dinsdag, december 19, 2006

Midden-Oosten heeft inclusiever democratisch beleid nodig

Vrijdag 15 december organiseerde vrede, MENARG, 11.11.11 en MO* Magazine in het Geuzenhuis in Gent een seminarie over "Democratie in de Arabische wereld." De organisatoren hadden een 6-tal sprekers uitgenodigd om in drie sessies resp. democratie, de rol van de vrouw en de islam in het Midden-Oosten en Noord-Afrika te behandelen. Ik heb het belangrijkste wat ik onthouden heb genoteerd.

Nader Fergany is hoofdredacteur van het laatste 'Arab Human Development Report,' Dr. Naim Abu Tair vertegenwoordigt vandaag de Palestijnse zaak, waar je vanzelfsprekend niet rond kan. Exemplarisch voor de westerse houding in de regio is de nefaste reactie op de recente uitslag van de democratische verkiezingen in Palestina waarbij het nationalistische Hamas aan de macht kwam. En dat te midden van een regio met wat Fergany "Black hole states" noemt: staten die enkel de veiligheid van de eigen leidende klasse beoogt en alle energie en middelen waarover de staat beschikt daarnaar laat gaan. Het feit dat die uitslag op zo'n negatieve reactie stuitte uit de Westerse hoofdsteden toont eens te meer de politiek van twee maten en gewichten aan die de internationale grootmachten hanteren. Voor de doorsnee inwoner van de landen in Midden-Oosten en Noord-Afrika klinkt de recente oproep voor democratie van president Bush aan hun adres dan ook compleet ongeloofwaardig. Volgens Fergany en Abu Tair is het niet de Arabische cultuur noch de islam die fundamentele hindernissen oplegt aan vrijheid en goed bestuur. Het zijn de autocratische regimes die met vaak met steun van het westen elke evolutie naar meer democratie onderdrukken.

De titel van het 'Arab Human deverlopment report' van 2005 is "Toward the rise of women in the Arab world." Nicola Pratt van de Universiteit van East Anglia, Norwich en onze Anne Van Lancker, Europees parlementslid voor de SP.A leggen hun de vinger op de worde: "vrouwen zijn tegelijk symbool van modernisatie en culturele essentie," m.a.w. ze worden geassocieerd met de culturele tradities. Bovendien zijn vrouwen de moeders van toekomstige burgers. Dat maakt dat de rechten van vrouwen sterk worden geïnstrumentaliseerd. Als het westen afkomt met vrouwenrechten dan ervaart men dat meestal als een aanval op de culturele soevereiniteit. Ook al is de economische en militaire afhankelijkheid van het westen totaal, tenminste kan de nationale identiteit gevrijwaard worden. Een argument dat de lokale machthebbers dan ook volop uitspelen naar hun bevolking. En zolang het Palestijns probleem bestaat wordt de vraag naar vrouwenrechter als illegitiem afgewimpeld.
Nicola Pratt, specialiste in internationale feministische relaties, maakt één en ander duidelijk door een hilarische voorstel te lanceren voor westerse vrouwen: "laat ons vrouwen allemaal de voorbereidingen voor Kerstmis staken - er zou gewoon geen Kerstmis meer plaatsvinden." Ze heeft een punt.

Voor mij het interessantste gedeelte heeft plaats in de namiddag. Wendy Asbeek-Brusse van de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in het project islam schreef mee aan het rapport: "Dynamiek in islamitisch activisme. Aanknopingspunten voor democratisering en mensenrechten." Een rapport dat wetenschappelijk verantwoorde adviezen moet aandragen voor het regeringsbeleid in Nederland. Met een exemplarisch gebrek aan vooringenomenheid onderzochten wetenschappers hoe de Islam als inspiratiebron dient voor de inrichting van politiek en samenleving in het Midden-Oosten. Ze onderzochten ook hoe islamitische actiegroepen allerhande daarover denken in de regio en 'last but not least' welke middelen ze willen inzetten om hun doelstellingen te bereiken... En, zoals kenners van de islamitische wereld al langer weten, de realiteit op het terrein is véél genuanceerder dan hier algemeen wordt aangenomen. Hier is de associatie met terrorisme en harde Sharia totaal. Dat bleek uit de vele furieuze reacties in Nederland van politici die het rapport stevig op de korrel namen. Waarom? Omdat een genuanceerde behandeling van moslimgroepen en/of partijen niet in het bevooroordeelde beleid van westerse landen past. Ook al zijn sommige van deze groepen meer te vergelijken met de Christendemocratische partijen bij ons dan met wat anders. Het duidelijkste voorbeeld is het brede protest dat klinkt wanneer enkele seculiere dissidenten de gevangenis ingaan terwijl het oorverdovend stil blijft als in Egypte meer dan 100 moslimbroeders worden opgepakt.

Terug naar het rapport. Dat toont aan dat er een enorme variëteit en dynamiek bestaat in het Islamitisch activisme (of wat ook de politieke islam genoemd wordt). En vermits je democratie niet van buiten uit kunt opleggen kan je dus ook niet buiten deze bewegingen. Diverse gezaghebbende waarnemers concludeerden al dat het vooral de autocratische regimes zijn die democratiseringsprocessen tegen houden (ook de Nederlandse journalist Joris Luyendijk wees in zijn boek "Het zijn net mensen" op de echte agenda van Al Qaeda, nl. het omverwerpen van de regimes). De vlag van de islam rehabiliteert de gewone mensen die zich in de seculiere staten in het begin naar de kant geduwd voelen.
Met andere woorden, het islamitisch activisme kan constructief zijn voor de ontwikkeling van de moslimwereld - zolang het niet gaat om de extreme en gewelddadige varianten, die overigens slechts een kleine minderheid uitmaken. Helaas wil men die wetenschap hier niet onderkennen. Het 'Euro Mediterraan beleid' is enkel gericht op economie. Europa liet zich door de autoritaire régimes aanpraten dan alle Islamitische bewegingen, ook de legitieme, leiden naar fundamentalisme. Wendy Asbeek-Brusse besluit: "er is een grote nood aan een meer inclusief democratisch beleid, er moet worden gekeken naar de agenda en coalitiebereidheid van de Islamitische groepen." Of nog: verlaat de hypocrisie en het wij-zij denken! En natuurlijk moet het grote publiek geïnformeerd worden: het is de enige manier om dat monotone vijandbeeld te doen verdwijnen en het buitenlandbeleid op termijn te veranderen.

Sami Zemni (professor aan de Universiteit Gent, auteur van diverse boeken en artikels waaronder ‘Politieke islam, 9/11 en jihad’ en hoofd van MENARG, de 'Middle East and Northern Africa Research Group') onderzocht het verschijnsel van de politieke islam intensief. Hij beaamt dan ook volmondig de conclusies van de Nederlandse WRR. Een vraag die mij al langer door het hoofd speelde: wat is de visie op scheiding van kerk en staat bij de politieke Islam. Als ik Zemni de vraag stel naar komt hij met een opmerkelijk antwoord: "de meeste moslimpartijen willen los van de staat blijven. In de moslimwereld heeft de staat vaak een beklemmende invloed op de wereld van de religie. Vele tenoren uit moslimpartijen kijken zelfs op naar de Europese Christendemocratie en willen een vergelijkbaar systeem waarin ze deel kunnen nemen aan de politiek vanuit hun Islamitische waarden." Nog een observatie: "In Iran, het land waar de integratie kerk-staat het sterkst is doorgevoerd, ziet de clerus met lede ogen hoe de bevolking steeds meer los wil komen van de religie omdat ze de bevoogding beu zijn. Precies omdat ze in het centrum van de macht zitten begint die clerus zelf te twijfelen aan haar positie: ze willen immers niet dat mensen de religie van zich af duwen..."

Ik nam alvast het laatste boek mee van Zemni: "Politieke Islam, 9/11 en jihad." Het leest nogal veelbelovend weg. Een bespreking volgt later.

Geen opmerkingen: