maandag, september 10, 2007

"We, the people who are darker than blue" - nieuw werk van Bert Want


[Nieuwe Tentoonstelling 'Congo' van Bert Want]

Welkom op de feestelijke opening van de tentoonstelling “Congo” met nieuw werk van Bert Want. "We, the people who are darker than blue" zou een mooie ondertitel kunnen zijn. Niet alleen als titel van één van de werken maar vooral omdat dit citaat uit “Heart of darkness” van Joseph Conrad perfect aangeeft hoe sterk de mensen van Congo aanwezig zijn in deze tentoonstelling. Met andere woorden, er is veel te vertellen over al dit nieuwe werk van Bert.

Een verre reis maken heeft voor een kunstenaar altijd nog een grotere impact dan voor u en ik. Toen hij, nu meer dan 15 jaar geleden, terugkeerde van India heeft die ervaring een diepe stempel gedrukt op zijn werk. Tot op vandaag komen elementen voor in zijn beeldentaal die rechtstreeks op die ervaring terug te voeren zijn. Ook landen als Thailand en Australië hebben hem beïndrukt, al is dat niet zo sterk als India. Toen ik enkele weken geleden een eerste keer zijn nieuwe werk kon bekijken - het was een beetje een frisse zomeravond en de deuren van het atelier stonden wagenwijd open, het was ook al wat donker behalve onder de lampen van zijn werktafel – toen dacht ik wauw, dit werk is van dezelfde intensiteit als na India. Niet zozeer stilistisch, (Bert zijn etsen hebben vaak de kwaliteit dat ze je naar de keel grijpen) maar qua inhoudelijke betrokkenheid. Ik kom daar straks op terug. In ieder geval, ik keek dus rond in het schemerduister en de tekeningen en schilderijen lagen of stonden overal - er was een vochtige lucht die binnenwaaide. We praatten samen over Congo terwijl Bert één voor één een nieuw werk onder de lampen naar voor haalde. En ik zweer dat ik me even in de lichtcirkel van een kampvuur waande,
op een donkere plek in het tropisch woud terwijl allerlei vreemde figuren op mij afkwamen, figuren die mij iets wilden vertellen maar die een andere taal spraken en tot een andere wereld behoorden.

De werken in deze thematentoonstelling kan je ruwweg opdelen in een vijftal delen. Veruit het omvangrijkste deel is het monumentale waterlijn werk. Dat hangt aan de lange muur. Rode draad is de Congo-stroom. Voor alle duidelijkheid, de werken zijn elk apart te koop. Ten tweede zijn er enkele schilderijen die op zich zelf staan maar die telkens een specifiek thema in verband met Congo uitwerken. Dan zijn er een aantal etsen en oudere werken die om één of andere reden aansluiten bij het thema. Ten vierde is er de 'nostalgische muur' met visuele parafernalia en kleine
maar fijne werkjes van vroeger. Ten vijfde dan zijn er de dagboeken. Dat zijn twee grote werken met de originele (aan)tekeningen van Bert die hij maakte tijdens zijn afvaart van de Congo-stroom. Ze hangen op de zwarte muur.

En wanneer u de werken grondig bekijkt zal u merken wat een impact die reis had op 's mans creatieve brein. Congo is dan ook een land waar je nauwelijks vrijblijvend naar toe kan. Voor een kunstenaar is dat al helemaal onmogelijk.
Tijdens mijn gesprek met Bert kwam het steeds terug: "Het is er onwaarschijnlijk vuil en vies en armoedig - de miserie springt je in het gezicht - maar het is er tegelijkertijd ook o zo schoon." Nu rekent Bert zichzelf niet tot de school van de geëngageerde kunst - hij wil niemand overtuigen. Wat je hier ziet hangen is de hoogstpersoonlijke verwerking van wat hij daar zag, ook al zitten daar een paar serieuze afrekeningen bij.Ja, Bert rekent hier af met een stuk collectief geheugen van ons allemaal. Hij maakt korte metten met een stuk vaderlandse geschiedenis dat niet ons fraaiste is. Om de meest opvallende te noemen: de drie Stanleys met potsierlijke hoed in de Belgische driekleur. Of de zotte koning Leopold met witte baard die hoogrood aangelopen ezelsoren kweekt onder het motto "the destroyer will look silly."

Het blijft toch een moeilijke zaak: wat doe je met al de cliché's, de erfenis van de kolonisatie, de miserie van de mensen enz. Bert is natuurlijk ook maar een mens. Het werk waar die twijfel waarschijnlijk het duidelijkst verbeeldt is hangt op de nostalgische muur. Wat je ziet is een figuur die zijn hoofd ternauwernood boven water houdt. Het is Bert zelf die in een 19e eeuws duikerspak net boven de waterlijn hangt van de Congo stroom. Hij wordt meegesleurd door wat je zijn levenslijn zou kunnen noemen: een zeppelin. Waarvoor staat dan die zeppelin? De menselijke hoop van een kunstenaar tegenover de ondraaglijke lichtheid van het bestaan in een land waar het leven zoveel minder waard is als bij ons? Zijn verbeeldingskracht als reddingsboei? Volgens Bert staat de zeppelin voor een ingesteldheid waarmee hij naar het land kijkt. En zelfs bij dit beeld vol twijfels is er nog het konijn als relativerend element. Zo relativeert de would-be ontdekkingsreiziger zich zelf en alle ontdekkingsreizigers vóór hem. Want al gaat deze tentoonstelling over dat
onbestemde gevoel dat je kan hebben op reis, een gevoel van je in een vreemde wereld te bevinden, in zijn werk stelt Bert Want meteen ook enkele pertinente vragen: voor de mensen die hij ter plaatse ontmoet is hun wereld namelijk helemaal niet vreemd. Of nog: zogenaamde 'ontdekkingen' in deze zin zijn vaak niet veel meer dan zelfgenoegzaamheden.

Toch wil hij geen statements maken. Door zijn fantasiewereld te gebruiken laat hij het land intacter dan door statements te poneren. "Het Congo dat je hier kan zien," zo zegt Bert, "is zijn Congo," niet het werkelijke Congo. Zoals te lezen staat op één van de twee fetishen - dat zijn de 2 beeldjes die onderdeel zijn van het grote waterlijn werk - "I saw a land of milk and honey in your mind." De twee beeldjes staan voor respectievelijk de wijsheid en de reiziger. Eén van de opvallendste werken waarin dit tot uiting komt is "de koning van de Congo" oftewel 'Nzoku.' Die koning is een indrukwekkende olifant tegen de achtergrond van de Congolese wildernis. Het dier is reeds lang uitgestorven in het land. Ze werden allemaal afgeschoten in de vorige eeuw. Toch leeft de olifant voort in de herinnering van de
Congolezen zoals blijkt uit het volgende spreekwoord in het lingala: "de olifant wordt niet moe van zijn slagtanden te dragen." Mooi toch...

Zoals vorig jaar op de laatste tentoonstelling zien we vooral tekeningen en schilderijen. Het is duidelijk: de etser Bert Want wil verbreden. En tekenen is een kunstvorm die hem zoveel meer vrijheid biedt dan etsen. Hij kan zijn gevoel
onmiddellijk uitwerken, het is zoveel sneller en gevoeliger. Bert is een meester in het scheppen van een specifieke atmosfeer. Een sfeer die samenhangt met een heel eigen universum. Hij doet dat door te spelen met perspectief en door figuren en situaties creatief te combineren. Een beetje zoals dat kan op televisie. Op het schilderij le faux pasteur associeert het stille landschap onwillekeurig met "the heart of darkness," voor wie het beroemde boek van Joseph Conrad gelezen heeft. De vraatzuchtige roze vis jaagt de zwarte vissen op. Rechts bovenaan kijkt een Afrikaans beeld je onbewogen in het gezicht. Het is de 'faux pasteur,' een charlatan die hele families om de tuin leidt. Het is ook een beeld dat weergeeft hoe een Afrikaanse stam westerlingen zag.

Iets anders. Hebt u al eens gehoord van de "Smorkin' Labbit?" Het is een Japans figuurtje dat wat weg heeft van een klein konijn in Humphrey Bogaert pose met een sigaret achteloos in de mondhoek. In het land van de rijzende zon heeft het wezentje zich een prominente plaats veroverd in de media. Nu duikt het hier op in verschillende van Bert zijn doeken. Is het de kunstenaar zijn riposterend onderbewustzijn? Vecht het Europese konijn een bittere strijd uit met deze Japanse nieuwkomer? Bert weet het zelf ook niet zo goed als ik hem ernaar vraag. Maar het zou wel eens kunnen dat de 'Smorkin Labbit' carrière aan het maken is als zijn nieuwe logo.

Tenslotte: als u langs het tafeltje passeert schrik dan niet als u vanuit uw ooghoek een vervaarlijk uitziende vis uw richting op ziet bewegen. Mbenga is een zogenaamde pantserpoon, maar is verder volstrekt onschuldig. Alhoewel hij afkomstig is uit Filippijnse wateren is hij Afrikaans geadopteerd (vandaar dus zijn Congolese naam). Zijn militaire onderstel kreeg hij hier in België. Hoe hij uiteindelijk in het bezit is gekomen van Bert, dat is een raadsel dat in oktober 2008 zal onthuld worden tijdens een thematentoonstelling over geanimeerde dieren. Dat wordt een moment om naar uit te kijken!

Een jaar geleden nog maar presenteerde meester-etser Bert ons zijn eerste tekeningen en schilderijen. Ondertussen heeft hij al de nieuwe werken voor deze thematentoonstelling met pen en penseel gemaakt. In oktober 2008 belooft hij
een tentoonstelling geheel gewijd aan geanimeerde dieren zoals Mbenga. Ik denk dat deze hardwerkende kunstenaar voelt dat de jaren '40 naderen voor hem. En gezien de volkswijsheid zegt dat een mens zijn intellectuele toppunt haalt rond zijn 50ste geeft hem dat nog slechts een tiental jaar om de top van zijn kunnen te bereiken... Alhoewel, 'slechts?'Aan dit tempo hebben staat ons nog veel moois te wachten…

Geen opmerkingen: