woensdag, augustus 10, 2011

WWF-projecten in Oost-Congo

De reis begon in mineur vorige week toen bleek dat het geplande interview met Emmanuel De Merode, de directeur van het Virungapark, niet kon plaatsvinden. Il devait voler vers Kenia pour l’entretien de son avion. Cet avion est utilisé entre autre pour survoler le parc et de faire des contrôles. Dan, de eerste zondag na onze aankomst in Goma, kregen we ander slecht nieuws: een aanval van FDLR-rebellen op een gewapend konvooi van het ICCN (Institut Congolais pour la Conservation de la Nature) dat het Virungapark beheerd. Résultat: deux gardiens de l’ICCN mort et encore 7 blessées. C’était donc un attentat grave. La preuve devant nos yeux que le problème numéro un du parc reste la sécurité. Puisque ce sont tous ces groupuscules violents qui empêche le tourisme de se développer et qui rend plus difficile aussi la protection du parc contre l’exploitation forestière illégale, le braconnage etc. We krijgen het bericht dat we beter niet blijven slapen in Bikuma, het basiskamp om de gorilla’s te bezoeken en dat we dus de dag erna heen en weer moeten gaan. Teleurstelling! Ook bij onze Knack journalist die graag De Merode wilde spreken.
Maar dan is er een interventie van Thierry Bodson, de baas van WWF-Goma. Hij weet telefonisch de mensen op het hoofdkwartier van het park te overtuigen. Emmanuel zelf heeft zijn vertrek een dag uitgesteld en hij zal ons kunnen ontvangen. We gaan bovendien overnachten in Rumangabo zelf, het zenuwcentrum van het park waar ook de directeur huist. We krijgen een gewapend escorte van 8 mannen vanaf Kibati, aan het begin van het park. Wij opgelucht maar niettemin lichtjes gespannen op weg.

Die avond hebben we ons gesprek met Emmanuel. Onderwerpen: conservatie, beheer van het park, de veiligheid, relatie tussen de gardiens en het leger dat er ook nog rondloopt... (de gardiens krijgen een deftig loon uitbetaald, er worden scholen en dispensario gebouwd voor hun familie en weduwen krijgen een vergoeding, in tegenstelling tot militairen die slecht of vaak niet worden betaald). Tussen door moet hij regelmatig telefoontjes beantwoorden in verband met een actie aan het Edwardmeer. L’homme est vraiment très occupé, constamment il y a des gens qui le sollicitent. Mais quand-même nous avons pu poser tous nos questions. Après cette interview sur la véranda de l’ancienne résidence du premier directeur du parc dans le temps colonial (le parc date du 1925) nous avons pu faire connaissance avec l’équipe du de directeur. We krijgen ook nog een rondleiding. Rumangabo ligt op een heuvel die aan één kant uitkijkt over het dichte regenwoud dat zich uitstrekt tot voorbij de horizon. Aan de oostkant liggen de velden van de boeren die wonen in hutten met daken van stro die verscholen liggen tussen de bananenbladeren. Op de heuvel ligt het Sensekwe centrum, waar enkele gorilla wezen wonen die in 2007 de slachtpartij overleefden waarbij onder meer de Silverback gorilla met dezelfde naam werd gedood. Ook kregen we de lodges in aanbouw te zien die binnenkort toeristen moeten laten logeren. Wij mochten voorlopig blijven slapen in de geriefelijke tenten die ze hebben staan voor gasten, ook de stafmedewerkers van het park slapen daar nu.

De volgende ochtend is het de grote dag dat we de gorilla’s gaan zien. Maar eerst Emmanuel uitwuiven op het lokale vliegveldje waar hij met zijn tweemotorig vliegtuigje opstijgt en naar Kenia vertrekt. Via een barslechte weg waar onze 4x4 nauwelijks opraakt achter onze gids Diddy aan (rijdt met de motor) naar Bukima kamp, het vertrekpunt voor een gorillatrek aan de rand van het regenwoud. Omdat we laat zijn stappen we eerst een tweetal uur door de druk bewerkte velden voor we het woud binnen gaan. Enfin, c’est à dire, en nous faire une tranchée de route à la machette, nous commencent à grimper sur la colline à travers la jungle verte. Et, après peine vingt minutes, Diddy nous signale d’être silencieux. Pendant que nous attendons en enjambant, il commence l’effeuillage avec le brassard. Et la, tout à coup, il y un grand visage noir qui nous regarde dans l’œil. Beaucoup plus calme que nous, après quelques regards attentifs, il tourne ça torse massive et nous voyons l’éclat d’argent sur son dos. C’est le ‘silverback’ même !
De rest van dit stukje vertel ik thuis wel, anders ben ik nog uren aan het schrijven... Het was dus Umba, de pater familias van één van de drie families die gewend gemaakt zijn aan menselijke bezoekers. Hoedanook worden alles in het werk gesteld opdat het bezoek geen gevaar zou opleveren voor hen: we dragen een masker om onze ziektekiemen niet aan het over te geven, de gids is de enige die heel dichtbij mag komen en we mogen maar maximum een uur blijven.

Na het weekend komen de mensen van de VRT toe. Ze blijven maar vier dagen en we vertrekken onmiddellijk naar de Massissi, een streek op zo’n drie uur rijden van Goma, waar vele plantages van ECO-Makale zijn. Vroeg vertrekken was echter zonder de waard gerekend, in de vorm van de Congolese administratie. Als je daar iets van gedaan moet krijgen dan blijkt dat anoniem apparaat plots te bestaan uit een veelkoppig monster dat je voortdurend van het kastje naar de muur stuurt. Vanzelfsprekend probeert ieder radertje in dat mank lopend mechanisme een graantje mee te pikken... Volgens Luc Cauwenberghs, de cameraman van de vrt en een ervaren rot in Congo, moeten we een permit halen om te mogen draaien. Als ze ons tegenhouden en ze hebben geen permit, dan betekent dat een enorme boete en terugkeren naar Goma om alsnog die permit te halen. Alors, on ne va pas tenter le destin… Je ne vais pas décrire toutes la procédure et tous les endroits qu’on à du visiter, mais ça nous a couté 4 heures et 250 dollar par journaliste.
Enfin, nous partons début après-midi. Après une heure déjà, la route commence à monter. Le paysage commence à ressembler… la Suisse. Avec des collines vertes occasionnellement doté d’un arbre ou deux. Parfois des vaches qui pâtirent. Nous achetons du fromage chez un paysan (le meilleur c’est le vieux, dit Geert) : l’altitude est de moins 2.200 mètres ici, le climat est vraiment agréable, une 25 dégrées, pas comme on s’attendrait au Congo. Nog een uurtje verder komen we aan in Kitchanga (fout geschreven maar ik ben de juiste spelling even kwijt), een uit de kluiten gewassen dorp waar we blijven slapen in een eenvoudig soortement klooster zonder veel comfort. Die avond eten we à la Congolaise in een restaurant die naam nauwelijks waardig maar de mensen zijn zoals bijna overal warm en hartelijk. Daarna naar de lokale danstent waar de vrt zich niet onbetuigd laat en de soukous nog in onze oren dreunt als we gaan slapen.

De twee volgende dagen bezoeken we plantages van de ECO-Makala, de rokende zandhopen op het platteland waarin de houtskool gemaakt wordt, de ateliers waar de ‘foyers améliorées’ hun vorm krijgen, de boomkwekerijen, de markt van de illegale makala (hier krijgen we achterdochtige reacties van de verkopers die vrezen dat we gekomen zijn om hun markt te sluiten). We gaan op bezoek bij de minister van milieu van Noord-Kivu voor een interview over het REDD+ programma. We gaan ook het woud in om te filmen en foto’s te trekken, we zien tanige mannen die met een twee meter lange wipzaag dikke boomstammen met de hand doorzagen. Af en toe passeren we nog een vluchtelingenkamp – er zijn er nog steeds heel wat over na de oorlog.

Samedi, comme le vrt est déjà de retour, un groupuscule de quatre mâles alpha décide de se rendre vers une montagne. Un volcan, pour être précis. Ce cracheur de feu qui répond au nom Nyiragongo commande le respect de tous ceux qui le connaissent. Entre eux, les 400.000 résidents qui, à l’époque, vivaient dans la ville de Goma qui reste d’une façon précaire à son pied. Maar de vier alpha mannetjes hebben geen last van angst. Ze willen gewoon die berg op, en liefst als eerste... ondanks de slordige 1400 meter stijgen op enkele uren. We hebben dus twee mannen uit het WWF-hout gesneden en dan het weekblad Knack, vertegenwoordigd in tekst en pixels. Dat er zich tussen deze twee subgroepjes een competitie zou ontwikkelen stond in de sterren geschreven, meer nog, het viel af te leiden uit hun enthousiaste gesprekken. Flarden van hoogmoedig woordgebruik die echter spoedig getemperd werden door opkomend melkzuur en een licht tekort aan ademtocht. Terwijl het tempo van het gezelschap zakte hield één van hen de eer hoog en snelde in ijltempo naar boven om triomferend als eerste de rand van de krater te bereiken en vol ontzag in de mond van de vulkaan te staren.

De Nyirangongo: 3.470 meter hoog met in zijn krater het grootste lavameer ter wereld: 220 op 230 meter breed. Beneden aan de start van de klim heeft het ICCN een nieuw bezoekerscentrum gebouwd in dezelfde stijl als de lodges in Rumangabo. Geert Lejeune en ik zijn dat centrum gaan inspecteren. De bedoeling is om er drie tentoonstellingen in onder te brengen: één over het park, één over vulkanologie en één over conservatie. WWF België zal die opstellingen financieren.

dinsdag, augustus 02, 2011

Goma en zijn zwaard van Damocles

Goma is één van de vreemdste steden die je kan bezoeken. Een eindeloze reeks van wankele huizen tussen stoffige straten en overal lage muurtjes van zwarte stenen. Geen of nauwelijks groen. Het enige bewijs dat dat er hier nog iets kan groeien is het gebladerte dat boven de hoge muren uitsteekt van de compounds in de rijke wijken van de stad. Zo kan het gebeuren dat je één van de ijzeren poorten in zo'n 'compound' binnen stapt en plots in een weelderige tuin terecht komt. Vanzelfsprekend kom je in die plaatsen, buiten het personeel, alleen Congolezen uit de middenklasse tegen en leden van de talrijke ex-pats gemeenschap: UN en/of Monuc ondertussen herdoopt tot Monusco en verder alle grote ngo's, humanitair of andere.

Buitenlandse bedrijven zijn er nauwelijks. Alleen de onvermijdelijke avonturiers: Libanezen en Russen, een aantal Belgen uit oude families die volgehouden hebben en tenslotte een ontluikende middenklasse van Congolezen die hun gaatje in de zeer volatiele markt gevonden hebben: want vergis je niet - wie denkt dat dit het hol van Pluto is: het economisch boomende Rwanda is vlakbij, Oeganda en Kenia zijn slechts een korte vlucht verwijderd. En niet te vergeten een potentiële markt van meer dan een miljoen mensen van wie het grootste deel weliswaar geen nagel heeft om... maar die tenslotte toch noden hebben.

Het grootste probleem van Goma is zonder twijfel de bevolkingsdruk: nu 800.000 'and counting', en dat terwijl de meeste vluchtelingenkampen van alle oorlogen ondertussen verdwenen zijn. Resultaat: een enorme energiecrisis - één van de redenen voor ons om deze reis te ondernemen - maar evengoed een probleem van voedselprijzen en een te kleine economie om mensen werk te geven. Er bestaat echter een zwaard van Damocles voor deze stad die potentieel veel catastrofaler is dan alle bovengenoemde problemen. Bij een klare hemel zie je de dreiging boven de stad uittorenen. Ze luistert naar de naam Nyirangongo, en het is één van de meest actieve en tegelijk minst onderzochte vulkanen ter wereld. Het is ook één van de weinige vulkanen die in zijn krater een heus lavameer heeft waar het vloeibaar gesteente tegen een temperatuur van een slordige 1600 graden voortdurend ligt te borrelen, wachtend op een sein van het monster diep in de buik van vulkaan. Als dat sein er ooit komt, en volgens vulkanologen is dat onvermijdelijk, dan zal het meer op enkele uren aanzwellen tot een bruisende zee en de randen van de krater overstromen. Terwijl zullen de ontketende krachten van de vulkaan een regen van gloeiende stenen en lava honderden meters de lucht inslingeren. Op 17 januari 2002 gebeurde dit de laatste keer. De lava overstroomde zowat heel Goma en hele verdiepingen verdwenen onder de nieuwe aardbodem. 400.000 mensen vluchten de stad uit. Als bij wonder vielen er slechts enkele doden maar al die mensen waren wel hun huis kwijt. Toen de lava afgekoeld was tot een dikke rotslaag zo hard als beton keerden de mensen terug. Wat moesten ze anders? De meesten waren te arm om te verhuizen. De huizen met twee verdiepingen hadden er plots nog maar één, en de andere werden herbouwd, boven op de zwarte ondergrond.

De Nyirangongo is ook één van de highlights van het Virunga park, het oudste natuurpark van Afrika (1925) en tevens de belangrijkste bron van biodiversiteit, vers water en zo verder.

vrijdag, mei 13, 2011

Elchardus komt met achterhaalde conclusies

De conclusie die Marc Elchardus trekt uit zijn onderzoek naar het zogenaamde anti-semitisme van moslimjongeren is een lichtkogel in het ijle. Met zo'n vier tendentieuze vragen kon je moeilijk een ander antwoord verwachten. "Joden zetten aan tot oorlog en geven anderen de schuld." Natuurlijk is dat een foute stelling. Het moet namelijk zijn: "Israël zet aan tot oorlog en geeft anderen de schuld." Maar natuurlijk maken veel jongeren dat onderscheid niet. Een belangrijke reden daarvoor ligt bij Israël zelf dat voortdurend hamert op zijn vermeende 'joodse identiteit' en alle terechte kritiek op zijn agressieve acties tegen de Palestijnen afwijst als zijnde antisemitisme. Hetzelfde geldt voor de Joodse lobby in het Westen die voortdurend op dezelfde nagel klopt. Het feit dat er over Israël's beleid geen consensus bestaat onder de joodse bevolking, noch in Israël, noch in de rest van de wereld, wordt door het geroep van de Zionisten vakkundig onder de mat geveegd.

Wanneer professor Elchardus een verklaring zoekt in de godsdienst van de moslimjongeren breekt mijn klomp helemaal. Wat voor een achterhaalde interpretatie is dat nu? Na de ontwikkelingen van de laatste maanden in het midden-oosten, die we nu de Arabische lente noemen, zouden we toch al beter moeten weten. Zoals islamleraar Abdelkadir Ryad zegt in het bijgaande interview, "ze zijn meer bezig met hun kleren en hun gsm dan hun godsdienst." Inderdaad, het zijn tenslotte jongeren. Maar daarnaast voelen ze zich net zo sterk aangesproken door het blijvende onrecht in Palestina en de wanhoop die er heerst door de onwil van Israël die elke opening naar vrede torpedeert.

Koen Stuyck

[Lezersbrief gestuurd naar De Standaard]

zondag, mei 08, 2011

De volgende 50 jaar zijn cruciaal

Het jaar 2061. Beeld u even in hoe de wereld er binnen vijftig jaar zou kunnen uitzien.

Slechts enkele kleine stukjes tropisch oerwoud blijven over van de ooit zo machtige rivier bekkens van Amazone, Congo en Mekong. De meeste noordelijke wouden zijn gekapt. De permafrost op de grote Russische Toendra is beginnen smelten aan een alarmerend tempo en enorme hoeveelheden CO2 kwamen vrij in de lucht. De gemiddelde mondiale temperatuur is meer dan drie graden gestegen. Vele gebieden zuchten onder de droogte en grote stormen jagen over de droge vlakten. Soorten zoals de machtige tijger en de grote olifant zijn verdwenen. Ze blijven enkel nog te bewonderen in de plaatjes van kinderboeken. Sommige minder iconische soorten zoals de Albatros en de Antilope houden stand in enkele zoo’s rond de wereld.

In de oceanen heerst een dodelijke rust. Geen vissen zwemmen door het zware water, dat vervuild is door plastic afval en olie residu’s. Alleen nog grote scholen kwallen schuimen de zeëen af. Geen vissersboten verstoren de golven. Alleen gigantische olietankers, geflankeerd door militaire patrouilleboten die het zwarte goud moeten bewaken dat ondertussen even schaars is geworden als het gele metaal zelf.

Terug naar het vaste land, waar een toenemend aantal mensen het moeilijk heeft met stijgende voedselprijzen. Er is steeds minder land geschikt voor landbouw. Waterrijke regio’s zijn opgedroogd en verworden tot schrale gebieden die enkel nog worden gebruikt om huishoudelijk en industrieel afval te dumpen. Omwille van het nijpend gebrek aan zoet water, zijn enorme ontziltingsinstallaties gebouwd aan de kust die grote steden moeten voorzien van – zeer duur – drinkwater. Aan de Afrikaanse kusten storten talloze milieuvluchtelingen zich in zee als lemmingen, om te ontsnappen aan hun lijdende continent, eens de wieg van onze menselijke beschaving.

Laat ons dit grimmig beeld verlaten voor een ander scenario, dat geïnspireerd is door WWF, Wereld Wijd Fonds voor de Natuur. Op 29 april jl., de 50e verjaardag van WWF, waarschuwde internationaal voorzitter Yolanda Kakabadse: “WWF koestert geen enkele illusie over de moeilijkheid van de taken die voor ons liggen, hoe dringend en belangrijk ze zijn, en over hoeveel hulp WWF zal nodig hebben.”

Het gezegende jaar 2061

Het is nu tien jaar geleden dat de wereld erin slaagde om de globale CO2 emissies met 90% terug te dringen, vergeleken met 1990 in de twintigste eeuw. Met een ongeziene samenwerking tussen overheden, industrie en civiele samenleving werden de strategieën van het energierapport van WWF uitgevoerd. Vele speciale initiatieven om schone energie te promoten hebben er toe geleid dat 100% van onze energie nu uit hernieuwbare bronnen komt.

Dankzij de uitvoering van WWF’s mondiale ‘nul-deforestatie maatstaf’, is de ontbossing gestopt. Sinds 2020 is alle houtkap beperkt tot speciaal daartoe aangelegde en duurzaam beheerde bossen. De originele tropische wouden zijn sindsdien volledig beschermd en kenden zelfs een lichte expansie. Inheemse volkeren die leven in deze bossen werden tot ‘bewakers van het woud’ verklaard. Vele van hen werken nu in speciaal opgerichte universiteiten die de biodiversiteit in het woud bestuderen. Vele ziekten die in de 20e eeuw nog als ongeneeslijk werden beschouwd, zijn nu behandelbaar met nieuwe medicijnen uit de ‘Wouduniversiteiten’.

Vele bedreigde diersoorten zoals de tijger, gorilla, luipaard en ijsbeer wisten te overleven en doen het ondertussen beter. Doordat hun habitat beschermd werd en beschermde gebieden met elkaar verbonden zijn via corridors kunnen de dieren zich vrij bewegen en voortplanten.

De algemeen aanvaarde en toegepaste norm in de industrie is nu ‘cradle to cradle’ wat betekent dat meer dan 90% van consumptieartikelen gemaakt worden door bio-afbreekbaar of alleszins volledig recycleerbaar materiaal, zoals meer dan vijftig jaar geleden het WWF ‘Climate Solutions Vision’ rapport vooropstelde. Die nieuwe productienorm gaf een echte boost aan de industriële ontwikkeling waardoor de werkloosheidscijfers een historisch laagtepunt bereikt hebben.

Visbedrijven, kopers en verkopers van vis hebben overal ter wereld zich verbonden tot duurzame manieren van visvangst. Ze traden toe tot het WWF “Seafood Savers Program” dat oorspronkelijk in de ‘koralendriehoek’ (de tropische wateren van Indonesië, Maleisië, Papua New Guinea, de Philippijnen, de Solomon eilanden en Oost-Timor) begon maar daarna uitbreidde naar zowat alle grote viszones toe. Door een stricte regulering, goed geplande visrechten en duurzamere manieren van visvangst hebben vele soorten zich hersteld.

Belangrijke vooruitzichten

Welk van de twee scenarios is het meest aantrekkelijk? Onafgezien van de vraag of je kinderen hebt of niet, wie wil er leven in een wereld die gevangen zit in het eerste scnenario? Een wereld die veel armer zal zijn dan diegene die we vandaag nog kennen?

Natuurlijk wil je dat niet niet. Niemand wil dat.

Het goede nieuws is: het hoeft ook zo niet te gaan. De boodschap van WWF is dat het mogelijk is die betere wereld te bereiken. Dat heeft het aangetoond onder meer in zijn Energy Report waarin het duidelijke wegen aangeeft om tegen 2050 al zijn energie te halen uit hernieuwbare bronnen.

Dat bewijst WWF ook met zijn ambiteuze ‘Climat Savers’. Dit zijn bedrijven die zich verbinden tot het behalen van een aantal verregaande doelstellingen om hun ecologische voetafdruk te verkleinen, en dat volgens een strict tijdschema. Dankzij die engagementen bevinden deze bedrijven zich in het koppeleton in de race naar een lage-emissie economie. Al vijfentwintig bedrijven die stuk voor stuk leiders zijn in hun sector hebben zich aangesloten bij het ambitieuze WWF-programma.

Met miljoenen hectaren bos die de voorbije vijftig jaar beschermd werden, met ambitieuze programma’s zoals FSC (het label voor duurzaam verbouwd hout) en MSC (het label voor duurzame visvangst) en talloze andere realisaties bewijst WWF in de praktijk dat vooruitgang mogelijk en nodig is, willen de achteruitgang van de biodiversiteit en het ineenklappen van honderden eco-systemen op de wereld tegenhouden.

Back to the future…

“Op 29 april 2061 verklaarde WWF, één van grootste en meest gerespecteerde natuurbehoudorganisaties, officieel haar belangrijkste doelen verwezenlijkt. Om dit feit te vieren hebben zijn dertig miljoen leden over de hele wereld elk een boom gepland, waardoor ze samen een bos plantten ter grootte van België. WWF stond mee aan de wieg van talloze akkoorden en conventies die de wereld tot een betere plaats hebben gemaakt.” (genomen uit een nieuwsbericht van 29/04/2061 op deredactie.be)

Koen Stuyck

(Deze opinie verscheen op 8 mei op deredactie.be in het kader van een dossier over 50 jaar WWF)

dinsdag, mei 03, 2011

Earth Hour 2011: een rollercoaster

Het zal je maar overkomen: pas aan de slag bij WWF als kersverse 'press officer' en al meteen een reusachtig evenement als Earth Hour op je maagdelijk lege bureau gedropt krijgen: padaf! Het dossier van WWF Internationaal, de ellenlange lijst van de gemeenten die mee doen, stapels campagnemateriaal, evaluaties van de vorige jaren, afspraken met alle partners die meewerken aan het evenement, enzovoort. Genoeg om de meest stoïcijnse campagnevreter danig van zijn a-propos te brengen. Gelukkig heb ik al wat watertjes doorzwommen. In plaats van in paniek naar mijn schedel te grijpen en een luide angstkreet uit te stoten (eerste reactie) schuif ik snel alles aan de kant, surf gezwind naar de interne website van Earth Hour (dat heet een wiki) en begin te lezen. En onmiddellijk ben ik onder de indruk van de omvang van het evenement, en de massa aan voorbereiding die zovele mensen erin steken... Ik surf naar de landen pagina's en lees met stijgend enthousiasme de plannen van honderden WWF'ers die hun hart en ziel aan het trainen zijn in uithoudingsvermogen om er de beste Earth Hour totnogtoe van te maken.


Goed, we zijn al 'in the mood' – maar nu begint het pas. Gelukkig weet ik ook mijn pappenheimers snel te identificeren: Arvid Leyman, onze campagne man, een reus in zijn vak, die met geen geld een derde van het land in het duister kan dompelen. Isabelle André, WWF-website wizard, die met enkele muisklikken uw blik op de wereld van het WWF kan veranderen; Natascha Bertiaux, een taalwonder die elke Nederlandstalige tekst in een handomdraai omtovert in omberispelijk Frans. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Met het juiste team kan je bergen verzetten. Toch slaat de schrik me even rond het hart als blijkt dat we er dit jaar veel minder middelen voor inzetten. Minder middelen betekent: minder communiceren, minder affiches die mensen eraan kunnen herinneren dat Earth Hour eraan komt, geen leuke mascotte om nieuwe enthousiastelingen te werven (denk aan Darth Vladder, voor wie er vorig jaar bij was). Dat is even slikken. Want we willen wel groeien. Als het kan willen we dat iedereen, van groot tot klein, elke Belg, zijn nek uitsteekt voor het klimaat. En dus op 26 maart meedoet met Earth Hour. Met kloppend hart bekijk ik nog eens de lijst van gemeenten die meedoen. En wat blijkt? Verschillende gemeenten doen mee voor de eerste keer. Zou het kunnen dat Earth Hour iets is dat stilletjes vanzelf is beginnen leven? Als een kind dat op eigen benen begint te staan en eist dat er naar hem of haar geluisterd wordt. Earth Hour is nu eenmaal een actie die geniaal is in zijn eenvoud en mensen over de hele wereld samen brengt rond hetzelfde idee: de planeet is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid en we moeten er samen voor zorgen.


Wanneer ik samen met Jan Vandermosten, onze brilliante jonge klimaatspecialist en Damien Vincent, onze sympathieke CEO de politieke boodschap bespreek van Earth Hour (Belgische politici: stel eindelijk een klimaatplan op om ons naar een zero-emissie samenleving te leiden in 2050) durven we te hopen op een klein mirakel. Want het zijn jullie, en ieder van ons, die de boodschap des te luider kunnen laten klinken.


Zaterdagavond 26 mei, rond 22u op een bankje in een statige gang van het Brusselse stadhuis: we bellen naar netbeheerder Elia voor de cijfers. Hoeveel families hebben er mee gedaan? De mevrouw aan de andere kant van de lijn: "u mag gerust zeggen, 750.000 families hebben vanavond het licht uitgedaan." Wow. Damien en ik doen High Five. We did it! Of nee, pardon, u deed het...


Kortom: dank allemaal om zo enthousiast mee te doen. Mijn tijd bij het WWF is alvast goed begonnen.


Koen Stuyck


(Tekst voor editoriaal panda-magazine)