dinsdag, december 19, 2006

Midden-Oosten heeft inclusiever democratisch beleid nodig

Vrijdag 15 december organiseerde vrede, MENARG, 11.11.11 en MO* Magazine in het Geuzenhuis in Gent een seminarie over "Democratie in de Arabische wereld." De organisatoren hadden een 6-tal sprekers uitgenodigd om in drie sessies resp. democratie, de rol van de vrouw en de islam in het Midden-Oosten en Noord-Afrika te behandelen. Ik heb het belangrijkste wat ik onthouden heb genoteerd.

Nader Fergany is hoofdredacteur van het laatste 'Arab Human Development Report,' Dr. Naim Abu Tair vertegenwoordigt vandaag de Palestijnse zaak, waar je vanzelfsprekend niet rond kan. Exemplarisch voor de westerse houding in de regio is de nefaste reactie op de recente uitslag van de democratische verkiezingen in Palestina waarbij het nationalistische Hamas aan de macht kwam. En dat te midden van een regio met wat Fergany "Black hole states" noemt: staten die enkel de veiligheid van de eigen leidende klasse beoogt en alle energie en middelen waarover de staat beschikt daarnaar laat gaan. Het feit dat die uitslag op zo'n negatieve reactie stuitte uit de Westerse hoofdsteden toont eens te meer de politiek van twee maten en gewichten aan die de internationale grootmachten hanteren. Voor de doorsnee inwoner van de landen in Midden-Oosten en Noord-Afrika klinkt de recente oproep voor democratie van president Bush aan hun adres dan ook compleet ongeloofwaardig. Volgens Fergany en Abu Tair is het niet de Arabische cultuur noch de islam die fundamentele hindernissen oplegt aan vrijheid en goed bestuur. Het zijn de autocratische regimes die met vaak met steun van het westen elke evolutie naar meer democratie onderdrukken.

De titel van het 'Arab Human deverlopment report' van 2005 is "Toward the rise of women in the Arab world." Nicola Pratt van de Universiteit van East Anglia, Norwich en onze Anne Van Lancker, Europees parlementslid voor de SP.A leggen hun de vinger op de worde: "vrouwen zijn tegelijk symbool van modernisatie en culturele essentie," m.a.w. ze worden geassocieerd met de culturele tradities. Bovendien zijn vrouwen de moeders van toekomstige burgers. Dat maakt dat de rechten van vrouwen sterk worden geïnstrumentaliseerd. Als het westen afkomt met vrouwenrechten dan ervaart men dat meestal als een aanval op de culturele soevereiniteit. Ook al is de economische en militaire afhankelijkheid van het westen totaal, tenminste kan de nationale identiteit gevrijwaard worden. Een argument dat de lokale machthebbers dan ook volop uitspelen naar hun bevolking. En zolang het Palestijns probleem bestaat wordt de vraag naar vrouwenrechter als illegitiem afgewimpeld.
Nicola Pratt, specialiste in internationale feministische relaties, maakt één en ander duidelijk door een hilarische voorstel te lanceren voor westerse vrouwen: "laat ons vrouwen allemaal de voorbereidingen voor Kerstmis staken - er zou gewoon geen Kerstmis meer plaatsvinden." Ze heeft een punt.

Voor mij het interessantste gedeelte heeft plaats in de namiddag. Wendy Asbeek-Brusse van de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het project islam schreef mee aan het rapport: "Dynamiek in islamitisch activisme. Aanknopingspunten voor democratisering en mensenrechten." Een rapport dat wetenschappelijk verantwoorde adviezen moet aandragen voor het regeringsbeleid in Nederland. Met een exemplarisch gebrek aan vooringenomenheid onderzochten wetenschappers hoe de Islam als inspiratiebron dient voor de inrichting van politiek en samenleving in het Midden-Oosten. Ze onderzochten ook hoe islamitische actiegroepen allerhande daarover denken in de regio en 'last but not least' welke middelen ze willen inzetten om hun doelstellingen te bereiken... En, zoals kenners van de islamitische wereld al langer weten, de realiteit op het terrein is véél genuanceerder dan hier algemeen wordt aangenomen. Hier is de associatie met terrorisme en harde Sharia totaal. Dat bleek uit de vele furieuze reacties in Nederland van politici die het rapport stevig op de korrel namen. Waarom? Omdat een genuanceerde behandeling van moslimgroepen en/of partijen niet in het bevooroordeelde beleid van westerse landen past. Ook al zijn sommige van deze groepen meer te vergelijken met de Christendemocratische partijen bij ons dan met wat anders. Het duidelijkste voorbeeld is het brede protest dat klinkt wanneer enkele seculiere dissidenten de gevangenis ingaan terwijl het oorverdovend stil blijft als in Egypte meer dan 100 moslimbroeders worden opgepakt.

Terug naar het rapport. Dat toont aan dat er een enorme variëteit en dynamiek bestaat in het Islamitisch activisme (of wat ook de politieke islam genoemd wordt). En vermits je democratie niet van buiten uit kunt opleggen kan je dus ook niet buiten deze bewegingen. Diverse gezaghebbende waarnemers concludeerden al dat het vooral de autocratische regimes zijn die democratiseringsprocessen tegen houden (ook de Nederlandse journalist Joris Luyendijk wees in zijn boek "Het zijn net mensen" op de echte agenda van Al Qaeda, nl. het omverwerpen van de regimes). De vlag van de islam rehabiliteert de gewone mensen die zich in de seculiere staten in het begin naar de kant geduwd voelen.
Met andere woorden, het islamitisch activisme kan constructief zijn voor de ontwikkeling van de moslimwereld - zolang het niet gaat om de extreme en gewelddadige varianten, die overigens slechts een kleine minderheid uitmaken. Helaas wil men die wetenschap hier niet onderkennen. Het 'Euro Mediterraan beleid' is enkel gericht op economie. Europa liet zich door de autoritaire régimes aanpraten dan alle Islamitische bewegingen, ook de legitieme, leiden naar fundamentalisme. Wendy Asbeek-Brusse besluit: "er is een grote nood aan een meer inclusief democratisch beleid, er moet worden gekeken naar de agenda en coalitiebereidheid van de Islamitische groepen." Of nog: verlaat de hypocrisie en het wij-zij denken! En natuurlijk moet het grote publiek geïnformeerd worden: het is de enige manier om dat monotone vijandbeeld te doen verdwijnen en het buitenlandbeleid op termijn te veranderen.

Sami Zemni (professor aan de Universiteit Gent, auteur van diverse boeken en artikels waaronder ‘Politieke islam, 9/11 en jihad’ en hoofd van MENARG, de 'Middle East and Northern Africa Research Group') onderzocht het verschijnsel van de politieke islam intensief. Hij beaamt dan ook volmondig de conclusies van de Nederlandse WRR. Een vraag die mij al langer door het hoofd speelde: wat is de visie op scheiding van kerk en staat bij de politieke Islam. Als ik Zemni de vraag stel naar komt hij met een opmerkelijk antwoord: "de meeste moslimpartijen willen los van de staat blijven. In de moslimwereld heeft de staat vaak een beklemmende invloed op de wereld van de religie. Vele tenoren uit moslimpartijen kijken zelfs op naar de Europese Christendemocratie en willen een vergelijkbaar systeem waarin ze deel kunnen nemen aan de politiek vanuit hun Islamitische waarden." Nog een observatie: "In Iran, het land waar de integratie kerk-staat het sterkst is doorgevoerd, ziet de clerus met lede ogen hoe de bevolking steeds meer los wil komen van de religie omdat ze de bevoogding beu zijn. Precies omdat ze in het centrum van de macht zitten begint die clerus zelf te twijfelen aan haar positie: ze willen immers niet dat mensen de religie van zich af duwen..."

Ik nam alvast het laatste boek mee van Zemni: "Politieke Islam, 9/11 en jihad." Het leest nogal veelbelovend weg. Een bespreking volgt later.

woensdag, december 06, 2006

Spaanse ngo zet dakloos kind on-line op 'Second Life'

Na de netwerken zoals yahoo en YouTube is één van de meest groeiende 'communities' op het internet 'Second Life.' Zoals de naam zegt veel meer dan een gemeenschap van mensen die informatie en interesses delen. Een virtuele wereld die gecreëerd wordt door zijn inwoners, een parallelle wereld waar mensen zowat alles kunnen doen wat ze in de echte wereld kunnen. Maar net als in de echte wereld kost alles ook geld: de lokale munt in Second Life is de 'Lindex dollar' (aan de huidige koers krijg je zo'n 269 L$ voor 1 US$). Met deze virtuele munt kan je alles kopen van toegang tot een fuif tot gronden en huizen. Je kan zelfs je eigen huizen kopen. Tot voor kort waren er geen armen op Second Life, maar voor een wereld die pretendeert alles toe te laten kon deze trieste realiteit uit de echte wereld niet achterblijven. Daarvoor heeft een Spaanse ngo gezorgd; de 'Asociación Edad Dorada Mensajeros de la paz' (Boodschappers van vrede). Op 4 december jl. zette een dakloos kind voet aan land in 'Second Life' onder de naam "MensajerosDeLaPaz Jubilee."

Het kind heeft geen land of eigendommen behalve een kartonnen doos, enkele kranten en een pancarte met de boodschap "Help een kind aan een tweede kans in zijn eerste leven." Volgens Ana de la Calle, de communicatie verantwoordelijke van 'Mensajes de la paz,' is het de bedoeling jonge mensen te bereiken en ze te vragen achtergelaten en mishandelde kinderen in Zuid-Amerika en Afrika te helpen.

Om de nieuwe nieuwkomer in Second Life ruchtbaarheid te geven publiceerde de organisatie een filmpje op YouTube. Salvador Dinez, 'art designer' van het reclamebureau Arnoldfuel, is één van de ontwerpers van het project. Volgens hem zijn Second Life en de nieuwe communicatie technologieën een prima manier om jonge mensen te bereiken en hen bewust te maken van het enorme aantal mensen dat hulp nodig heeft in de echte wereld.

Overigens laat de geroemde YouTube interactiviteit zich reeds lezen in het eerste commentaar van een niet al te snuggere kijker: die stoort zich aan het feit dat het filmpje steeds dezelfde voorbijgangers toont. Maar daarom is het natuurlijk ook een filmpje en niet de echte -ahum virtuele- realiteit... De komende weken komen er nog filmpjes waarop de reacties van voorbijgangers in Second Life zullen te zien zijn. Dit experiment zou wel eens een nieuwe trend in fondsenwervingland kunnen inleiden.

Wereldmediatheek Debat:De NGO's en de media

[uit het E-Zine Belgian Documentary 102 - 8/12/06 - daily Belgian news on documentary film & tv]

Wereldmediatheek debat: De NGO's en de media - deelnemers: (vlnr) Dirk Barrez (VRT), Koen Stuyck (11.11.11) en Karel Ceule (Broederlijk Delen). Ng Sauw Tjhoi modereerde.


Geert De Belder van Wereldmediatheek leidde in met de volgende analyse:

Er is geen podium voor de NGO’s

De Ngo’s zijn afwezig op televisie. Men wil er wel op, maar weet niet hoe. Geen enkele format staat voor hen (of hun thema’s) open. De radio is al even onbereikbaar. Het vroegere ‘Radio Trottoir’, dat op Radio 1 ooit het Zuiden (en de ngo’s) als thema had, is lang geleden opgegaan in een vlot toeristisch magazine, dat al gauw de thema’s van ontwikkelingssamenwerking en dergelijke aan de kant schoof.
Grote ngo’s krijgen (of kopen) elk jaar enkele minuten tv-ruimte om een 30"-spot uit te zenden. Een druppel op een hete plaat? Want dat kan natuurlijk bijlange niet volstaan om het grote publiek bewust te maken. Maar voorlopig is dat het enige waarmee ngo’s op televisie aandacht kunnen krijgen.
Om een genuanceerd beeld op te hangen van de thema’s waar het ngo’s om te doen is, zijn meer diepgaande programma’s nodig. Maar daarin lijken de omroepen niet geïnteresseerd.

Sommige Ngo’s sluipen nu wel de amusementsprogramma’s binnen. Slimme tactiek of dwaze prostitutie?
Vredeseilanden, Broederlijk Delen, 11.11.11,… hebben in het recente verleden hand- en spandiensten geleverd aan programma’s van Woestijnvis, Ketnet of zelfs aan een soap zoals Familie. Plan België slaagt er door het inschakelen van BV’s sporadisch in (zoals een bezoek van Koen Wauters aan Kenia, en verder: Helmut Lotti, Axelle Red,…) hun werking op antenne te krijgen. Hier schuilt natuurlijk het gevaar, dat thema’s uit het Zuiden ‘gefutiliseerd’, uitgevlakt worden, om ze aanvaardbaar te maken binnen de context van amusements­programma’s.

Hoe kan dit veranderen?
Ngo’s moeten nog ontdekken hoe ze de aandacht van tv en radio moeten trekken. Is meer coördinatie en samenwerking een optie? Van gestructureerde contacten met de top van de VRT en van de commerciële zenders en met de verantwoordelijke politici is nauwelijks sprake. Is er nood aan een gezamenlijke mediastrategie vanuit de Ngo-wereld? Kan het lonen als de Ngo’s een gemeenschappelijke centrale (audiovisuele) informatiedienst oprichten?
De Ngo-wereld kan zijn expertise ‘verkopen’ aan programmamakers. Aan de schaarse tv-programma’s die het Zuiden niet beschouwen als een ver-van-mijn-bed-show, kan de Ngo-wereld een pak expertise en terreinkennis aanbieden. Lokale contacten zijn een noodzaak voor programmamakers, die zelf te weinig tijd hebben om hierin te investeren. Deze kennis is wel aanwezig bij Ngo’s, maar te versnipperd. In de mate dat Ngo’s een gezamenlijke professionele structuur kunnen aanbieden, zijn zij interessante gesprekspartners voor programmamakers en journalisten. Ngo’s zouden kunnen helpen zorgen voor meer evenwicht in de verslaggeving.

Ngo’s moeten zich meer toeleggen op nieuwe media zoals internet of digitale televisie. AV-profeten voorspellen al langer dat het klassieke televisie­landschap (en zijn impact) achteruit boert. Jongeren bijvoorbeeld spenderen steeds meer tijd op het internet, en kijken daardoor minder televisie. Internet laat ook veel meer interactie toe, zodat mensen sterker betrokken worden. Dit kan ook worden gezegd van digitale televisie. Kunnen Ngo’s hun doelpubliek niet gerichter en diepgaander bereiken via ‘de tv-kanalen van de toekomst’?
Probleem is dat zo’n interactief medium per definitie zelf geen (avond-)programma meer samenstelt. Het is het publiek dat dat zelf doet. Het publiek krijgt niets meer voorgeschoteld, maar kiest zelf uit het buffet. En als dat publiek geen oren heeft naar de Grote Wereldproblemen, zal het daar ook niet naar op zoek gaan.
Kunnen Ngo’s en overheid samen met de openbare zender misschien niet beter investeren in een digitaal kanaal van/over het Zuiden? Of dreig je dan weer niet enkel voor eigen parochie te preken?


* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
Dirk Barrez, Koen Stuyck & Karel Ceule in debat

Ng Sauw Tjhoi begint zijn vragenronde bij Koen Stuyck van 11.11.11:

Tjhoi: "Jullie komen jaarlijks flink in het nieuws, met de campagne, met de fondsenwerving. Jullie krijgen sponsoring. Wat is dan het probleem ?"
Koen Stuyck: "Ik denk dat je een onderscheid moet maken tussen de nieuwsdienst - waar ik vooral mee werk - en de 'tv-formats': programma's die voor tv gemaakt worden en die aan eigen wetten beantwoorden. Af en toe slagen we er in om iets te doen binnen een tv-format, maar dat is zeldzaam.
Nu denk ik dat je in beide soorten programma's moet komen als NGO's met de thema's waarvoor we werken. Voor beiden heb je een aangepaste strategie nodig. Gewoon omdat beiden een aparte logica hebben."
Koen Stuyck: "NGO's niet beschouwen als 'belangenorganisaties' "
Tjhoi: "Wat zijn de aparte strategieën ?"
Koen Stuyck: "Voor de nieuwsdienst is er een probleem omdat NGO's meer en meer worden beschouwd als een belangenorganisatie. Iets wat wij 'in se' niet zijn, vind ik. Maar we worden zo wel gezien wat inhoudt dat we over dezelfde kam geschoren worden als vakbonden, consumentenverenigingen of zelfs bedrijfslobbygroepen. Dat wil zeggen dat men ons beschouwt als de verdediger van een specifiek belang terwijl wij eerder het algemeen belang beogen of toch het belang van een zeer grote groep mensen, namelijk het Zuiden, of de armsten, de mensen die het moeilijkst ook in de media komen.
Dat is toch niet hetzelfde als een belangenorganisatie die een specifiek belang verdedigt, of zelfs een bedrijf dat puur een privébelang verdedigt. Toch merk ik dat we soms op dezelfde lijn gezet worden."
Tjhoi: "Hoe komt dat ?"
Koen Stuyck: "Dat heeft te maken met het feit dat wij meer en meer politieke doelen nastreven en dat we dat heel expliciet doen. Dat wil zeggen: we komen naar buiten met politieke standpunten en we verdedigen een thema dat we dan ook op politiek niveau proberen aan te kaarten. Dat is eigenlijk een gevolg van het professioneler worden van de ontwikkelingssamenwerking én van een analyse die we lang geleden maakten: dat de problemen die we aankaarten, politieke problemen zijn. Dat is ook zo, maar tegelijk leidt dat tot deze houding."
Tjhoi: "Dat wat de nieuwsdienst betreft. Dan het infotainment ?"
Koen Stuyck: " Daar is het probleem nog veel groter. Bij de nieuwsdienst, dat is wel te overbruggen."
Tjhoi: "Hoe doe je dat dan ?"
Koen Stuyck: "Door mee te denken in hun schema's en mee te werken zoals zij werken. Dat wil zeggen het nieuws proberen aan te brengen zoals zij het willen: ons nieuws moet actueel zijn ..."
Tjhoi: "Je aanpassen aan de journalistieke aanpak dus. En het infotainment ?"
Koen Stuyck: "Het probleem is dat men werkt met tv-formats die zeer duur zijn. Daar begint het probleem: omdat het zeer duur is, omdat de eisen zeer hoog liggen bij de omroepen en omdat men heel sterk naar kijkcijfers kijkt. Je moet proberen om daar binnen te raken en dat is niet eenvoudig.
Tussen haakjes: onlangs zat ik met iemand van VTM op de trein en hij vertelde hoe men bij VTM voor elk programma continu naar de kijkcijfers kijkt. Komt er een knik naar beneden in de kijkcijfers, dan wordt dat programma al snel afgevoerd. Dat werkt erg remmend want je zorgt zo dat programmamakers geen risico meer nemen. Men gaat alleen nog werken binnen 'strikte vormen' die bewezen hebben aan te slaan. Daardoor fnuikt men de creatieve programmamakers."

Dirk Barrez: "Televisie sluit 'de wereld' buiten"
Tjhoi: "Dirk Barrez, jij bent zo'n vervelende journalist van de nieuwsdienst. Als je hier nu hoort, dat Stuyck zich moet plooien naar jouw wensen. Wat denk je dan ?"
Dirk Barrez: "Wel ik heb ook al jaren kritiek op de werking van de media en je mag die kritiek nog wel uiten, maar daar wordt geen rekening mee gehouden."
Tjhoi: "Je bedoelt door de nieuwsdienst ?"
Dirk Barrez: "Wel officieel is het thema hier "de televisie en het Zuiden." Maar de titel hoort te zijn: "Televisie en de wereld." Want met de titel 'Televisie en het zuiden', ben je de wereld al aan het opdelen in wij / zij. Maar wij als mensen hebben allemaal op deze wereld een aantal problemen, van samenleven, milieu enzoverder. Als je nu kijkt naar wat de VRT- nieuwsdienst met de wereld doet. Wel dat is de wereld buitensluiten."
Tjhoi: "Sorry ?"
Dirk Barrez: "De VRT- nieuwsdienst sluit de wereld buiten. De feiten zeggen dat. De feiten vertellen dat op 15 tot 20 jaar tijd het aandeel van de wereld buiten België - buiten Vlaanderen want over Wallonië wordt ook niet meer gerapporteerd - in het hoofdjournaal terugviel van 45 à 47 % naar 27 à 28 %. Dat is min 20 %. Eén vijfde minder.
Een andere studie, getiteld "Het Buitenlands Nieuws: een steeds kleiner venster op de wereld", van Débora Votquenne en Peter Van Aelst stelt dat het nog erger is. Daar heb je tussen 1990 en 2000 - dus op 10 jaar - een daling van 43 % naar 20 %.
Dat betekent: meer dan een halvering. En sinds eind jaren 80 is dé wereld nochtans niet onbelangrijker geworden voor ons allemaal. Wij hebben allemaal veel meer met elkaar te maken. Daar bestaat zelfs een woord voor: globalisering. Alleen is die globalisering niet te merken als je naar de journaals kijkt. Dan lijkt dat helemaal niet zo.
De vaststelling is dus deze: in de media is er nu veel minder belangstelling voor 'de wereld.' En dus zeggen de NGO's wel eens: en wij komen niet aan bod. Maar dat is een gevolgtrekking die volgens mij een brug te ver is. Want ook als NGO's moet je die belangsteling verdienen.
Ten eerste moet opgemerkt worden dat als je de vergelijking maakt tussen vakbonden en NGO's, de NGO's veel meer de grote media halen dan de vakbonden. De vraag is: op welke basis ? Want als je het hebt over hun credibiliteit of de mensen die zij vertegenwoordigen, dan kan je niet zeggen dat de balans daar in het nadeel zou mogen zijn van vakbonden.
Ik wil er ook op wijzen dat NGO's die echt iets te vertellen hebben, vaak wel de media halen. Ik denk bv. aan Greenpeace dat onlangs een bijdrage leverde in het kernenergiedebat. Daarvoor kwam ruim aandacht in de media. Zie ook hoe wanneer zo'n kleine organisatie als Netwerk Vlaanderen zich uitspreekt over wat onze banken uitspoken met ons geld, daar ruim aandacht voor komt in de media."
"NGO's moeten iets te vertellen hebben"
Tjhoi: "Samengevat, jij zegt eigenlijk: NGO-wereld, jullie moeten het wel verdienen in die media."
Dirk Barrez: "Wel het kan zijn dat ze dat verdienen en ik stel vast dat ze er niet altijd in geraken, maar het is niet vanzelfsprekend dat je er van uit mag gaan 'wij zeggen iets. Dus moet het in de media."
Tjhoi: Wat betekent dat: verdienen ? Is het een kwestie van aan te passen ?"
Dirk Barrez: "Je moet eerst iets te vertellen hebben. Je moet nieuwe feiten onder de aandacht kunnen brengen. Je moet over die feiten een analyse hebben die de moeite waard is, je moet een zienswijze ontwikkeld hebben, een eigen standpuntbepaling en dan kan je een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat, zowel qua feiten, analyse als duiding ."
Tjhoi: "Dus niet met stunts en fantastische . . . "
Dirk Barrez: "Dat is het tweede, de taktiek. De vraag is hoe ver kan je gaan in wat al jaren geleden de spektakelsamenleving genoemd werd ? De vraag is of je daar niet zelf het slachtoffer van wordt. Op den duur moet je balonnen oplaten en dit en dat doen, want anders komt de televisie niet omdat er niets te filmen is. Maar wat zie je dan als kijker ? Dat er ergens ballonnen omhoog gaan, maar waarom ? Of je ziet een betoging met niet al te veel mensen (gelach) - vooral personeelsleden. En ik ken dan ongeveer alle mensen die daar lopen en die komen dan in het journaal omdat ze verkleed zijn, maar het punt - wat staan ze daar te doen - dat is vaak niet meer te vinden. Je glijmiddel om er in te komen, wordt dan contraproduktief."
Karel Ceule: 'Maar de kijker, die zapt weg . . ."
Tjhoi: "OK, graag wat wederwoord ?"
Karel Ceule: "Ik vind dat je een onderscheid moet maken tussen het Zuiden en de NGO's. Inderdaad: als NGO zijn wij een beetje een advocaat van het Zuiden, maar we werken toch ook voor het algemeen belang. Want wat er gebeurt in het Zuiden heeft zijn gevolgen ook voor de mensen hier. Maar mensen beseffen dat niet altijd. De thematiek van het Zuiden en van de NGO's is dus niet dezelfde.
Als het Zuiden al voldoende in de media zou komen, los van de NGO's, zou ik me daarover verheugen want ik vind vanuit Broederljk Delen, dat we zeer goede ervaringen hebben met de pers en niet mogen klagen over persbelangstelling. Wij hebben een cel politiek die zeer goed draait en wij hebben zeer goede contacten met journalisten. Zij vragen ons inderdaad feiten, serieuze analyses. Wij hebben 12 steunpunten in de wereld. Regelmatig krijgen die ook telefoons van journalisten, spelen die informatie door. We gaan door als betrouwbaar en dat is heel belangrijk.
ALs NGO werk ik graag mee aan het verzamelen van feiten en het helpen van journalisten. Ik vind dat er wel een probleem is met het feit dat de aandacht voor het zuiden achteruit ging in de media. Als NGO proberen we daar iets aan te doen, soms met succes, soms niet. Maar ik mag dan nog vinden dat het Zuiden meer aan bod moet komen, het probleem is dat veel mensen daar niet van wakker liggen. Als het paradigma is dat men veel kijkers moet halen en die kijkers willen niet veel over dat Zuiden weten, dan heb je een probleem. Tenzij men zegt dat de media ook een opvoedende rol moeten vervullen. En ik maak daar een onderscheid. Onze NGO wil in de media komen maar anderzijds hebben we een sterke werking in de scholen. Het voordeel van scholen is dat je daar iets kan zeggen tegen mensen die toch niet weglopen. Maar de kijker, die zapt weg. En dus . . . "
Tjhoi: "Dus schooltelevisie dan . . . "
Karel Ceule: "Geen schooltelevisie. Een andere piste is dat het ook mogelijk moet zijn om serieuze thema's op een aangename, laagdrempelige manier te brengen. We moeten als NGO's inspanningen leveren om moeilijke thema's op een eenvoudige en toch niet simplistische manier, toegankelijk te maken. Dat is een uitdaging. En ik vind dat Woestijnvis in 'Man bijt hond' met 'Radio Zuid-Afrika' daar ongelooflijk in slaagde, om op een grappige, humoristische manier die steretoypen over het Zuiden een stuk te corrigeren."
Voor hun boodschap of voor hun kassa ?

Tjhoi: "Het publiek mag er nu mee inkomen. Maar Dirk wil nog wat kwijt."
Dirk Barrez: "Eerst iets over de uniekheid die jullie opeisen van wij zijn geen belangengroep. In feite zijn jullie dat wel. Je komt op voor de rechtelozen van deze wereld. Ja toch hé ? Bon, eigenljk zou je er dan geen probleem mee mogen hebben dat journalisten zeggen: jullie komen op voor belangen. En dus wordt je gewogen zoals vakbonden: waar sta je voor ? Je kan proberen dat te overstijgen en zeggen: wij werken in het algemeen belang. Maar zelfs dan nog, in de maatschappelijke discussie die je voert ben je de belangengroep van die opvattingen en dat is een ideeën-confrontatie die in het maatschappelijk debat zou moeten gevoerd worden.
Maar er is een bezwarend element voor uw ambitie om die belangengroep te overstijgen: dat veel NGO's er niet in slagen om het onderscheid te bewaken tussen hun politieke boodschap en het belang dat ze hebben om via campagnevoering hun eigen kassa te spijzen. Als je dat onderscheid niet handhaaft is dat problematisch ten aanzien van de media én van veel scholen. Men wil graag de NOGO's hebben voor hun expertise en kennis, maar als de scholen dan ook de campagne van de NGO erbij moeten nemen . . . . Dat is in het onderwijs ook niet zo evident hé."
Koen Stuyck: "Campagnes zijn noodzakelijk vehikel."
Tjhoi: "Ik kijk naar Koen en Karel."
Koen Stuyck: "Dat laatste vind ik een oneerlijke voorstelling van zaken. Als je een onderscheid wil maken tussen aan campagne doen en onze politieke boodschap, dat onderscheid wordt steeds kleiner en kleiner, want onze campagnes hebben een politieke boodschap. Wij komen inderdaad op 11 november op straat om geld te vragen, maar kijk al onze affiches, onze tv-spots, al onze inhoudeljke boodschappen er op na, het is een politieke boodschap waarmee we naar buiten komen. We doen er ook zeer veel moeite voor om dat duidelijk te maken aan onze achterban, aan onze 20.000 vrijwilligers die op straat gaan en die we heel duidelijk de boodschap meegeven van: "wij komen niet alleen op straat om geld te vragen, maar om een politieke boodschap te verkondigen."
Dirk Barrez: "Maar nu spreek je enkel voor 11.11.11 of spreek je voor de sector ? Want ik had het over NGO's die moeite hebben om het onderscheid te bewaken. Maar 11.11.11 heeft inderdaad een veel beter antwoord dan andere NGO's."
Koen Stuyck: "Ik denk dat meer en meer NGO's effectief met een inhoudelijke boodschap naar buiten komen. Ik denk dat meer en meer NGO's . . . "
Tjhoi: "Maak het eens concreet."
Dirk Barrez: "Als je zegt tegen een school: OK, wij komen maar we gaan wel onze campagne voorstellen, dan denk ik van neen: je wordt daar niet gevraagd voor uw politieke boodschap bv. "het Zuiden wil groeien." Men wil niet noodzakelijk die campagne er in. Dat is niet altijd gepast. En het probleem ten aanzien van de media is ook dat je daar niet altijd dat onderscheid bewaart."
Karel Ceule: "Maar in scholen is dat wat anders dan in de media. Eén van de problemen is dat scholen ook ons materiaal gebruiken enzo maar dan eigenlijk het campagnevoeren zelf, ook de fondsenwerving, dat laat men achterwege. Of onder de naam van Broederlijk Delen gaat men andere projecten steunen. Dat vind ik dan ook een probleem.
Tjhoi: 'Maar Koen, jouw redenering was nog niet af."
Koen Stuyck: "Die campagnes zijn voor ons noodzakelijke vehikels om onze boodschap naar buiten te krijgen; precies omdat het zo moeilijk is. Ik heb met de nieuwsdienst weinig problemen. En ja, wij hebben makkelijk praten: als koepelorganisatie moeten we niet klagen over hoeveel we in het nieuws komen maar het Zuiden, komt effectief te weinig aan bod. En het grootste probleem ligt volgens mij bij de formats, niet bij de nieuwsdienst.
De campagnes zijn voor ons dus een noodzakelijk vehikel om een boodschap te verspreiden, om een beweging te maken op een brede manier, omdat het de enige manier is om veel mensen te bereiken. Als je een grootschalige campagne voert met affiches, met tv-spots, met vrijwilligers, dan forceer je een thema op het publieke forum. Zonder campagnes lukt dat niet. Dan hebben we ook geen stem. dan kunnen we politiek niet wegen. Dan komen we niet in de pers en dan heb je nog minder mogelijkheid om de stem van het Zuiden te laten horen. Want het hoofdthema in al onze campagnes is de verdediging van de stem van het Zuiden en van de problematiek die aan de oorsprong ligt van veel problemen in het zuiden."
Barrez: "Publieke opinie nog steeds niet overtuigd
dat het om structurele problemen gaat."
Tjhoi: "Wat ik hier hoor is dat jij Dirk zegt: zo lang "jullie' dat campagnestuk meesleuren in het werken naar de media, gaan die cijfers verder achteruit."
Dirk Barrez: "Ik weet het niet. Er is een probleem van effectiviteit. Als ik vanuit hun standpunt tegen de zaken zou aankijken, zou ik het dramatisch vinden, die vaststelling dat de wereld niet aan bod komt. Dat is een vaststelling. De vraag is of je dan al die omwegen en sluipwegen moet gebruiken om daar verbetering in te brengen.
Ik verklaar mij nader: "11.11.11 is al decennia lang in se een politieke organisatie met een politieke boodschap, al sinds de jaren 60. De wereld zit structureel fout in elkaar en daar moet structureel wat aan gedaan worden. Altijd is er gezegd: eerst via projecten en via campagnes die we als opstap gebruiken. Ik vraag u: hoeveel van de zes miljoen Vlamingen zien 11.11.11 na 40 jaar politieke campagnes als een politieke organisatie ? Ik denk dat de vork van het antwoord ligt tussen 1 en 3 % van de Vlamingen. En de anderen . . . "
Koen Stuyck: ""Wij hebben een studie laten doen en de mensen die 11.11.11 kennen, dat is 92 %.
Dirk Barrez: "Naamsbekendheid !"
Koen Stuyck: "Ja maar ook dat ze weten waar we mee bezig zijn. Maar politiek, wat bedoel je met politiek ? Men weet toch dat 11.11.11 met structureel onrecht bezig is hé."
Dirk Barrez: "Wel, in een eigen 11.11.11-onderzoek van enkele jaren geleden las ik dat dat structurele niet in de hoofden zat van de Vlamingen. Uw eigen onderzoek door uw eigen diensten."
Tjhoi: "Ok, maar wat bedoel je . . ."
Dirk Barrez: "Ik wil eigenlijk zeggen dat de omweg die je neemt, niet leidt tot een verhoging bij de publieke opinie van de overtuiging dat het hier om structurele problemen gaat."
Tjhoi: "De omweg, daarmee bedoel je, de ballonnen . . . "
Barrrez: "De ballonnen, de projectaanpak enzomeer. Nu weet ik dat de jongste jaren daar verandering in is gekomen. Maar het is moeizaam om over de grenzen heen van de NGO's capaciteit te winnen . . ."
Tjhoi: "Waarom de jongste jaren ?"
Dirk Barrez: "Omdat er een discussie is over de efficiëntie van de NGO's. Er is een discussie al vele jaren, 'Meanders' noemt dat forum, om over de muurtjes te gaan zoeken, van hoe we beter samenwerken. 'Meanders' is een goede naam: dat meandert traag in de richting van oplossingen."
Karel Ceule: "Een processie van Echternach"
Karel Ceule: "We hebben nu '2015: de tijd loopt', dat is een samenwerking tussen de NGO's rond de Millenniumdoelstelingen van de Verenigde Naties. (Doelstelingen zoals: halvering van de honger, nvdr). Ik denk dat dat heel goed functioneert. Maar de vraag naar de impact van de NGO's ... We voeren die ook met DGOS (departement voor ontwikkelingssamenwerking, de overheidsdienst die de NGO's subsidieert, nvdr). Dat is een zeer moeilijke vraag. Hoe beïnvloedt je de publieke opinie zodat het beeld verdwijnt van dat miserabel zuiden ? Dat het ook om mensen gaat. Dat proberen we ook vanuit Broederlijk Delen maar dat is bijna een processie van Echternach.
Kijk nu eens naar het magazine Mo. Het is een geweldige zaak dat MO nu via Knack mee verspreid wordt en gelezen wordt, daar waar het eigenlijk maar 5.000 abonnementen heeft. En als het op zich zou moeten bestaan, zou dat blad al lang weg zijn. Dankzij dat kontrakt met Roularta en het feit dat het Wereldmediahuis en NGO's het sponsoren, kan dat blad blijven bestaan. Gaat de Vlaming nu positiever over het Zuiden denken, ik hoop het. En gelukkig zijn de mensen ook nog vrij. Wij moeten niet bepalen wat de mensen gaan denken."
Koen Stuyck: "Je moet ook kijken naar de contekst. Je zegt dat er steeds minder buitenlands nieuws is, dat klopt allemaal. Dat werkt tegen ons, tegen de stem van het zuiden. Tegelijk heb je de proliferatie van zenders en van media en het zapverschijnsel. "

Tjhoi: "Er komt een 'net gemist' effect ook hé."
Koen Stuyck: "Ja, mensen zijn ook overstresst en willen liever 's avonds naar een ontspannend programma kijken dan iets dat hun hersenen doet kraken. Dat zijn allemaal mechanismen die meespelen. Waarmee ik wil zeggen dat wij nog zo goed ons best kunnen doen om een thematiek onder de aandacht te brengen maar dat we mee in de maalstroom zitten van de media."
"Meestal als we in de media komen, gaat het over het Zuiden"

Dan volgt een vraag van een mevrouw in de zaal: "Ik zie de NGO's toch alleen maar in de media rond de tijd van hun campagne. Het zou toch goed zijn moesten jullie ook in de media te zien zijn, ik zeg maar in 'De zevende dag' zonder dat daar direct over de campagne wordt gesproken."

Karel Ceule: "Als je kijkt naar het afgelopen jaar, dan zitten wij toch in allerlei programma's, ook inhoudelijk gewoon. We hebben nu 'Vice Versa' gehad met 50 mensen die vanuit het Zuiden naar hier kwamen. Verschillende programma's hebben die 50 mensen gevolgd, journaals ook. Dat ging nooit over onze campagne maar over de inhoud. Meestal als we in de media komen, gaat het over de thematiek van het Zuiden. We hebben onlangs nog een reportage over het Zuiden gedraaid, met Terzake. De naam Broederlijk Delen werd daarin zelfs niet vermeld."

Koen Stuyck: "TV is natuurlijk een specifiek medium. Wij zijn vooral over tv bezig. Als ik over de andere media spreek mag ik niet klagen. Ik heb een 500-tal persknipsels per jaar waar 11.11.11 prominent in voorkomt. Dan heb ik het wel met de regionale media erbij. Als het gaat over puur nationale media, dan gaat het om een 80-tal keer per jaar wat toch nog steeds niet slecht is. En . . ."
Tjhoi: "Dus jij zegt eigenlijk; het zuiden komt genoeg aan bod."
Koen Stuyck: "Neen, dat zijn twee verschillende dingen. 11.11.11 is iets anders dan het zuiden, maar het zuiden komt op verschillende manieren mee. Als wij bv. communiceren over de WTO-top en de onderhandelingen, dan gaat het heel specifiek over het belang van het Zuiden en toch slagen we daar niet in om daar mee op TV te komen, maar wel in pakweg 3 tot 4 krantenartikels. Dan gaat het wel degelijk over het Zuiden. Maar bij televisie, is dat nooit meer dan een 8-tal keer per jaar, vrees ik."
Barrez: "Manifest gebrek aan maatschappelijk debat over rol van de media"

Tjhoi: "Wat ik graag zou willen horen van Dirk is dit: hoe zou dat dan wel allemaal moeten, want kritiek geven is gemakkelijk ?"
Dirk Barrez: "In de eerste plaats is dat de verantwoordelijkheid van redacties zelf, van omroepen en van mediabedrijven die als je de journalistieke deontologie bekijkt, volgens hun eerste regel, de waarheid moeten vertellen. En de waarheid vandaag vertellen is zeggen dat we in een wereld leven waarin veel problemen bestaan met een wereldwijd karakter. Dus moet je het over die problemen hebben. Maar dat is een verantwoordelijkheid van de media. Dat helpt 'hen' niet direct vooruit.
Ik wil wel in haken op wat Paul Pauwels zei: er is een manifest gebrek aan een maatschappelijk debat over de rol van de media. Momenteel is er bv. een hele discussie over de beheersovereenkomst van de publieke omroep en zelfs in zo'n periode is er geen maatschappelijk debat over wat wij horen te verwachten van een publieke omroep. Ik wil ook net als Jan-Pieter daarstraks wel eens terugkomen - want daar wordt vaak lachend en smalend over gedaan - op de schooltelevisie. Weet u wat er in de beheersovereenkomst staat, ook nog altijd in de huidige die loopt ? Dat de VRT aan informatie en amusement moet doen, aan cultuur én aan educatie. De publieke omroep wordt dus betoelaagd om een job te doen die ze niet uitvoert. Daar is geen enkel maatschappelijk debat over en de vraag is of je ook daar geen gebruik kunt van maken om ook deze problematiek mee in te schuiven in een breder maatschappelijk debat.
Nu staat er inderdaad geen gelijkheidsteken tussen de NGO's en het Zuiden. Maar daar voorbjgaand, zij willen die functie waarnemen. Als zij, de NGO's dat zeer goed willen doen dan moeten ze dat voor zich zelf heel goed formuleren: waar staan wij, wat is onze boodschap, wat is onze analyse en zoverder. En wanneer je dat hebt dan moet je dat puntig verwoorden, al was het maar voor jezelf. Ik raad iedereen aan om volgende oefening te maken: lees een aantal websites en nieuwsbrieven van NGO's. Daar staat vaak wartaal in. Voor televisie geldt dan nog dat de beeldtaal een taal is die nog veel moeilijker te beheersen is dan de geschreven taal, een taal ook waar wij veel minder toe opgeleid zijn. Als je daar iets wil in inbrengen, moet je die taal beheersen Ik kan de dingen die vanuit de NGO -sector gemaakt zijn, zo naar boven halen. Men zegt dan dat dat reportages of documentaires zijn, maar dat heeft daar niets mee te maken. Dat zijn beeldjes waar commentaar is opgeplakt."
Spreken de NGO's wartaal ?

Tjhoi: "Ik herhaal. Dus drie dingen. Eén: jullie spreken wartaal ..."
Dirk Barrez: "De twee NGO's die hier aan tafel zitten, zijn nu wel net degenen die daar het minst schuldig aan zijn omdat zij het meest daarin geïnvesteerd hebben. Maar ..."'
Karel Ceule: "Wij proberen wartaal natuurlijk te vermijden. Onze reportages laten we ook maken door mensen die voor VTM hebben gewerkt, die weten hoe je voor het brede publiek moet werken en toch de boodschap brengen. Die twee bewaken we. Akkoord dat er nog NGO's zijn die wartaal uitslaan . . . Wij proberen beter te doen.
Eén van de renenen waarom we het soms moeilijk hebben om met productiehuizen uit het Zuiden samenwerken, is omdat zij van die educatieve video's maken en dat wij dan zeggen: Sorry, voor de Vlaamse markt moet het 'reality tv' zijn, moet het aanslaan. In die zin moeten we - en ik spreek dan ook voor de koepel - moeten we samenwerken met programmamakers ... Ieder heeft zijn eigen specialiteit. Als NGO moeten wij geen TV maken, maar wel helpen om goede pogramma's te maken. Of als we video's maken voor onze achterban, die moeten ook goed zijn. Ik geloof eerder in samenwerking. We moeten meer de krachten bundelen."

Koen Stuyck: "Ik geef Dirk 100 % gelijk dat de teksten die soms vertrekken vanuit NGO's, van erbarmelijke kwaliteit zijn. Veel jargon en soms trekken ze ook stilistisch op niets. Soms is het op zijn best studiemateriaal voor studaxen. Er sijpelt te veel daarvan door naar een doelpubliek voor wie het niet bestemd is. Wij werken daar aan en we doen ons best."
Tjhoi: "Dat is regeringswoordvoerderstaal hé: wij werken daar aan ... "
Koen Stuyck: "Er is al jaren een professionalisering bezig en die zorgt ervoor dat alle persteksten door de handen van één persoon gaan, die daar ook redactioneel over waakt en er zo voor zorgt dat het een tekst is die staat, waar geen spelfouten in staan en die kan gelezen worden door het publiek waar het voor bedoeld is. Dat betekent dat ik vaak verschillende persteksten schrijf over één thema, maar het ene bericht gaat naar een regionaal medium met een ander doelpubliek dan dat van een zogenaamde kwaliteitskrant. Als je een beetje professioneel wil werken moet je dat zo doen."

Georges Kamanayo: "Werken jullie ook met 'het Zuiden' hier ?"
Tjhoi: "Nu even de zaal erbij halen. Georges."Kamanayo: "Ik wil aansluiten bij wat Dirk stelde; dat de NGO's zich moeten inschakelen in het maatschappelijk debat. Nu daaraan gekoppeld: het Zuiden is ook hier. Mijn vraag is dan deze. Ik werk veel met allochtonenorganisaties en zie toch weinig kontakten tussen hen en de NGO's. Als die kontakten er wel waren, zouden de media mischien meer interesse kunnen betonen voor wat jullie doen in het Zuiden. Mijn vraag is: in hoeverre werken jullie al samen met allochtone organisaties ?"
Koen Stuyck: "Ik kan alleen spreken voor 11.11.11. Wij zitten in verschillende fora samen met allochtonen-zelforganisaties o.a. in de Staten-Generaal van het Middenveld, dat noemt nu de Verenigde Verenigingen, en ook op enkele andere fora. Maar ik geef toe dat dat van heel recente datum is en dat we er veel te laat en te traag mee begonnen zijn. Het is ook zo dat we ondertussen in ons personeelsbeleid stilletjes verandering zien: nu zijn er weer twee mensen aangenomen van allochtone origine en dat ook op managementsniveau. In de directieraad hebben we zo nu al twee mensen. Dus dat komt, maar het is ook niet gemakkelijk om mensen te vinden."
Tjhoi: "Maar jullie werken er aan ..." (gelach)
Koen Stuyck gaat onverstoorbaar verder: "We hebben nu iemand aangenomen, een doelgroepencoordinator, die zich bezig houd met te werken naar specifieke doelgroepen."
"Het gezicht van de honger"

Geert De Belder: "Dirk zei dat je aandacht moet verdienen en dat wat je brengt, nieuw moet zijn. Maar wat doe je dan met sluimerende problemen die verschrikkelijk zijn ? Zoals die pakweg 17.000 kinderen die er elke dag opnieuw sterven aan honger en ontbering. Dat is geen nieuwsfeit meer want dat gebeurt elke dag opnieuw. Hoe kan je daar nog aandacht voor krijgen ? Hoe verantwoord is het dat NGO's ludiek gaan doen om aandacht te trekken als je voor verschrikkelijke problemen staat ? En dan staan de NGO's daar met een maffe aktie om aandacht te trekken voor de media. Terwijl de media dan reageren in de stijl van: daar komen we niet op af, wat is jullie inhoud nog ?"
Dirk Barrez: "Het is altijd gevaarlijk van in algemeenheden te spreken. Ik heb gezegd: het moet nieuwswaardig zijn of duidenswaardig, de twee. Wat latent actueel is, moet aandacht vergen in de mate dat het belangrijk is. Het is niet zo makkelijk om er aandacht aan te geven, maar neem nu mijn reportage "Het gezicht van de honger". Dat gaat over die zovele duizenden die elke dag sterven aan de gevolgen van honger en ondervoeding. Maar de reportage gaat in op de mechanismen die er spelen, vertrekkende van concrete mensen. Ik vind trouwens dat er te gemakkelijk gezegd wordt, de kijkcijfers krijgen een knik als het over Afrika gaat. "Het gezicht van de honger" was een reportage over Afrika en die heeft ruim meer dan het gemiddelde kijkcijfer van Panorama gehaald. Dus er is geen absolute wet van Meden en Perzen. De vraag is hoe je het maakt en hoe je het er in krijgt.
Er is een verantwoordelijkheid die gedeeld wordt. Hoe nuttig is het samenspel tussen krachten in de samenleving, in het middenveld, zoals NGO's enerzijds en de media anderzijds ? Ik en velen binnen de omroep hebben altijd de overtuiging gehad, dat we weigeren te werken met fondsen van NGO's. Omdat ze een belangengroep zijn. Als je in gaat op een uitnodiging van een NGO die zegt, vlieg met mij mee naar Eritrea, wie selecteert dan ? Als je mee vliegt met een bedrijf als Electrabel, naar Chili bv., wie selectert dan wat nieuws is. Hetzelfde speelt bij de NGO's. Nu in het geval van 'De honger' stelde zich hetzelfde probleem. Op een bepaald moment stond ik echter voor het gegeven, dat dit dus een belangrijk onderwerp was, maar mijn medium, de VRT, investeert daar niet meer in. Dus moet je andere fondsen zoeken of op je principes sterven. Dat is makkelijk, dan kan je rustig thuis blijven en dan hoef je niets meer te doen want de omroep steekt er geen geld meer in. Maar dat is te makkelijk.
In het geval van "Het gezicht van de honger" koos ik zelf dat thema. En dan zijn we bij de fondsen uitgekomen, veel NGO's zijn daar bij betrokken. En zo omzeil je het probleem van de NGO's die daar moeten in aan bod komen. Er is geen enkele blanke die in mijn reportage optreedt.
En er is nog een mythe die ik wil ontkrachten, bij radio is dat nog veel sterker dan bij televisie. Het moet met witten gemaakt zijn of ze moeten Nederlands spreken. De idiotie gaat soms zover dat men tijdens het tweede Wereld Sociaal Forum waar mensen uit heel de wereld aanwezig waren, op de VRT-radio alleen maar Vlaamse stemmen liet horen in het journaal en in de duidingsprogramma's. Daar moet je tegen boksen, tegen zo'n idiotie.
Ik kan voor mezelf de samenwerking verdedigen die ik de jongste jaren heb gezocht met NGO's, met fondsen van buitenaf. Maar dat is een wankel pad en het is niet het meest gezonde pad. Het meest gezonde zou zijn dat de publieke omroep er middelen voor uittrekt, om te belichten wat belangrijk is in de samenleving hier en elders.

Eigen media, eigen nieuwe media

Nog één ding, wat kan je doen om te helpen ? Ten eerste: je kan de dingen ondersteunen. Er was bv. vandaag een vakbondsbijeenkomst en daar was de openbare omroep niet aanwezig. En dat ging dan over het verslag van de jaarlijkse Internationale Arbeidsconferentie in Genève, een ongemeen belangrijke conferentie. Dat gaat over hoe we de arbeid en de belangen van de werkende mensen in de hele wereld organiseren. Daar was niemand van de openbare omroep; ik wel, maar dan privé.
Tot slot. Je moet je eigen media verzorgen en aandacht hebben voor wat er groeit aan andere onafhankelijke nieuwe media in de samenleving. Dat is ongemeen belangrijk."

Koen Stuyck: "Ja, ten eerste, wij besteden per jaar een aantal duizenden euro's aan vliegtuigticketten voor journalisten. Als we dat niet zouden doen, zouden er een heel aantal interessante reportages nooit gemaakt worden. Ik bedoel: we sturen dit jaar iemand van De Morgen naar Honduras; hopelijk kunnen we een tv-ploeg naar Senegal zenden, en dan zijn er nog een aantal andere projecten. Dat zijn dingen die anders niet doorgaan. Want ik hoor van de journalisten - die ik bel en die ter goeder trouw zijn, en dingen willen doen - alleen maar klaagzangen over dalende budgetten en geen interesse van de hoofdredactie die meestal tegenwoordig gevormd wordt door een manager en niet meer door iemand uit de nieuwswereld.
Bovendien, we geven aan die journalist altijd carte blanche en dat in deze zin. Als ik iemand van De Morgen naar Honduras stuur, dan vraag ik die persoon bij een aantal partners langs te gaan en daar een thema te behandelen dat wij naar voor willen schuiven. Dat spreekt voor zich. Maar er is niets dat die jounalist belet om nog een week te blijven en ander dingen te doen, waardoor de efficiëntie die hij er uit haalt, hoog is. Dan kan je toch niet zeggen dat ik zijn journalistieke integriteit geweld aan doe."
Ten tweede: er zijn politiek wel een aantal gebieden waar ik moeilijk aandacht voor krijg. Denk aan Palestina. Daar is het zeer moeilijk een journalist naar toe te sturen. De VRT heeft daar nu geen correspondent; wat een onevenwichtig beeld geeft en zo zijn er talloze voorbeelden van landen waar je geen journalist naar toekrijgt."
"Wij sturen ook journalisten uit" . . .
Karel Ceule: "Wij doen dat ook hé. Wij sturen ook journalisten uit. Zo was er een samenwerking vorig jaar inzake de Filippijnen en Nicaragua. Met het resultaat dat er zinvolle reportages werden geschreven, journalistiek onafhankelijk ook. En we horen ook de klaagzang: er zijn geen budgetten meer. Dat is wel erg. Ik sluit me aan bij Dirk; er is ook een probleem met de journalistieke deontologie maar jammer genoeg kunnen de journalisten daar niet zo veel aan veranderen omdat ze ook in een systeem zitten. Ik vind dat de openbare omroep zich toch moet bezinnen. Want aangezien het Zuiden hier nu meer invloed heeft, moet er meer aandacht komen voor het Zuiden. Jammer dat dat weer afhangt van een Guy Poppe of zo, mensen die idealistisch zijn, die zorgen dat er bv. op de VRT-radio toch iets gebracht wodt over Congo. En dat je dan hoort dat er op die redactie gezegd wordt: "de verkiezingen in Congo, moeten we dat eigenlijk brengen ?". Erg."
Thomas (Wereldmediatheek): "Maar als jullie iemand als journalist naar de Filippijnen sturen, is die man daar dan privé en los van de openbare omroep bv. ?"
Karel Ceule: "Aah neen, als journalist van de openbare omroep bv."
Everaerts: "Ik vind jullie taalgebruik toch wel raar. Julie praten hier continu over "wij sturen journalisten"."
Ceule: "Ja, ja. OK."
Dirk Barrez: "Ik wou dezelfde opmerking maken. Jullie moeten echt uitkijken met wat je zegt. Dat is hetzelfde taalgebruik als dat door de politieke partijen gebruikt werd, zo van "dat is er één van de onze".
Ceule: "Jamaar dat is niet waar."
Barrez: "Ja maar je gebruikt wel die woorden. En op den duur .. Verder in je organisatie maakt men niet meer die afweging."
Ceule: "Wij laten journalisten mee reizen met ons hé ..."
Positief nieuws = geen nieuws ?

Nog een reactie uit de zaal: "Er wordt heel veel geld opgehaald door de NGO's, waar gaat dat geld naar toe ? Is er geen taak weggelegd voor de omroepen om te tonen hoe het geld in de ontwikkelingslanden gebruikt wordt, om uit te leggen hoe microkredieten werken bv. Dat geeft dan aan de mensen hier een gevoel: kijk dat wordt er met uw geld gedaan. Er moeten meer programma's komen op televisie over wat er met ons geld gedaan wordt."
Ceule: "Ik vind het belangrijk dat NGO's transparant zijn. U kan bij ons op de webstite het jaarverslag bekijken met alle cijfers daar in."
Tjhoi: "Ik hoor in uw vraag ook: er mag wat meer positief nieuws komen over het Zuiden."
Ceule: "Dat is het probleem ook: positief nieuws is geen nieuws. Er werd hier vandaag nog niet gesproken over de wetmatigheden van het nieuws. Nieuws is altijd het conflict, het eigenaardige ..."
Koen Stuyck: "Ja en als zo'n thema als microkredieten in het nieuws moet komen, moet het zeer bevattelijk zijn. Een voorbeeld; vorig jaar was er rond een belangrjke WTO-conferentie een communicatie van de NGO's om te waarschuwen voor een standpunt van de Europese Unie dat heel nadelig was voor de ontwikkelingslanden. Onze waarschuwing werd nauwelijks of niet opgenomen door de media. Een dag later brengt de Europese onderhandelingsgroep een persbericht uit op grote schaal, waarin zij precies het tegenovergestelde beweren, namelijk dat het voorstel van Europa zeer gustig zou zijn voor de ontwikkelingslanden. Dat wordt massaal overgenomen door alle media. Twee weken later blijkt dat ons bericht juist was en het Europese persbericht fout. Maar als we dan naar de pers stappen, zeggen zij: "We hebben het al gebracht." "Maar dat was fout wat je bracht." "Jamaar dat doet er niet meer toe. Het is nu voorbij en we gaan het niet opnieuw brengen." Intussen is de Europese Unie er wel in geslaagd haar visie te brengen. Dat is een klassiek voorbeeld zoals we er voortdurend meemaken en dat illustreert waar we soms tegen op moeten. Op tv is het nog veel moeilijker."

Koen Stuyck: "Ik geloof in een gemeenschappelijke aanpak"

Tjhoi: "ik zou eigenlijk willen eindigen met die ene vraag van samenwerking. Moet er zoals in het eerste debat door Jan-Pieter Everaerts bepleit werd, niet nagedacht worden om meer samen te werken."
Koen Stuyck: "Daar moeten we zeker over nadenken en liefst zo snel mogelijk mee beginnen. Ik geloof in een gemeenschappelijke aanpak omdat dan de onderhandelingspositie van de NGO's naar de VRT - we spreken vooral over de VRT - groter wordt, wanneer je samen naar een omroep stapt."
Tjhoi: "Krijg je dan niet meer nog het gevoel van een belangengroep ?"
Koen Stuyck: "Dat maakt niet uit. Voor de VRT zijn we toch allemaal één pot nat. Zij hebben het alleen maar lastiger als wij allemaal als kleine spelertjes naar hen toe stappen en zij elke keer moeten zeggen: 'neen, wij werken alleen maar samen met 'Kom op tegen Kanker', en daarmee moet het genoeg zijn of we scheppen een precedent. Als wij naast 'Kom op tegen Kanker' een groep kunnen zetten van organisaties die samenwerken en samen onderhandelen om samen programma's op tv te krijgen waarin de thema's waar we mee bezig zijn, in aan bod komen, dan hebben we een hefboom om sterker te staan in de onderhandelingen en te zorgen dat we in de programmering binnen raken. Bovendien wordt onze budgetruimte groter en kunnen we ook naar de minister stappen en zeggen; kijk wij vertegenwoordigen een belangrijke achterban en die zegt met ons dat er meer aandacht moet komen voor het zuiden. Dat heeft hij zelf trouwens ook al gezegd. Laat ons nu maar een keer boter bij de vis krijgen. We gaan alemaal samen naar de VRT. En nu moeten jullie daar eens iets aan doen."

Tjhoi: "Karel hoe zie jij het ?"
Krel Keule:" Ik volg dat ook, dat we meer moeten samenwerken; maar ik vind ook dat er al veel mogelijk is door met programmamakers te praten. Ik herinner me een gesprek met VRT-TV-directeur Aimé Van Hecke die zei: "Jullie kunnen de programmamakers benaderen. Wij vinden dat goed. Doe maar." Voor je het weet zit je in een positie dat je met al die programmamakers moet gaan praten en vragen, "wil je iets doen ?" Want de VRT- top zegt: "Wij hebben daar niet zoveel invloed op, welke thema's zij zoeken. Doe het zelf maar." Dus op dat vlak weet ik niet of zij er oren naar hebben dat wij ... Maar vanuit de politiek misschien ? Ik vind dat er een opdracht is vanuit educatie. Vandaaruit zou je kunnen zeggen, OK, er moet mischien een reeks komen. Of ik geloof meer in de gewone programmatie, op een natuurlijke manier, dat daarin aandacht komt voor het Zuiden, op een positieve manier, niet op een altijd problematische manier.."
Karel Ceule: "Het blijft duur, soaps maken, maar . . ."
Een vrouw in de zaal stelt: "Ik denk dat wij in de NGO- wereld nog te veel denken aan echt educatieve programma's. Als ik de programma's hoor, van Paul Pauwels daarstraks, dan vond ik dat leuke en creatieve ideeën, waar je ook hogere kijkcijfers mee kan halen."
Koen Stuyck: "Een tijdje geleden hebben wij geprobeerd een speciale uitzending van 'Gentse waterzooi' te laten maken, een populair programma waarin ons campagnethema prominent naar voor kwam. Dat is niet gelukt want zij stellen: "Wij willen geen precedent scheppen naar een belangengroep om zo'n inspanning te doen." Het was ons eventueel wel gelukt als die reeks nog zou lopen via het produktiehuis, maar 'Gentse waterzooi' wordt al drie jaar niet meer gemaakt. Als het gepast had binnen een lopend contract van een produktiehuis met de VRT, dan had het gekund.
Tjhoi: "Goed, ik dacht dat de vraag was: moeten we niet binnen de NGO-wereld afstappen van onze klassieke opvattingen over televisie ? Educatie, opvoeding, vingers omhoog, belerend ................."
Koen Stuyck: "Maar wat ik net uitlegde, was toch daar een voorbeeld van ?"
Tjhoi: "Ja, maar dat is één geval."
Karel Ceule: "Ik ga daar volledig in mee. Probleem is dat financieel gezien een reportage relatief goedkoop is als je dat vergelijkt met die andere formats die vaak ongelooflijk duur zijn. Daar moeten we zeker de krachten bij elkaar voegen. Maar het blijft duur, soaps maken. Anderzijds zou het schitterend zijn als je er bijvoorbeeld zou in slgen om in Thuis of Familie aanwezig te zijn met bv. 50 gasten die wij uit het zuiden uitnodigen en die dan 'toevallig' in die soap te gast zijn ... We werken nu met 'Vlaanderen Vakantieland' en Vredeseilanden ook, en zo gaan we op een leuke manier een aantal projecten in het Zuiden bezoeken. Maar we gaan zien wat het resultaat zal zijn. Het zou kunnen dat er gezegd wordt: ze zijn zich weer aan het prostitueren."
Koen Stuyck: "Op verschillende fronten tegelijk werken"
Iemand uit de zaal reageert: "Dat zijn allemaal truukjes. Je mag daar niet in trappen."
Tjhoi: "Prostitutie zeg je."

Man in de zaal: "Neen, dat heb ik niet gezegd, maar dat zijn truukjes. Ik wil trouwens bekend maken dat we bezig zijn met een interessant programma voor Ketnet, met professionals die moderne educatie aanbieden. Ik wil wel nog vragen: hoe ziet het met de onderzoeksjournalistiek ? Daar ligt het belangrijke werk voor journalisten. Laat ons afstappen van de truukjes. Zo van een lesbische vrouw binnenbrengen in een soapreeks want dan hebben we die doelgroep ook weer bereikt."
Tjhoi: "Eerst over die truukjes. Zijn dat truukjes ?"
Karel Ceule: "Ik vind van niet. Neem nu een sociologsch onderzoek over abortus bv. Breng dat in een soap of in een documentaire. Ik kan je verzekeren: als je dat in een soap brengt dat er veel meer mensen over nadenken dan met een aantal documentaires die door een klein publiek bekeken worden. De vraag is of je niet van in het begin van zo'n soap, met de scriptwriters al moet meewerken. Eigenlijk wel. De invloed van soaps is niet te onderschatten, maar het dient ook weer niet om te zeggen wat de mensen moeten denken. Want ik vindt ook dat verkeerd. De media zeten de agenda van waarover je moet nadenken, maar wat je moet denken, dat is toch nog wat anders.
Stuyck: "Precies. Ik denk dat je een tv-format moet gebruiken waarvoor het gemaakt is en dat je complementair moet werken. Het is perfect om te zeggen, laat ons zorgen dat er aandacht komt voor de allochtone medemens door meer allochtone mensen in de programma's te krijgen. Dat vind ik een legitiem doel en als dat lukt binnen de gewone programma's, moet je de wetten van die programma's volgen. Punt. Parallel moet je proberen om documentaires, hoogwaardige documentaires te brengen met veel inhoud. Maar dat verloopt parallel. Je moet op verschillende fronten tegelijk werken."
Dirk Barrez: "De meest succesrijke sociale bewegingen hebben hun eigen media en rechtstreekse toegang tot hun achterban."
Tjhoi: Tot slot: onderzoeksjournalistiek. Bestaat dat nog in Vlaanderen ? Er is een Pascal Decroos Fonds ..."
Karel Ceule: "We hebben het nu gedaan, en we hebben een proces aan ons been. Over Forrest hé." (nvdr, de omstreden Belgische mijnontginner in Congo)
Dirk Barrez: "Ik wil inhaken op wat hier gezegd wordt: je moet het hele gamma bespelen: dan is inderdaad van de soap tot de onderzoeksjournalistiek. Doe die soap, maar ik heb mijn bedenkingen daarbij. Ik wil er trouwens op wijzen dat ik vrees voor wat er in die soap komt. We gaan programma's krijgen over 'onze projecten'. En als moest aangetoond worden dat er een dooreenlopen is van twee functies, dan is dat daarmee aangetoond.
Men moet begrijpen in de NGO-wereld en in de samenleving, dat er in de mediawereld structurele veranderingen zijn opgetreden sinds 10 à 15 jaar, waar je een bijna ongeremde commercialiering hebt gekregen in de feiten en in de de hoofden van de mensen. En dus ook in de publieke omroep hoofden.
Tegenover dat fenomeen - en dit kan je nagaan in de sociale geschiedenis - staat dat bewegingen wel een gevecht om in de media te komen, kunnen voeren, maar dat ze daarenboven over eigen media moeten beschikken. De meest succesrijke sociale bewegingen hebben hun eigen media en hun eigen rechtstreekse toegang tot hun achterban, over hun inhoud, over de mobilisatie, over de ambities. Want je kan er niet op vertrouwen dat het zal lukken via de klassieke media, waar je te weinig greep op hebt en waar het spel anders wordt gespeeld.
Ik geef een illustratie uit de recente gechiedenis. Het discussieprogramma "Polspoel & Desmet". Dat verdwijnt nu van de commerciële televisie en de twee betrokken journalisten hebben daar niets in te zeggen. Niets. Die worden met hun programma bij de vuilbak gezet. Dat illustreert de huidige scheve krachtsverhouding tussen redacties, hoofdredacties en directiecomités bij vele media in binnen- en buitenland."
Tjhoi: "Maar laten we positief afronden: alles komt ooit wel eens goed . . ."
Verslag: Jan Pieter Everaerts, 6 december 2006

woensdag, november 29, 2006

Nucleaire lobby misbruikt 'laboratoriumcultuur'

Dr. Gert Goeminne maakte op 29 november een punt in De Morgen dat veel te weinig gemaakt wordt. Hij stelt de 'onfeilbaarheid' van wetenschappelijke cijfers ter discussie en vooral het oneigenlijk gebruik ervan door politici en opiniemakers allerhande. Wetenschappers zoals Dr. Goeminne weten heel goed dat de resultaten van een op wetenschappelijk verantwoorde wijze gevoerd onderzoek nog steeds maar een beperkte relevantie hebben: ze zijn enkel juist binnen de controleerde grenzen van het onderzoek. Door onderzoeksresultaten onbeperkt te extrapoleren zonder rekening te houden met andere omgevingsfactoren knaag je aan de relevantie van de cijfers.

Goeminne legt de vinger op één van de pijnpunten van de moderniteit, namelijk de 'laboratoriumcultuur.' Die gaat er van uit dat je, om een probleem op te lossen, het fenomeen best uit zijn context haalt en in een steriele omgeving onder strikt gecontroleerde omstandigheden bestudeert. Dat heeft ons al veel vooruitgang opgeleverd maar ook veel ellende. Vooral omdat de resultaten vaak gepresenteerd worden als algemeen geldend. Met nefaste gevolgen: politici verschuilen zich achter cijfers om geen knopen te hoeven doorhakken; industriële lobbygroepen misbruiken wetenschappelijke cijfers voor hun eigen doelstellingen en verschuiven het algemeen belang naar de achtergrond. En tenslotte de publieke opinie die begint te twijfelen omdat diverse specialisten elkaar tegen spreken (ook al gaat het enkel om een normaal wetenschappelijk debat).

Het siert Dr. Goeminne dat hij uit zijn traditionele rol treedt en meer durft te zijn dan enkel wetenschapper. Hij neemt zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid op als intellectueel. En dat is nodig. Want onze samenleving is gebaat bij wetenschappers die zich niet voor de kar laten spannen van politici en belangengroepen. Je hoeft overigens geen wetenschapper te zijn om te weten dat opnieuw de nucleaire kaart trekken een gevaarlijke en onverantwoorde keuze is. Een beetje basiskennis en een gezond gevoel voor verhoudingen is meer dan genoeg.

dinsdag, november 28, 2006

Vergeten verhalen naar boven gehaald

De Dick Scherpenzeel Stichting in Nederland presenteerde voor de derde keer haar toptien van “Vergeten Verhalen”: gebeurtenissen die het afgelopen jaar nauwelijks konden rekenen op gedegen aandacht in de Nederlandse media, maar die te belangrijk zijn om te negeren. De toptien is samengesteld door een jury, die kon kiezen uit vele tientallen suggesties die door collega-journalisten, deskundigen en geïnteresseerd publiek werden ingediend op de website www.hetvergetenverhaal.nl.

Het zijn stuk voor stuk opmerkelijke verhalen die de media hier niet haalden. Niet verwonderlijk spant Afrika de kroon als het gaat over 'vergeten verhalen,' 'hieronder een kleine bloemlezing:

- Het World Receiver Project. In Malawi wordt geëxperimenteerd met een simpel alternatief voor internet, het World Reciever Project. Daarmee hebben ziekenhuizen in Malawi toegang tot de meest recente medische informatie over ziekten en de behandeling ervan. Het enige wat ze nodig hebben is een computer en een draagbare antenne.

- Afrika, walhalla voor de ondernemer. Het is uitstekend zakendoen in Afrika. De koopkracht groeit sterk, de economische groeicijfers van landen zoals Ghana en Tanzania zijn beter dan waar ook, en de strijd tegen de bureaucratie slaat goed aan. Het buitenlandse bedrijfsleven bloeit.

- Het nieuwe Johannesburg: een dynamische, sprankelende wereldstad. Een tiental jaar geleden nog 's werelds meest criminele stad. Niemand was zijn leven zeker bleek uit de verhalen. Nu lijkt de toon de nadere kant op te slaan. Johannesburg is opeens de verpersoonlijking van de Afrikaanse renaissance. De werkelijkheid is natuurlijk veel complexer. Wat is het echte verhaal?

- Het verhaal van een Afrikaans scheepje met illegale gelukszoekers dat, onderweg naar Spanje, weken later werd aangetroffen voor de kust van Latijns-Amerika. Alle opvarenden waren overleden.

- In de strijd tegen aids worden steeds vaker traditionele medicijnmannen en genezers ingezet- en met succes.

vrijdag, november 24, 2006

Israëlisch perspectief speelt eerste viool op Britse en Amerikaanse tv-zenders

Het Israëlische perspectief krijgt op de Britse televisie dubbel zoveel aandacht als de Palestijnse invalshoek. Dat stelde een omvangrijk wetenschappelijk onderzoek van de Media group van de Universiteit van Glasgow onomstotelijk vast in 2004. Dat had als concrete gevolg dat het Israëlische standpunt zich in de hoofden van de doorsnee kijker kon nestelen en dat Israël nog steeds met het leeuwendeel van de publieke sympathie aan de haal kan gaan.

Alhoewel de berichtgeving rond Palestina op de BBC wellicht licht verbeterd is, zeker tegenover de Verenigde Staten, blijft de studie interessant omdat ze niet alleen de kwantiteit van de berichtgeving over Israël en Palestina onderzocht. Ook het kwalitatieve woordgebruik en de interpretatie van de Britse kijker kwamen op de rooster te liggen van de onderzoekers. Daartoe namen ze 200 nieuwsprogramma's onder de loep sinds het begin van de tweede intifada. En ze ondervroegen meer dan 800 mensen, gewone tv-kijkers én media professionelen. Ik heb enkele conclusies vertaald en op onze MediaWatch blog http://palestinaindemedia.blogspot.com gezet.

In de Verenigde Staten is het nog slechter gesteld met de berichtgeving, zoals blijkt uit de aangrijpende reportage "Peace, Propaganda & The Promised Land" van Bathsheba Ratzkoff and Sut Jhally (kwam uit op 22/4/2006). Een documentaire die iedereen zou moeten zien, omdat ze de kracht van het medium ten volle gebruikt om de realiteit bloot te leggen. 'Show, don't tell' is een adagium voor schrijvers maar als je het écht kan laten zien, dan is extra commentaar overbodig. Het ene na het andere voorbeeld laat zien hoe de media in de Verenigde Staten systematisch de misdaden van Israël verdoezelen en het lijden in Palestina negeren. Daardoor is er ook geen sympathie bij het kiezerspubliek dat uitsluitend op het tv-nieuws vertrouwt voor zijn informatie over de regio.

Het begint allemaal met het 'Hasbara project,' opgezet na het drama van Sabra en Chatila in 1982. Deze Palestijnse tragedie in Zuid-Libanon werd door de Israëlische leiding ervaren als een "communicatief trauma." Om de nieuwsstromen beter te controleren werd een initiatief opgestart onder de naam "Hasbara Project," een professionele propaganda machine voor de Israëlische zaak. In de Verenigde Staten zelf werd en wordt AIPAC - "the American Israel Public Affairs Committee" - door iedereen erkend als de machtigste lobbygroep in Washington. AIPAC cirkelt al sinds de jaren '50 rond het centrum van de macht in de VS. Ze hebben ondertussen ook behoorlijk wat zitjes in het Amerikaanse congres ingepalmd en bepalen mee de politieke strategiën in het Witte Huis. Overigens situeren pro-Israël politici zich allerminst uitsluitend in het kamp van de republikeinen - lees "Een Christelijke zioniste als voorzitter van het Amerikaans parlement."

Merkwaardig genoeg laten de invloed van Hasbara en de Zionistische lobby zich sterker voelen in de VS dan in Israël zelf. Kritische geluiden over de bezetting en het gedrag van de IOF (Israëlische bezettingsmacht) zal je eerder in de Israëlische media opvangen dan op de Amerikaanse tv-stations. Enkele vaststellingen uit de reportage: slechts 4% van de nieuwsuitzendingen vermelden de bezetting. De taal die gehanteerd wordt is systematisch gemanipuleerd in het voordeel van Israël: enerzijds omschrijft de Amerikaanse nieuwslezer Palestijns geweld steeds als "aanvallen," wat terrorisme suggereert, terwijl hij, bij Israëlisch geweld, het houdt op "response", "retaliation" of "Israël strikes back." Anderzijds is er een duidelijk verschil in nieuwswaarde: vallen er Israëlische slachtoffers dan komen die uitgebreid in het nieuws, met tranerige reportages over de families. Tijdens periodes waarin enkel Palestijnse slachtoffers vallen, ook al gaat het om tientallen doden, dan hoor je de hele tijd niets en spreekt men achteraf over een "periode van relatieve kalmte."

De illegale bezetting wordt zo verpakt in de retoriek van 'de strijd tegen het terrorisme,' wat vooral voor het Amerikaans publiek de link legt met 9/11 en aldus het Israëlische geweld legitimeert. Gezien het feit dat de zenders het dagelijks geweld van de IOF nauwelijks tonen blijven de kijkers onkundig van de echte machtsverhoudingen en de oorzaken. Zo weet de Israëlische propagandamachine heel effectief het beeld hoog te houden van een bedreigde staat die zich voortdurend moet verdedigen tegen terroristische aanvallen van een vijandig volk, de Palestijnen. De stem van de Israëlische vredesbeweging komt nagenoeg niet aan bod.

Deze reportage ontmaskert ook de mythe van de neutraliteit van de Verenigde Staten. Ze doet dat vakkundig en methodisch. En dat is nodig. Want die mythe wordt vooral door de media in stand gehouden: zo kwamen de 33 veto's waarmee de VS resoluties van de VN tegen Israëlische acties probeerde te blokkeren nauwelijks in het nieuws. Over het duizelingwekkende bedrag van meer dan 100 milliard $ steun (6 milliard per jaar) dat de VS sinds 1949 aan Israël geeft wordt evenmin iets gezegd. Het grootste deel van die steun wordt uitgegeven aan wapens en heeft er voor gezorgd dat de kleine staat Israël de 4e grootste militaire macht ter wereld is en bovendien beschikt over een (illegale) voorraad van naar schatting 200 kernbommen. Voor de landen in het Midden-Oosten klinkt de Westerse kritiek op de zogenaamde nucleaire ambities dan ook bijzonder hypocriet maar ook dit is voor een kijker van het Amerikaanse tv-nieuws onbekend terrein.

Recent kwam er weer een nieuw boek uit van Norman Finkelstein "De drogreden van het antisemitisme. Israël, de VS en het misbruik van de geschiedenis," waarin hij het probleem van de Israëlische propaganda ook weer wordt aankaart. Ook Joris luyendijk had het in zijn boek "Het zijn net mensen" hierover en de gevolgen voor de Westerse berichtgeving. De vraag is of de waarheid ooit zijn weg zal vinden naar het grote publiek in de VS. Zij hebben immers de sleutel in handen. Het Amerikaanse publiek moet zijn regering onder druk zetten om echt iets te veranderen en Israël van zijn ramkoers te doen afzien.

woensdag, november 22, 2006

De Israëlische kolonies: ook niet privé grond is illegaal ingepalmd

In de Morgen van vandaag citeert u uit een rapport van het Israëlische Shalom Achshav. De vredesorganisatie ontmaskert daarin bijna 40% van de Israëlische kolonies als gestolen private grond van Palestijnen. Het is goed dat u melding maakt van dit onderzoek. Maar met uw conclusie "bijna 40% grond Israëlische kolonies hoort toe aan Palestijnen" gaat u te kort door de bocht.

Het klopt dat het voor ongeveer 40% gaat om voormalige privégrond van Palestijnen. Maar de overige 60% is evengoed illegaal, want ingepalmd door de Israëlische bezettingsmacht. Het is niet omdat het geen strict privégrond is dat Israël het recht heeft om de grond zomaar in te palmen. Bovendien wordt veel meer grond ingenomen dan enkel voor de kolonies zelf. Zo zijn er de talrijke 'by-pass roads,' het zwaar bewaakte netwerk van wegen enkel voor kolonisten. Elk van die wegen is verboden voor Palestijnen, ze hebben aan beide kanten bufferstroken van 50 tot 75 meter waarin niet mag worden gebouwd. Dan is er de 680 kilometer lange muur die volledig op Palestijns grondgebied werd gebouwd, en die met een bufferzone van 30 tot 100 meter breed enorme stukken vruchtbare Palestijnse grond opslokt. Of de talrijke legerbasissen van waaruit het Israëlische leger de repressie op de Palestijnse bevolking organiseert. Enz.

'By-pass roads', 'checkpoints' en de muur: ze delen de bezette gebieden op in ware 'bantustans,' dat wil zeggen kleine openlucht gevangenissen waarin de Palestijnse bevolking op alle mogelijke manieren gewurgd wordt.
Tussen januari en augustus 2005 alleen heeft Israël meer dan 150 militaire orders uitgevaardigd voor de confiscatie van 1.335 hectare grond op de bezette westelijke Jordaanoever.

Niet alleen de privé rechten van individuele Palestijnse landeigenaars worden geschonden, ook het collectieve recht op land van het Palestijnse volk wordt dagelijks verder ondermijnd.

Reportage "Dit is mijn kamp"

Proficiat Canvas! Eindelijk nog eens een reportage die een menselijke beeld geeft van het - mensonwaardige - leven in de Palestijnse vluchtelingenkampen. Het leven in de bezette gebieden krijgt daardoor een gezicht. De miserie aan de Israëlische checkpoints, het leven in een regelrechte openlucht gevangenis. Het willekeurig geweld van de bezetter ook. En de vele slachtoffers die daardoor vallen aan Palestijnse kant en die doorgaans verdwijnen in anonieme statistieken. Verder ook het voortdurend inpalmen van Palestijns land en het oprukken van de apartheidsmuur.

Het helpt natuurlijk dat, sinds het eenzijdig stoppen van de zelfmoordaanslagen, ondertussen meer dan anderhalf jaar geleden, er nauwelijks nog Israëlische slachtoffers gevallen zijn, wiens leed breed kan uitgesmeerd worden in de internationale pers. De honderden dode Palestijnen daarentegen worden algemeen gezien als 'collateral damage' van de Israëlische 'strijd tegen terreur.' Met deze reportage hebben kijkers eindelijk nog eens kunnen vaststellen van waar de echte terreur komt.

dinsdag, november 07, 2006

Onderteken mee de brief voor Karel De Gucht!

Geen tijd om te posten de laatste weken: campagnetijd hé. Vandaag stuur ik toch weer een oproep rond voor een nieuwe briefschrijfactie voor Palestina. Het is onvoorstelbaar hoe de IDF (Israeli Defense Force) in Gaza nu al maanden ongestraft aan het moorden is. Onderteken alsjeblief mee de brief voor Karel De Gucht. Europa moet iets doen.
De lethargie van de publieke opinie in Israël zelf blijft stuitend. De reacties op de uitspraken van extreem rechts Vice-premier Avgodor Lieberman (hij wil de Arabische Israëli's weg uit Israël en nog ander fraais) komen los maar ze zijn zo hypocriet als de pest, zeker uit de mond van Ehud Olmert. Lees ook de reacties in de media op onze MediaWatch site http://palestinaindemedia.blogspot.com.

donderdag, oktober 26, 2006

Vredespelgrimage naar Israël en de bezette gebieden

Nog een andere collega, Marnix Vermaercke, zit in Palestina met een observatiemissie, georganiseerd door Pax Christy en Broederlijk Delen. Hun verslagen kunnen niet anders dan beklijvend zijn. Feiten en beelden spreken voor zich.

Kris Berwouts blogt vanuit Congo

Mijn collega Kris Berwouts is regio-coördinator voor de Grote Meren. Hij is momenteel in Congo als observator voor de verkiezingen en coördineert een groep van 100 Europese observatoren uit de 'civiele maatschappij' zoals dat heet. Met andere woorden het middenveld, voornamelijk dan Europese ngo's die met ontwikkelingssamenwerking bezig zijn maar ook academici enz. Bij De Standaard vonden ze die positie interessant genoeg om een gelegenheidsblog van Kris op hun site te plaatsen: http://standaard.typepad.com/congokiest.
Ga zeker eens kijken. Zijn start was wat stroef maar hij wordt steeds onderhoudender.

dinsdag, oktober 17, 2006

Auschwitz

“We'd like to go to Auschwitz.” Terwijl ik de woorden uitspreek, besef ik het surrealisme ervan. Maar de dame achter het loket knikt begrijpend. 15 zloti voor een ticketje naar de hel. Oswiecim is een stadje zoals er veel zijn op het snel veranderende Poolse platteland. Er zijn gewone huizen en gewone mensen, er zijn bushokjes en supermarkten. En er is het monsterlijke Auschwitz. Geen desolaat, getormenteerd landschap gaat het kamp vooraf, maar een drukke weg met een garage van tweedehands auto’s en een grote parking met een hotdog kraam. Op de parking veel bussen en groepen joelende scholieren.

Met een akelig gevoel in de buik lopen we het kamp binnen. Toeristen poseren voor een foto onder de 'arbeit macht frei' poort. Er wordt gepicknickt op de trappen van Mengele zijn experimenteerbarak. Beseffen deze mensen überhaupt waar ze zich bevinden? Onwillekeurig herinner ik me de Cuchi-tunnels in Zuid Vietnam waar toeristen met originele oorlogswapens kunnen schieten in een schietstand. Wapens waarmee duizenden mensen werden weggemaaid.

Van alle verbrande plekken in ons collectief geheugen is Auschwitz het ergste. En het onontkoombare feit is dat het niets bij brengt om de originele gaskamers binnen te gaan, te wandelen waar ooit werd gestrompeld, gesprekken te voeren waar ooit bevelen werden gesnauwd. Door het zo concreet te maken en mensen de kans te geven onbegeleid over het kampterrein te flaneren banaliseer je het monster. Op een plek waar mensenrechten op zo'n desastreuze manier vermorzeld zijn en de mens zijn eigen hel op aarde heeft gecreëerd mag je niets aan het toeval overlaten. Moreel is er eigenlijk geen verschil met een opslagplaats voor gevaarlijk nucleair afval. Waarom dus niet die hele plek afsluiten? Maak een schutkring van minstens 10 km en laat enkel nog dichters, politici en wetenschappers toe. Creëer vervolgens op neutrale plaatsen monumenten die de vreselijke waarheid in alle gruwel brengen, zonder iets te verbergen. Monumenten die ontzag inboezemen voor het ondenkbare lijden van zijn slachtoffers en tegelijk het besef verankeren tot wat de mens in staat is… als we niet oppassen.

(Column verschijnt in december nummer van Amnesty Vlaanderen - zie voor meer artikels en columns over mensenrechten: http://amnestynieuws.blogspot.com)

donderdag, oktober 12, 2006

Cordon sanitaire fnuikt debat volgens Ger Groot?

[Reactie op forum van Radio 1]

Wat Ger Groot vandaag in Lopende Zaken zei klopt niet. Het Cordon Sanitaire zou volgens publicist Groot het debat over de standpunten van het VB fnuiken. Dat doet het niet. Je kan moeilijk beweren dat de tenoren van het VB geen toegang hebben tot het publieke forum. Integendeel, sinds de eerste zwarte zondag, 12 verkiezingen geleden alweer, bestoken ze de publieke opinie haast onophoudelijk met hun propaganda. Ze doen dat uitermate professioneel en mét belastingsgeld - het VB geeft het meeste geld uit aan hun communicatie-, zeg maar propagandacampagnes van alle Vlaamse politieke partijen.

De wet op het racisme hebben ze met hun haatcampagnes meermaals en systematisch overtreden, het heeft tot vorig jaar geduurd voor ze daar eindelijk voor zijn veroordeeld. Die uitspraak heeft uiteindelijk officieel vastgesteld dat het VB een racistische, xenofobe partij is die bovendien facistoïde methoden gebruikt om haar electoraat te beïnvloeden: o.m. door het in twijfel trekken van rechtstaat, het verdacht maken van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, het suggereren van fraude bij verkiezingen (zonder ooit iets hard te maken of een officieel onderzoek te vragen).Met andere woorden: onze samenleving is al permissief genoeg naar het VB: mogen we hen dan ook van de macht houden alsjeblief? Het cordon sanitaire is nog steeds een democratisch initiatief en een legitieme daad van bescherming van de democratie. Of hebben we nog niet genoeg meegemaakt in het verleden? Het belangrijkste verschil tussen nu en de jaren '30 van de vorige eeuw is dat de samenleving vandaag een grens heeft getrokken. Als Ger Groot denkt dat enkel sociologische omgevingsfactoren voldoende zijn om facistische en autoritaire figuren van de macht te houden dan vrees ik dat hij het menselijke vermogen tot banalisering van het kwaad onderschat.
Tenslotte: de culturele elite zou er volgens Groot een naïeve opvatting op na houden. Wat bedoelt hij daarmee? Omdat ze denken dat ze kiezers weg kunnen houden van het VB? Kan zijn, maar het kan ook zijn dat ze gewoon voor hun mening uitkomen. Net zoals het VB overigens.En ja, ik durf zonder enige schroom te zeggen dat het facisme verachtelijk is en ik voel me wel degelijk moreel superieur tegenover mensen die zich, bewust of onbewust, tot dergelijke partij bekennen.

In de Nederlandse politiek denkt Groot niet anders. Lees ook Citaat van Ger Groot uit: "De politiek kan niet zonder de vraag: wat is een goede samenleving?"door Ger Groot, NRC 31-12-2005

maandag, oktober 09, 2006

Eindelijk! De fascisten zijn gestopt.

Eindelijk ! De fascisten zijn gestopt. En nog wel bij ons in Borgerhout, waar hun wieg stond. Hadden we champagne in huis gehad gisteravond, dan hadden we die gekraakt. Maar we waren te opgewonden om van achter het televisiescherm vandaan te komen en met onze vreugde naar de dichtsbijzijnde nachtwinkel te lopen.
Tekenend is dat het eerste scherm waarop dat cijfer verscheen nog haast ongemerkt passeerde (er stond toen nog zelfs -1,5% voor de stad als geheel). Wij hapten alleszins naar adem, mijn vrouw en ik grepen elkaar vast: het leek erop dat de dag was gered - maar zou het geen vergissing zijn? In de beste VB-traditie insinueerde G. Annemans fraude, maar het resultaat stond er: na twaalf (12!) overwinningen op rij zijn ze niet alleen gestopt in Borgerhout, ze gaan achteruit met 4,4%! Dat is zonder meer fantastisch. De verklaring waar het VB mee kwam aandraven, nl. dat de instroom van 'vreemdelingen' daaraan schuldig zou zijn slaat overigens op niets. Zoals De Morgen vanochtend ook meldde, slechts 1.045 nieuwe kiezers lieten zich registreren in Antwerpen, dat is slechts 0,33% van de stemmen. Neen. De voornaamste oorzaak is dat meer mensen in Borgerhout tot het inzicht komen dat het hier goed leven is. En dat ze het gevaar van extreem rechts onderkenden. Wat De Winter en co de 'autochtone vlucht' noemen is al een tijdje geleden gekeerd. Net als wij kiezen de laatste jaren vele jonge gezinnen voor Borgerhout, zowel autochtone als allochtone gezinnen. En er leeft een grote bereidheid om samen de bestaande problemen aan te pakken want als je alles optelt: onze veerkracht en onze positieve energie en onze wil tot samenleven is groter dan hun intrieste haat.

Ja, wij weten ook wel dat het VB overal elders nog steeds vooruit gaat en dat voorzichtigheid geboden is. En nee, er staat nog steeds geen echte rem op het vergif van De Winter en co. Maar de bijna 4,5% achteruitgang in Borgerhout is een geschenk voor ieder weldenkend mens en biedt sinds lang wat hoop voor Vlaanderen. Mogen we dus heel even euforisch zijn?

donderdag, september 28, 2006

Beelden uit het Midden-Oosten: “Het zijn net mensen” van Joris Luyendijk

Dit is een belangrijk boek. Vooral omdat Joris Luyendijk de euvele moed had om de journalistieke praktijk van het correspondentschap in het Midden-Oosten in zijn hemd te zetten. Hij doet dat door zeer eerlijk en open de praktische problemen te beschrijven die hij als correspondent ervoer en de confrontatie met zijn eigen twijfels niet uit de weg te gaan. Hij durft het aan die twijfels tot in zijn uiterste consequenties door te drijven, waarmee hij uiteindelijk de relevantie van zijn job in twijfel trekt én de pertinente vraag opwerpt of een deugdelijke nieuwsgaring wel mogelijk is in het Midden-Oosten. Dit boek veroorzaakt behoorlijk wat deining in Nederland en wellicht zal Luyendijk als ‘nestbevuiler’ niet zo snel nog bij zijn ex-collega’s aan de deur moeten komen. Na vijf jaar hield hij het sowieso voor bekeken. De specifieke invalshoek maakt dat ook Midden-Oosten specialisten dit boek wellicht zullen kunnen waarderen. Ben je als doorsnee consument van het dagelijkse buitenlandnieuws op zoek naar een pepmiddel voor je kritisch vermogen? Dan is dit boek het gedroomde medicijn.

In dit boek beschrijft de auteur zijn ervaringen als nieuwbakken correspondent Midden-Oosten voor de Nederlandse NRC, de Volkskrant, het Radio 1 Journaal en het NOS Journaal. Van hem werd verwacht dat hij de hele regio volgde vanuit Caïro. Een opdracht die hem al snel deed stoten op de grenzen van de media in een land als Egypte. Als er een bomaanslag plaats vind in een buitenwijk van Caïro dan zul je dat sneller vernemen via de Westerse persbureaus dan op de nationale radio. Als journalist kan je wel de gewone Egyptenaar vragen stellen maar je kan niet extrapoleren want er bestaan geen officiële gegevens. Luyendijk’s boude stelling is dat de normale journalistieke praktijk eenvoudigweg niet mogelijk is in een dictatuur. Veel van de tv-correspondenten verworden snel tot “presentatoren ter plaatse.” Dat wil zeggen dat ze vanuit hun redactie worden opgebeld met het nieuws van de dag, wat ze vervolgens samenvatten en herhalen voor de camera met achter hen de skyline van een Arabische stad. De consequenties voor ons beeld van het Midden-Oosten zijn niet min: wat wij te horen of te lezen krijgen is bijna uitsluitend wat de internationale persbureaus interessant vinden om te brengen.

Luyendijk slaat ook al snel aan het analyseren. Hij gaat in op een aantal technische mechanismen die eigen zijn aan tv-verslaggeving en die in het nadeel spelen van elke journalist die het Midden-Oosten conflict diepgaand wil behandelen. Zo beschrijft hij de “wet van de schaar.” Een basismechanisme uit de televisiejournalistiek die de werkelijkheid op tv reduceert tot wat filmbaar is. In het conflict Israël-Palestina weet de superieure Israëlische propagandamachine het medium perfect te manipuleren. Een ander heikel punt in de verslaggeving is het woordgebruik en Luyendijk stelt zichzelf luidop de vraag of onpartijdigheid wel mogelijk is: “Is het Palestijnse geweld het werk van terroristen of verzetstrijders?” of “Israëlische politici die een geweldloze oplossing zoeken zijn ‘duiven,’ hun Palestijnse tegenvoeters ‘gematigd,’ implicerend dat alle Palestijnen fanatiekelingen zijn.” Enz.

De conclusie op het einde van hoofdstuk 9 kan dienen als conclusie voor het hele boek. Hier analyseert Luyendijk de onderhandelingen rond de Oslo akkoorden en de manier waarop de afhandeling ervan in de internationale media kwam: rampzalig voor het Palestijnse kamp. Hij sprak hierover met diverse prominente Palestijnse stemmen van buiten de autoriteiten. Hun conclusie: het falende mediabeleid was een rechtstreeks gevolg van de autoritaire opzet van de Palestijnse Autoriteiten. “Het was allemaal logisch, en ik begreep weer beter waarom Israël en westerse regeringen, alle retoriek ten spijt, graag zakendoen met dictators: één sterke man is eenvoudig te controleren en klem te zetten dan een democratisch gekozen leider. En als zo’n dictator het in een mediaoorlog tegen je opneemt, stuurt hij niet zijn beste mensen het veld in.” En zo is de cirkel rond.

(deze recensie verschijnt in nr. 381 van het tweemaandelijks tijdschrift Vrede - een uitgebreidere versie met extra bedenkingen komt op het Webzine Uit-pers maar het is nu ook al te lezen op mijn recensie-blog)

dinsdag, september 12, 2006

Op 11 september 2011 de verklaring?

We hebben in de herdenkingsgolf rond de aanslagen op het WTC op 11 september veel kunnen lezen over de zeer diverse samenzweringstheorieen die 'nine-eleven' tot onderwerp hebben, en dan vooral de rol van de Amerikaanse overheid. In die verbale drukte neemt de Amerikaanse prof. David Ray Griffin een aparte plaats in. Hij verzamelde een enorme hoeveelheid informatie rond de gebeurtenissen en laat die voor zichzelf spreken. Uitgeverij Lemniscaat brengt het boek over enkele weken uit in Nederland. En, tamelijk uniek: het volledige boek, inclusief dvd, kan nu al gratis via deze website worden gedownload.
Link: http://www.11september.nu

Wat er ook van zij, als de feiten die in dit boek worden aangehaald juist zijn - en waarom zouden ze niet kloppen als ze door niemand met autoriteit ontkend zijn - dan is er nog maar eens reden genoeg om om je zwaar zorgen te maken over het régime in Washington. Het doorslaggevende argument kan je gewoon niet omheen: waarom is er nog steeds geen onafhankelijke onderzoekscommissie aangesteld om 9-11 te onderzoeken en een verklaring te geven voor alle vragen?

ZOals dat steeds gaat, ooit zal alles uitkomen. Vermoedelijk zal Bush junior zijn tijd nog wel uitzingen in het Witte Huis maar een volgende president zal de zaak toch niet langer kunnen stilhouden. Ik gok op 9/11/2011, als het eerste decennium van het post-9-11 tijdperk voorbij is. Ondertussen zullen er wellicht weer nieuwe fronten in de 'oorlog tegen terreur' geopend zijn, zullen miljarden dollars Amerikaans belastingsgeld vergooid zijn aan wapentuig, zal het aantal burgerdoden overal ter wereld weer de pan uitswingen.

vrijdag, september 08, 2006

Vernissage “Owl Stretching Time” van Bert Want


[Inleidend woord op vernissage “Owl Stretching Time” van BERT WANT op donderdag 7 september 2006]

Beste vrienden en kunstliefhebbers,


Ik ben vereerd deze tentoonstelling van Bert Want te mogen inleiden. Het is steeds een avontuur om zijn nieuw werk te bekijken.
Velen van u stonden hier bij vorige gelegenheden ook. Samen met mij hebben jullie het werk van Bert Want zien evolueren. Als er één constante is in het verhaal van Bert, dan is het zijn kunst. En dan vooral de constante kwaliteit van zijn werk, dat ondanks de stormen in zijn persoonlijk leven alleen maar beter wordt.


Het eerste dat bekenden met Bert’s werk zal opvallen is dat bij het nieuwe werk weinig etsen zijn. In plaats van de mono- of duochrome lijntekeningen die we van hem kennen blaken de figuren nu van een uitbundige kleurenrijkdom. De tijdelijke afwezigheid van zijn pers dwong Bert om zich te storten op een ander medium: dat van pen en penseel. Wil dat zeggen dat we nu geen nieuwe etsen meer krijgen te zien van Bert, zo vroeg ik hem? Neen, de meester-graficus kan zijn ding niet zomaar loslaten. Maar, waar tekeningen en schilderijen vroeger slechts voorbereidingen waren voor de etsen, nu zijn ze veel meer dan dat.


Naar eigen zeggen was het een hele verassing voor hem dat zijn wereld zich ook op deze wijze laat manifesteren. Meer nog: zoals jullie straks zelf kunnen vaststellen nam de expressiviteit een hoge vlucht in zijn werk. Want hoe mooi het ambacht van de etser ook is, er moeten regels gevolgd worden. Je hangt vast aan materialen en zuurtijden en drukprocessen. Op papier of canvas ben je veel meer baas van wat je maakt. Tweede belangrijk verschil: bij etsen is kleur een ondersteunend element. Bij schilderijen wordt kleur veel belangrijker dan de zwarte lijn. En dat zie je onmiddellijk in zijn werk. Maar vergis je niet: het zijn geen schilderijen in de gewone zin van het woord. De figuratieve lijnenrijkdom is gebleven. Bert Want schildert dan ook als een etser: hij tekent met verf. Met piepkleine penseeltjes bouwt hij lijntje per lijntje zijn werk op. Die techniek, dames en heren, is heel bijzonder.

***

Enkele jaren geleden bij een vorige vernissage gewijd aan Bert’s werk heb ik het al eens gehad over geschiedenis als één van de bepalende invloeden in zijn werk. Dat is niet veranderd. De figuren die in zijn werken de hoofdrol spelen zijn nog steeds geïnspireerd op historische personages. Zo bijvoorbeeld Gordon, de eertijds beroemde Britse gouverneur van Soedan. Hij komt verschillende malen terug in Bert zijn werk, onder verschillende gedaantes. Op “Gordon of Kartoum” lijkt hij sterk op een tragisch kijkende oude jachthond. Of zoals de hoofdfiguur uit “the lady with the koreander.” Daar moet iets mee zijn. Iedereen die Bert persoonlijk kent weet dat hij een diepgeworteld afgrijzen heeft voor het kruid in kwestie (koreander). Afgezien daarvan heeft de figuur een reuzesnor en een monocle, wat voor een dame van stand eerder vreemd is. Laat u bovendien niet vangen door het formeel uitziende Chinese tekstballonnetje. Wat ze zegt is: “oude konijnen die nog geen seks hebben gehad.” Deze twijfelachtige vaststelling schijnt bedacht te zijn door een dichteres-vluchtelinge die haar zorgen wegschilderde in het beoefenen van de hoge kunst der kalligrafie. Het was op een zomerkamp voor asielzoekers dat dit werk ontstond. Bert is er gaan koken als vrijwilliger. Ah, vandaar de koreander! Inderdaad. Onder het tekstballonnetje schreven andere asielzoekers “ik houd van u,” respectievelijk in het Chinees, Arabisch, Afghaans en Thaïs.


Tekst, er zijn nauwelijks werken te vinden zonder. Maar beste mensen, voor u zich afvraagt wat al die teksten betekenen en de kunstenaar met vragen overstelpt, tekst is een vormelijk onderdeel in Bert’s werk. Het gaat hem niet om de betekenis. Wat niet wegneemt dat de tekst als element in de compositie wel iets uitdrukt… In de figuratieve sprookjeswereld die Bert schept tracht hij je steeds weer mee te slepen in een verhaal. Een verhaal dat uitdrukking krijgt in een situatieschets, waar allerlei zaken samenkomen, die op één of andere manier een historisch beeld oproepen. De hoofdpersonages zijn meestal dieren, kleine knaagdieren en insecten, die hij prominent op de voorgrond plaatst. Vertegenwoordigers van wat je het woekerende leven zou kunnen noemen, die je trots maar door de plotse aandacht ook ietwat onwennig aankijken.

Bert gaat graag op reis. Zijn doeken en etsen laten zich lezen als het logboek van een imaginaire 18e eeuwse ontdekkingsreis. Een logboek vol geheimzinnige aantekeningen en humoristische kanttekeningen. Net zoals voor een roman zoekt hij elementen die om één of andere reden een rol kunnen spelen in het verhaal dat hij wil vertellen. Vaak neemt dat verhaal absurde wendingen maar de tentoonstelling kreeg niet voor niets de naam “owl stretching time” naar de eerste film van Monty Python.

Beste kunstliefhebbers, kijk uw ogen uit vanavond, en als u een uniek stuk kunst in huis wil halen, aarzel niet uw kans te wagen. Voor Bert: ik hoop nog veel vernissages van jou te zien.
Ik dank u.

Gratis nieuwsbrief van MO* en IPS

Het mondiaal magazine MO* en IPS Vlaanderen starten binnenkort een nieuwe mondiale nieuwssite. Ze hebben nu reeds een gratis nieuwsbrief waarop je kan inschrijven. Je kan kiezen tussen 4 thema's: milieu, ontwikkeling, globalisering en wereldscan. Met dit laatste E-Zine krijg je onderbelicht wereldnieuws, politieke hotspots of belangrijke evoluties in vergeten conflicten.

IPS is de Vlaamse poot van een internationaal nieuwsagentschap dat nieuws brengt uit het zuiden of met een zuiderse invalshoek. Van het buitenland nieuws dat in de Vlaamse kranten verschijnt komen heel wat berichten van IPS.

donderdag, september 07, 2006

Owl stretching time in Art Gallery 100

Een detaïl uit het nieuwste werk van Bert Want, dat ik vanavond inleidt op de vernissage in Art Gallery 100 in Antwerpen. Je kan de tentoonstelling "owl stretching time" gaan bekijken tot 10 oktober. Heel erg aanbevolen voor wie hem nog niet kent. Voor de anderen ook natuurlijk. Morgen zet ik de speech op dit blog.

woensdag, september 06, 2006

Media-oorlog bereidt invasie Iran voor

Neoconservatieven voeren oorlogsretoriek tegen Iran op (IPS, vandaag). Ongelooflijk maar waar. De media oorlog is volop bezig. De Neocons willen duidelijk het strijdperk in voor George W. Bush president af is binnen enkele jaren. Je kan het allemaal wel weer af doen als complottheoriën zonder grond, maar de recente geschiedenis bewijst dat ze het menen.

dinsdag, september 05, 2006

Het zijn net mensen

Ben een onwaarschijnlijk boek aan het lezen. Aan begonnen met een kritische ingesteldheid maar met stijgend enthousiasme. "Het zijn net mensen" van Joris Luyendijk. Eind deze week volgt een link naar mijn bespreking voor het magazine van Vrede en het E-Zine van Uitpers.