vrijdag, november 24, 2006

Israëlisch perspectief speelt eerste viool op Britse en Amerikaanse tv-zenders

Het Israëlische perspectief krijgt op de Britse televisie dubbel zoveel aandacht als de Palestijnse invalshoek. Dat stelde een omvangrijk wetenschappelijk onderzoek van de Media group van de Universiteit van Glasgow onomstotelijk vast in 2004. Dat had als concrete gevolg dat het Israëlische standpunt zich in de hoofden van de doorsnee kijker kon nestelen en dat Israël nog steeds met het leeuwendeel van de publieke sympathie aan de haal kan gaan.

Alhoewel de berichtgeving rond Palestina op de BBC wellicht licht verbeterd is, zeker tegenover de Verenigde Staten, blijft de studie interessant omdat ze niet alleen de kwantiteit van de berichtgeving over Israël en Palestina onderzocht. Ook het kwalitatieve woordgebruik en de interpretatie van de Britse kijker kwamen op de rooster te liggen van de onderzoekers. Daartoe namen ze 200 nieuwsprogramma's onder de loep sinds het begin van de tweede intifada. En ze ondervroegen meer dan 800 mensen, gewone tv-kijkers én media professionelen. Ik heb enkele conclusies vertaald en op onze MediaWatch blog http://palestinaindemedia.blogspot.com gezet.

In de Verenigde Staten is het nog slechter gesteld met de berichtgeving, zoals blijkt uit de aangrijpende reportage "Peace, Propaganda & The Promised Land" van Bathsheba Ratzkoff and Sut Jhally (kwam uit op 22/4/2006). Een documentaire die iedereen zou moeten zien, omdat ze de kracht van het medium ten volle gebruikt om de realiteit bloot te leggen. 'Show, don't tell' is een adagium voor schrijvers maar als je het écht kan laten zien, dan is extra commentaar overbodig. Het ene na het andere voorbeeld laat zien hoe de media in de Verenigde Staten systematisch de misdaden van Israël verdoezelen en het lijden in Palestina negeren. Daardoor is er ook geen sympathie bij het kiezerspubliek dat uitsluitend op het tv-nieuws vertrouwt voor zijn informatie over de regio.

Het begint allemaal met het 'Hasbara project,' opgezet na het drama van Sabra en Chatila in 1982. Deze Palestijnse tragedie in Zuid-Libanon werd door de Israëlische leiding ervaren als een "communicatief trauma." Om de nieuwsstromen beter te controleren werd een initiatief opgestart onder de naam "Hasbara Project," een professionele propaganda machine voor de Israëlische zaak. In de Verenigde Staten zelf werd en wordt AIPAC - "the American Israel Public Affairs Committee" - door iedereen erkend als de machtigste lobbygroep in Washington. AIPAC cirkelt al sinds de jaren '50 rond het centrum van de macht in de VS. Ze hebben ondertussen ook behoorlijk wat zitjes in het Amerikaanse congres ingepalmd en bepalen mee de politieke strategiën in het Witte Huis. Overigens situeren pro-Israël politici zich allerminst uitsluitend in het kamp van de republikeinen - lees "Een Christelijke zioniste als voorzitter van het Amerikaans parlement."

Merkwaardig genoeg laten de invloed van Hasbara en de Zionistische lobby zich sterker voelen in de VS dan in Israël zelf. Kritische geluiden over de bezetting en het gedrag van de IOF (Israëlische bezettingsmacht) zal je eerder in de Israëlische media opvangen dan op de Amerikaanse tv-stations. Enkele vaststellingen uit de reportage: slechts 4% van de nieuwsuitzendingen vermelden de bezetting. De taal die gehanteerd wordt is systematisch gemanipuleerd in het voordeel van Israël: enerzijds omschrijft de Amerikaanse nieuwslezer Palestijns geweld steeds als "aanvallen," wat terrorisme suggereert, terwijl hij, bij Israëlisch geweld, het houdt op "response", "retaliation" of "Israël strikes back." Anderzijds is er een duidelijk verschil in nieuwswaarde: vallen er Israëlische slachtoffers dan komen die uitgebreid in het nieuws, met tranerige reportages over de families. Tijdens periodes waarin enkel Palestijnse slachtoffers vallen, ook al gaat het om tientallen doden, dan hoor je de hele tijd niets en spreekt men achteraf over een "periode van relatieve kalmte."

De illegale bezetting wordt zo verpakt in de retoriek van 'de strijd tegen het terrorisme,' wat vooral voor het Amerikaans publiek de link legt met 9/11 en aldus het Israëlische geweld legitimeert. Gezien het feit dat de zenders het dagelijks geweld van de IOF nauwelijks tonen blijven de kijkers onkundig van de echte machtsverhoudingen en de oorzaken. Zo weet de Israëlische propagandamachine heel effectief het beeld hoog te houden van een bedreigde staat die zich voortdurend moet verdedigen tegen terroristische aanvallen van een vijandig volk, de Palestijnen. De stem van de Israëlische vredesbeweging komt nagenoeg niet aan bod.

Deze reportage ontmaskert ook de mythe van de neutraliteit van de Verenigde Staten. Ze doet dat vakkundig en methodisch. En dat is nodig. Want die mythe wordt vooral door de media in stand gehouden: zo kwamen de 33 veto's waarmee de VS resoluties van de VN tegen Israëlische acties probeerde te blokkeren nauwelijks in het nieuws. Over het duizelingwekkende bedrag van meer dan 100 milliard $ steun (6 milliard per jaar) dat de VS sinds 1949 aan Israël geeft wordt evenmin iets gezegd. Het grootste deel van die steun wordt uitgegeven aan wapens en heeft er voor gezorgd dat de kleine staat Israël de 4e grootste militaire macht ter wereld is en bovendien beschikt over een (illegale) voorraad van naar schatting 200 kernbommen. Voor de landen in het Midden-Oosten klinkt de Westerse kritiek op de zogenaamde nucleaire ambities dan ook bijzonder hypocriet maar ook dit is voor een kijker van het Amerikaanse tv-nieuws onbekend terrein.

Recent kwam er weer een nieuw boek uit van Norman Finkelstein "De drogreden van het antisemitisme. Israël, de VS en het misbruik van de geschiedenis," waarin hij het probleem van de Israëlische propaganda ook weer wordt aankaart. Ook Joris luyendijk had het in zijn boek "Het zijn net mensen" hierover en de gevolgen voor de Westerse berichtgeving. De vraag is of de waarheid ooit zijn weg zal vinden naar het grote publiek in de VS. Zij hebben immers de sleutel in handen. Het Amerikaanse publiek moet zijn regering onder druk zetten om echt iets te veranderen en Israël van zijn ramkoers te doen afzien.

Geen opmerkingen: