Tieleman zijn te verstandig en te lucide om zich makkelijk in een hoek te laten drummen. En al gingen de standpunten soms wat te vlot aan elkaar voorbij, er zijn veel interessante dingen gezegd. De twee kemphanen Sami Z. en Jan L. leken hun strijdbijl thuis gelaten te hebben (cfr de bitse woordenstrijd op de opiniepagina's van De Morgen).

Sami Zemni verweet Leyers een culturaliserend wereldbeeld mee te geven aan de kijkers. Volgens Zemni doet hij dat door mensen die hij tegenkomt te beperken tot hun religieuze identiteit. Waarop Leyers repliceerde met een les in televisiemaken: "maar godsdienst was nu eenmaal de insteek van de reportage!" Daarmee is de pointe van Zemni's kritiek alvast niet echt weerlegd maar hetzelfde naast elkaar praten komt nog verschillende malen terug vanavond. Ico Maly ontwaart de 'botsing van beschavingen' - Samuel Huntington zijn beroemde stelling - als uitgangspunt van de reeks. Volgens Maly wordt die botsing gezien als een normaliteit en bevestigt Leyers die tijdens zijn reis haast automatisch. Eén van de mechanismen achter zulk interpretatiekader dat verspreid is vanuit het centrum naar de periferie is immers dat de onderdrukte het discours overneemt. Naima Charkaoui wijst op de 'bril' die iedereen op heeft, vaak zonder die zich ervan bewust is. Volgens Charkaoui stelt Leyers vaak de juiste vragen in de reeks maar luistert hij niet naar de antwoorden.
Wanneer dan het interview met Nadia Yasin getoond wordt, de Marokkaanse islamiste die opkomt voor de beweging 'Recht en Spiritualiteit' verwijt Charkaoui Leyers van haar in een hoek te drummen. Yasin zegt in het interview onder meer dat de UVRM (Universele Verklaring van de Rechten van de Mens) allerminst conflicteerd met wat in de Koran staat. Meer nog, het zou er kunnen op geïnspireerd kunnen zijn. Waarop Leyers Yassin confronteert met de praktijk dat de man vier vrouwen mag hebben. Volgens Yassin is er geen tegenspraak omdat de vrouw niet verplicht kan worden.

De negatieve connotatie die er hier aan fundamentalisme vast kleeft neemt Leyers gewoon mee. Niet dat er geen reden is om die strekking te wantrouwen. Maar het is niet omdat sommige mensen terug willen naar de fundamenten van hun godsdienst dat ze ook bommen gaan laten ontploffen. En anderzijds kan het zijn dat moslims die bommen afschieten op legerposten van een vijandelijke macht door het westen worden afgeschilderd als fundamentalisten maar dat helemaal niet zijn. Met andere woorden: er is geen gelijkheidsteken te plaatsen tussen geweld en fundamentalisme. Leyers gaat dan ook even uit de bocht wanneer hij het woord facisme in de mond neemt wanneer hij het heeft over moslimfundamentalisme.

Volgens Dirk Thieleman is het gewoon niet mogelijk om dieper te gaan in zo'n televisie-interview met Nadia Yassin. Er is eenvoudig geen tijd om meerdere onderwerpen aan te snijden.

Allemaal goed en wel, de televisie wetten zijn wat ze zijn, het gaat niet over de intenties van de makers maar over de gevolgen.

In Egypte bezoekt Leyers de splinternieuwe bibliotheek van Alexandrië, een prestigeproject dat echter de bevolking ten goede moet komen want inwoners van de stad kunnen er gratis komen lezen. Probleem is enkel dat ze dat nauwelijks doen. Het onderwijs in het Egypte van Moebarak is niets minder dan belabberd en zelfs Egypte's beroemdste schrijvers moeten allemaal in het buitenland publiceren om gelezen te worden. Als er één plek is waar je niet om de sociaal-economische en politieke context heen kan om de geestelijke armoede te verklaren dan is het hier. En inderdaad, Leyers' gids, de genaamde Naguib Mafouz (naamgenoot van Egypte's grootste 20e eeuwse schrijver) wijst op een 'tekort aan vrijheid' - alleen zegt ie er niet bij dat het om politieke vrijheid gaat. En tijdens het tussenbeeld na die uitspraak lopen er twee totaal gesluierde dames door het beeld. Volgens Ico Maly een betekenisvolle associatie. Of die bewust of onbewust gemonteerd is doet niet ter zake, als journalist moet je waakzaam zijn voor dergelijke linken. Waarop Leyers en Thieleman schokschouderend de armen ten hemel heffen. Zij namen gewoon een straatbeeld als adempauze tussen twee zinsneden. En er lopen nu éénmaal veel volledig gesluierde vrouwen rond in Alexandrië, véél meer dan vroeger. Hoe dan ook, je kan er niet omheen: de kijker zal die reflexie niet maken. En trouwens, voor de man en vrouw achter de Vlaamse buis is Jan Leyers de autoriteit en niet Naguib Mahfoez, de bibliothecaris met de beroemde naam. Met andere woorden: Leyers' conlusies zijn die van de kijkers. Maly voegt er nog aan toe dat de betekenis van de hoofddoek gewijzigd is de laatste jaren en zowat tot het logo van 'onvrijheid' is geworden.

Sami Zemni, die een tijd woonde in Cairo, wijst nog eens op de enorme culturele stagnatie in het land en het historisch falen van de regering om vooruitgang te brengen. Na de dood van Nasser ging het alleen maar bergaf met wat eens één van de culturele centra van de Islamitische wereld was.

Toch zijn er ook beelden uit de reportage waar je er niet naast kan kijken. Zo als Leyers en zijn ploeg de boot nemen naar Jordanië. Van de Egyptische politie mag de camera niet draaien onderweg - maar gelukkig hebben ze een microcamera mee waarmee ze ongezien het geweld vastleggen dat enkele politiemannen uitoefenen op de gewone passagiers. In 5 seconden is daar de essentie van het probleem geillustreerd: het dédain waarmee de overheid tegenover haar burgers staat. Alvast toch een positief punt voor "de weg naar Mekka."

Een stukje dat Jan Leyers zelf heel frapant vind is dat van zijn bezoek aan een religieuze universiteit. Volgens de plaatselijke rector is de koran "de bron van alle wetenschappen." Wanneer Leyers vraagt naar wat de koran dan wel te melden heeft over het genetisch klonen van mensen vertelt de man dat ook op dergelijke problemen de koran een antwoord biedt. Dogmatisme van het zuiverste soort zou je zeggen: alles is ondergeschikt aan de gereveleerde waarheid. Dat vind ook Leyers. Voor hem is dat één van de zaken die in het westen als hoogst problematisch wordt ervaren.
Maar je kan je ook de vraag stellen of het antwoord van de geleerde geen overdrachtelijke betekenis had. En natuurlijk kan je dit soort antwoorden wel verwachten in een conservatief religieus instituut. Volgens Zemni heeft het dogmatisme de laatste 30 jaar dramatisch aan belang gewonnen. Een fenomeen dat relatief nieuw is, zeker tegenover het einde van de 19e eeuw. Er is dus inderdaad een groot probleem van vrijheid van denken nu. Alleen heeft dat niet alleen met religie te maken. Maly werpt vervolgens op dat de botsing van religie en wetenschap geen exclusief islam-verhaal is, wat bijvoorbeeld met de creationisten? Jan Leyers: maar dat is bij ons een marginaal verhaal, daar is het 'mainstream.' Waarop Zemni weer: "de seculieren zitten inderdaad in het defensief, en het gaat in veel landen de verkeerde kant op." Leyers: "volgens mij is het een angst voor de vrijheid. Alleen al de uitspraak van Nadia Yasin in Marokko: ons recht is gefundeerd in de koran." Waarop Zemni uitroept: "Maar dat is retoriek! Op de Moudawana (familierecht) na is de hele Marokkaanse wetgeving van franse signatuur, ze is m.a.w. helemaal ingevoerd.

Een laatste stukje confrontatie gaat over Leyers' vrijpostige interview met een Egyptische vrouw in Caïro. Tijdens hun rondwandeling door de stad vraagt hij haar op een enigszins provocerende manier of ze er niet van droomt om eens haar sluier en de djellabah af te gooien en haar schoonheid te laten zien aan de wereld. Een stukje waaraan Naima Charkaoui zich speciaal had gestoord. Volgens Charkaoui stuurt Leyers aan op de clichés in plaats van dat hij nuances aanbrengt. Hij beledigt zelfs deze vrouw die wel tracht van uit te leggen waarom ze een sluier draagt maar zonder dat haar toehoorder erop in gaat of enige empathie toont met haar zienswijze.

Koune Sthigue

Het gebeurt niet alle dagen dat je geinterviewd wordt voor een Senegalese nieuwsmedium. Vrijdag 11 januari werd ik aangesproken door Bakary Dabo op de Afrikaanse betoging tegen de EPA's. Hij citeert me met een zinnetje in zijn artikel "La montagne accouche d’une souris" op Sudonline.sn.
Dabo schrijft voornamelijk over economische thema's interessante artikels vanuit een Senegalees standpunt. In Dakar zijn economische thema's in de krant nog niet verbannen naar de beursrubrieken of aparte katernen, ze zijn vaak bittere realiteit voor de gewone Senegalees. Lees ook het verhaal over de moeilijkheden van de Senegalese delegatie om in Brussel te raken: "La galère des marcheurs Dakarois." De man schrijft zeer onderhoudend.

maandag, januari 14, 2008

Cultu(u)renpolitiek

Met het boek "Cultu(u)renpolitiek" heeft KifKif een behoorlijk gedocumenteerde en onderbouwde kritiek afgeleverd op de 'culturalisering' van alle problemen waar onze samenleving vandaag de dag mee te maken heeft. Met andere woorden, problemen komen voort uit de 'cultuur' van de betrokken mensen. Of nog: uit de onaangepastheid van de cultuur in kwestie. Meer specifiek richtten Ico Maly en zijn gelegenheidsredactie hun pijlen op het misbruik van die culturele logica door de politiek. Het is een kritiek die niets te vroeg komt, want ook al bewijst de realiteit op het terrein, zowel in binnen- als buitenland, het failliet van dat discours, er wordt nog steeds kwistig gebruik van gemaakt... door de politieke klasse en in de samenleving, waarvan die eerste groep steeds vaker meent de spreekbuis te moeten zijn. En dat laatste heeft alles te maken met de enorme mediatisering van het debat.

De 'culturalisering' van het politiek debat is een evolutie die zowel in eigen land als mondiaal aan de orde is en die bijzonder gevaarlijke consequenties heeft, zeggen Ico Maly en zijn ploeg. Ik ben het daar grotendeels mee eens. En het is goed dat de boodschap van Huntington (De botsing van beschavingen, 1993) en Fukuyama (Het einde van de geschiedenis, 1992) nog eens goed worden geduid. Je zou nog andere ideologische historici aan het rijtje kunnen toevoegen: W.W. Rostow bvb. met zijn "Stages of economic Growth." Allen hebben gemeen dat ze fan zijn van het 'Westerse moderne model.' en neerkijken op alles wat als 'achterlijk' ("Backwardness") wordt gepercipieerd.

In dit hele verhaal speelt de media een belangrijke rol. Meer nog: zonder de gewillige medewerking van de media zou deze evolutie gewoon niet mogelijk zijn. Want ondanks het massale gebruik van internet als communicatiemedium blijven de traditionele media de belangrijkste manier om op een massale manier aan ideëenverspreiding te doen. Het culturaliserend debat biedt overwerkte journalisten een eenvoudig kader om hun berichtgeving in te plaatsen. Voor hun bazen, de mediabonzen en hun rechtstreekse handlangers nl. de marketeers, is zulk culturaliserend kader een geschenk uit de hemel. In deze tijden van enerzijds de groeiende verstrengeling tussen redacties en de commerciële afdelingen en anderzijds innovatieve marketingstrategieën zoals contextgevoelige reclame lenen culturele verklaringsmodellen zich veel beter tot de integratie met onderhuidse reclame. Het nieuwe 'grote verhaal' brengt bovendien mensen in de juiste 'state of mind' om gepolijste beelden van de reclamejongens en -meisjes als het ware op te zuigen.

Op dit culturaliserend interpretatiekader is ondertussen een hele sector gegroeid van professionals die zich gespecialiseerd hebben in interculturele communicatie. Moeten de mensen in deze sector zich nu bedreigd voelen door deze kritiek? Reeds in het eerste hoofdstuk haastten Jan Zienkowski en Ico Maly zich te verklaren dat ze de notie cultuur niet willen afschaffen. Ze willen de tendens om cultuur als een objectief en allesverklarend fenomeen voor te stellen aan de kaak stellen. Volgens hen kan cultuur hoogstens een categorie zijn in de globale betekenisgeving van taal en macht zoals die op het publieke forum gebruikt wordt.

Wat internationaal wellicht het gevaarlijkste is aan het culturaliserende discours is de vervreemding van het (Westerse) publiek. John met de pet uit Iowa leeft met de overtuiging dat moslims irrationele fanatici zijn die om één of andere onbegrijpelijke reden iets hebben tegen zijn land. De doorgedreven mediatisering van het officiële discours via overwegend commerciële mediakanalen leiden tot een chronisch tekort aan onafhankelijke berichtgeving. Want dat officiële discours verbergt natuurlijk wel een reeël beleid, met (veel) geld van de Amerikaanse belastingbetaler, met in de luwte gesloten handelsakkoorden, met militaire contracten en steun voor bevriende régimes enz. Régimes die op hun beurt weinig gelegen laten liggen aan de ontwikkelingskansen van hun bevolking. Het overwicht van de professionele public relations in de communicatiestromen is dusdanig dat democratische controle op het buitenlands beleid haast onbestaande wordt of in ieder geval te marginaal om rekening mee te houden. Ja, de VS heeft zijn unieke wet op de openbaarheid van bestuur. En die maakt dat je alle officiële beslissingen vrij kan opvragen. Maar wie maakt daarvan gebruik? Enkele journalisten van de New York Times, onder andere. Een krant die gelezen wordt door hoop en al een half miljoen mensen. Op een kiezerspubliek van 220 miljoen, te verdelen onder slechts 2 partijen maakt dat niets uit.

Link: Walter Lotens besprak dit boek al voor Uit-Pers.

dinsdag, januari 01, 2008

2008

De eerste dag van 2008. Volgens mijn dochter is het vandaag "6 januari 1008." Zo sloot ze tenminste haar nieuwjaarsbrief af. In 1008 wordt Mechelen voor het eerst genoemd in een nog bestaande oorkonde als 'Machlines' en krijgt Antwerpen zijn eigen stadszegel. In Venetië wordt Pietro Orseolo II als doge opgevolgd door zijn zoon Otto. In Bretagne treedt Alan III in het huwelijk met Bertha, dochter van Odo II van Blois en wordt hertog van Bretagne. Europa zag er 1000 jaar geleden heel anders uit. Een veelkleurig lappendeken van vorstendommen met vage, steeds wisselende grenzen. Er waren geen duidelijke taalgebieden, geen centrale overheden. Taalfaciliteiten waren overal de norm omdat er geen formele taalstandaard bestond noch ministers om die standaard op te leggen. Lingua Franca was het Latijn, de taal van de Clerus en toen net nog geen dode taal. De enige zekerheid was die van de kerk en een beter leven na de dood, als je tenminste een godsvruchtig bestaan had geleid.
In 'De Radetzkymars,' het onvolprezen boek van Joseph Roth dat ik onlangs las, beschrijft Roth het einde van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. De protagonisten van dit episch verhaal, drie generaties mannen in dienst van de Keizer, leven nog in een andere wereld die weldra zijn einde zal kennen. Zij worden geconfronteerd met een existentiële angst, wanneer de hun bekende ordening van de wereld in elkaar stort. Dat is nog maar een goede honderd jaar geleden.
Tien jaar geleden was mijn dochter nog niet geboren en zaten we nog volop in het nieuwe vooruitgangsoptimisme van de jaren '90. Met "Het einde van de geschiedenis" verklaarde Francis Fukuyama de ideologische strijdbijl voor begraven. De "botsende beschavingen" van Samuel Huntington was enkel nog een theoretisch concept want nog niet 'bewezen' door 9/11. Ondertussen is de polarisatie tussen landen en mensen sterk toegenomen, zijn economische machtsverhoudingen drastisch aan het schuiven gegaan, verschenen de preventieve oorlogen op het toneel en kwam de ecologische crises op het voorplan. De tijd gaat soms zo snel dat we de veranderende tijdsgeest niet voelen waaien.

Ik wens iedereen de tijd om zich te verdiepen in dit soort fascinerende geschiedenissen en de waan van de dag te doorzien. Ik wens ook iedereen de tijd om te genieten van creativiteit, van kunst en cultuur. En tenslotte, de kracht om er te zijn voor je geliefden, met je volle hart en verstand. Gelukkig Nieuwjaar allemaal.