woensdag, januari 10, 2007

De tirannie van het woord

Begin januari. Er ligt een warm deken over ons, de tijd zoemt - maar het geluid wordt verdrongen door de voortrazende mens. Er hangt iets onheilspellends in de lucht, alsof het fin-de-siecle nu pas aanbreekt.
Volgens Will Self zijn mensen als de dood voor twijfel en geven zich daardoor gretig over aan de tirannie van het woord. Daar is iets van. Als je een probleem deugdelijk kan formuleren geeft dat een geruststellend gevoel. Het is tenminste al eens gevat in woorden. Ook al zijn het steeds te weinig woorden en doen de meeste afgeronde redeneringen afbreuk aan de complexiteit van het behandelde onderwerp.

Neem nu het veranderende milieu. Op 4 januari bleek dat ExxonMobil jaren lang bijna 16 miljoen dollar (12 miljoen euro) pompte in 43 lobbygroepen die twijfel moesten zaaien over het broeikasprobleem (zie IPS-bericht). Jarenlang werkte die propagandamachine als een gigantische rookmachine die achter elk bona fide wetenschappelijk rapport een slipspoor van twijfel plakte en de publieke opinie in verwarring bracht. Mensen hadden en hebben steeds woorden nodig om in beweging te komen. Woorden die overtuigen. Woorden die werven. Voor de politieke kaste is het woord vooral dienstbaar aan hun hang naar macht en het tevreden houden van hun electoraat, ze hollen achter de feiten aan en het blijft dus wachten op beweging. Die beweging kan alleen maar komen als de publieke opinie kantelt onder het gewicht van een sterk en overtuigend discours dat éénduidig het gemeenschappelijk belang aantoont van een noodzakelijke gedragswijziging. De malafide industriële lobby is er in geslaagd om de geloofwaardigheid van een zich vormende consensus onder wetenschappers te beschadigen en daarmee dat kantelmoment vele kostbare jaren vooruit te schuiven. Ons collectief historisch geheugen maakt dat we ons ingebakken wantrouwen tegenover grote boodschappen van buiten onze 'peer group' moeilijk nog helder kunnen bekijken. Terwijl het toch zo eenvoudig is: er bestaan immers zulke concrete begrippen als verantwoordelijkheid en het voorzorgprincipe. Om die te begrijpen zijn slechts weinig woorden nodig en al helemaal geen ingewikkelde klimatologische modellen.

Een ander heikel punt: de veranderende rol van de man in onze samenleving. Ondertussen zijn we de illusie voorbij dat er zoiets bestaat als de 'nieuwe man'. Dat is niet meer dan een uit de hand gelopen marketingconcept. Een woord dat aan cafétogen verworden is tot een 'running gag'. Ik schreef er een tijdje terug nog een column over met de titel 'schuld' - een enigzins overtrokken schuldgevoel lijkt het, maar het is wel geschreven naar aanleiding van een echt Amnesty rapport over mishandeling van vrouwen, hier en nu, bij ons. En overigens, in dat rapport vind je vooral uit de hand gelopen symptomen van een alledaags probleem waar haast elk gezin mee worstelt, bewust of onbewust. Als je de zaak enigzins eerlijk benadert en even rondkijkt in je omgeving dan kan je alleen maar tot het trieste besluit komen dat mannen over het algemeen een gedegenereerde moraal vertonen en hun gebrek aan verantwoordelijkheid en hun cynisme op slechts twee manieren kunnen compenseren: door wanhopig achter de feiten aan te blijven hollen of door zo er zo snel mogelijk van weg te lopen. Ook trekken we muren van woorden op die de eenvoudige waarheid aan het oog moet onttrekken. Gelukkig zijn er tegenwoordig boeken zoals dat van Ute Ehrhardt "Vrouwen zijn gewoon beter" die tussen de soep en de patatten het aangeslagen mannelijke ego verexcuseert maar tegelijk helemaal de grond inboort: "ze kunnen gewoon niet beter." De zoete wraak van Eva voor eeuwenlange onderdrukking? Wat mij betreft is het boekje nuttige literatuur voor beide seksen.

Geen opmerkingen: